De Nederlandse dichter en schrijver Jacob Groot werd geboren op 5 juli 1947 in Venhuizen (West-Friesland). Zie ook alle tags voor Jacob Groot op dit blog.
JUWELEN STELEN NIET
Want ging ik ten westen van waar ik niet woon
maar verblijf naar de zeezij van de stad
die ik hoon noch liefheb,
rukte ik op door de schande
langs de slokdarm van de haven, de vanger
der ratten, het laatste lover mooi
in doodsnood op de blanco schotel
die de jumbo’s
roven langs de pluim van de oven, en kwam ik
dichterbij, schoof me
op, mag ik het zeggen, een slang
door de dzjungel, naar de warande
om het schroot dat voedde de hoop
al spoot ik m’n gif nog wel
effe snel in de kranke rijkeluisranken, waarop
ik naderde het doel
voor ogen, noem het de duinen, kul, doop
het de uitgedroogde tuinen der verrotte
zee, dan voelde ik de liefde
ze bedwelmen me te redden
van hun ondergang door ze me grondig
te helpen logen, en dan bedoel ik de metalen
uit de strot en uit de tale
der complotten de okays
te halen, tot ik van de coyotes
achter me de zweren samen in hun oksels
niet meer rook, maar blonk
van het blauw dat me wou zogen
toen ik tenslotte opdook uit de stroop:
ik wil niet uithangen waar jullie
verdrogen, zong ik, dat is het enige
waar ik nog voor ga, in mijn hymne
door de gangen der moederarmen
om de modder, fluit van de loodsboot
bij de pier, de doodsnood robot, sabeldroom, los
van de bol in bloei, een trilling van de fitting
om de schaafwond van de schitter
Had ik namelijk het licht gewild had ik het
gepakt, had ik m’n bloed
ermee beschoten, en was ik blijven
komen, bij het heen en weer
gaan van de boten vol
van het spul, maar nu lag ik
in de bijouterie van de spray
del sol en kon m’n dope niet op
Zoon van de zomer, onder de rokken
rond het raadsel van de zon naar me
toegetrokken, de billen in m’n mond
genomen om ze op te slikken
door uit de parel te nemen
de romen. Want keek ik nu nog
terug, naar de kust, vond ik de spog
waarin ik ze zag stikken
GEOPEND EINDE
Of je alleen bent gaan we dus niet vragen
omdat ik net zo lang wacht tot je het zegt
En dan zeg ik: je bent alleen omdat ik bij je ben
En als je dan zegt dat je het alleen bent als je alleen bent
zeg ik:
juist dan ben je bij me. Overal ter wereld sta ik op
van de steppe, bij het kale licht, in mijn verslaafde
lichaam waaruit ik de geest lostrek tot ik koffie kan
zetten van mijn beenderen, en ik maal verder
tot je me gevonden hebt tussen de honden. Maar
hoor je me klagen dat ik alleen ben? Want ik vind je
in het antwoord
De Duitse dichter en schrijver Marius Hulpe werd geboren op 6 juli 1982 in Soest, Nordrhein-Westfalen. Zie ook alle tags voor Marius Hulpe op dit blog.
Keuken
de tafel was gedekt, de grijsblauwe vlag
van de morgen hing nog steeds voor het raam, daar zat
mijn grootmoeder – bril, krant – en smeerde
broodjes leverworst, wedijverend met de tijd.
gezonde muesli lag comfortabel en mooi in zijn
porseleinen schaal, daarin zwommen een paar tranen,
glinsterden op het oppervlak van de melk,
op een witte, van spanning trillende, huid.
een golf chocoladevlokken ging door de kom,
zwarte vlakken doken op en zonken.
de radio stond al een eeuw aan,
ruiste decennium na decennium door de morgen,
een keuken volgeperst met wereldmuziek,
en buiten vermenigvuldigden de bussen zich,
vol met kinderen van duizenden ouders,
wier stationwagens een paar kilometer naar het zuiden
tegen een boom raasden, nu, in een scherpe
bocht, en het nieuws kwam pas ’s avonds.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor de schrijvers van de 5e juli ook mijn blog van 5 juli 2019 en eveneens mijn blog van 5 juli 2018 en ook mijn blog van 5 juli 2017 en mijn blog van 5 juli 2013 en mijn blog van 5 juli 2011 deel 1 en eveneens deel 2.