De Nederlandse dichter en schrijver Joost
Zwagerman werd geboren in Alkmaar op 18 november 1963. Zie ook alle tags voor Joost
Zwagerman op dit blog.
Uit: Vals licht
Uiteindelijk, toen zij dagenlang in de
onderwaterkamer vertoefden, loste alles zich vanzelf op door de ontdekking van
een gedeelde voorliefde: kinderspel. Niets wekte zoveel vertrouwen als een gezamenlijke
verjonging, tot op het kleuterachtige af. Steeds vaker spraken zij elkaar
liefkozend toe in een nagebootste kindertaal, gevat in poezelige
verkleinwoorden en brokstukken van zinnen. Zij speelden Klein Arcadië.
Schmierend en toegewijd blonk Lizzie uit in pruilende vragen om aandacht, koket
geloken ogen en in falset geslaakt gekir. Zij werd Shirley Temple aan de
Sarphatistraat, met af en toe een halve stap naar volwassenheid als híj het was
die kleuter werd en zij zijn gezicht opmaakte met de indianenkleuren die hij
van haar kende en hem kleedde in haar witkanten ondergoed dat hem om het
lichaam spande. Voor in bad kochten zij drijvende speeltjes in
Mondriaan-kleuren en weekten uren in het dampend water, wolkend badschuim tot
onder hun kin. Daarna spreidde zij de Charlie Brown-handdoek uit op de grond en
zaten zij tegenover elkaar, twee jongbedorven cherubijnen, Simon in
kleermakerszit en Lizzie in schoolmeisjeshouding met opgetrokken knieën en haar
handen om de enkels geklemd. Haar bruine haar hing in natte, dikke slierten
langs haar wangen. Ernstig telde zij zijn ribben terwijl zij elkaar afdroogden.
Geregeld slaakten zij hun kinderlach en toonden al te valse grimasjes van
achtjarigen. Zo, tegenover elkaar, sloegen zij elkaar gade, keurend en afwachtend, want hun ogen
deden niet meer mee met hun zelfverzonnen baltsgedrag voor baby's.
Zij streefden geen perfectie van hun spel na.
Alleen hun opzichtige valsheid was geavanceerd; juist hierin school de
onweerstaanbaarheid. Hun kinderkitsch was betoverend obsceen. In geen peeskamer
had Simon zich ooit in een rollenspel verloren: daar had het keurslijf van
rituelen hem wel van weerhouden. Nu, onder haar ogen, diende hun acteren om met
souplesse de wederzijdse weerloosheid te vergroten.
Joost Zwagerman (Alkmaar, 18 november 1963)
De Nederlandse dichter Toon
Tellegen werd geboren op 18 november 1941 te Brielle. Zie ook alle tags voor Toon
Tellegen op dit blog.
Klop Klop
Het is ochtend.
Geluk kan wel wachten.
'Ja, ik hoor u wel! Ik kom er aan!'
Geluk is zo ongeduldig...
'Ik ben bezig! Wacht u nu toch even!'
Het wordt middag, het wordt avond,
het wordt nacht.
Het lijkt of ik jaren heb geschreeuwd,
maar ik heb gezwegen,
ik was niet thuis.
Een locomotief
Er staat en locomotief op een zijspoor,
tot in haar merg verroest, met distels overgroeid.
Als het regent weent zij bruine tranen.
Ik loop langs haar, raak haar aan,
aai haar,
zeg iets tegen haar, iets bemoedigends
klim op de resten van een treeplank.
In de verte slaat een klok.
Misschien ben ik wel een prins. Je weet het nooit!
Misschien is dit wel Doornroosje.
Locomotiefje, liefje... open je ogen..!
Hoog aan de hemel staat de zon.
'Hé!' roepen ze. 'Ho!', 'Wacht eens even!' en 'Sta stil!'.
Maar wij vertrekken en horen niets en niemand meer.
Een
voorjaarswandeling 1
Wij liepen in een bos
langs oude dennen, varens, berken mos
en spinnewebben.
Wij konden daar slechts fluisteren, durfden elkaar
niet goed verstaan.
Plotseling hoorden wij hoge stemmen:
'Ga weg! Straks vallen alle bomen om!'
Wij stonden stil, hielden onze adem in.
De zon scheen, het was het midden van een dag.
Een beek leek wel te rinkelen, had niet genoeg aan glinsteren.
Toen vielen alle bomen om, bedolven ons.
Toon Tellegen (Brielle, 18 november 1941)
De Duitse schrijver Klaus Mann werd op 18 november 1906 geboren in München als
oudste zoon van Thomas en Katia Mann. Zie ook alle tags voor Klaus Mann
op dit blog.
Uit:
Das zwölfhundertste
Hotelzimmer
Einsame Nacht, da man über den Rand des Buches in
eine Oede starrt, die den kleinen Raum ins Unendliche weitet.
Liebesnacht im Hotelzimmer oh, welcher Töne
bedürfte ich, um deine Reize zu schildern, die, bitterer, zärtlicher,
unverbindlicher, als Liebesnächte in anderen Zimmern sie kennen, den Geschmack
des Endes in jeder Umarmung hatten.
(Und draußen Meer und eine mondbeschienene
Promenade; oder die große Stadt; oder das schwarze Gebirg.)
Ihr verlorenen zwölfhundert!
Ich glaubte, jeden von euch ohne Schmerzen hinter
mir zu lassen, ihn gleich zu vergessen.
Aber, ach, es waren zwölfhundert Abschiede
Ohne daß ich es merkte.
Nach jedem von euch ist mir eine winzig kleine
Sehnsucht geblieben.
Ich trage eure Gerüche in meinem Herzen.
Ich gehe dahin, schwer von zahllosen
unbeträchtlichen und doch schweren
Erinnerungen.
Hotelzimmer des Südens, wo man unter einem
Moskitonetz schläft, wie inmitten einer
weißen Wolke;
Gasthausstube auf dem bayerischen Land, mit
schweren, rot- karierten Plumeaus, schweren Wasserkrügen, Blumenkästen am
Fenster.
Klaus Mann (18 november 1906 21 mei 1949)
Met Erika Mann
in München, 1929
De Iers-Amerikaanse dichter Seán Mac
Falls werd geboren op 18 november 1957 in Boston. Zie ook alle tags voor Seán Mac Falls op
dit blog.
Blueberry Picking
Blueberry picking was no chore.
In the hoary-head of blue things,
Stuff was easy, and ripe for the picking,
Bunching blue-baubles in baskets over-ripened
Of berries. On special mornings, due southwest
In lazy hills, round my home, bells
Were breaking, in quiet sections of the Canton,
Massachusetts woods, and playing by them,
We rounded blue notes, some friends and I,
Plucked-out tunes to the breeze, on leafy-
Instruments, and pulled our weight, into moil-moisted
Bushels, (one batch of blue was more than a ton
Of any other fruit!)
Toiling, till the sky would peek
And spill its hue. Foragers were we, as teaming
Minnows round a polk-a-dot reef, feasting on some great
Blue-Fins roe, brave savages, painted in the glow of ember-
Light, of burnished yellows, and bushy-blanched browns
Drenched by dew and dappled in the stipple
Of sun-brushed fire, all the colours making patterns, even
Box Turtles knew. How merry it was we made our labors,
Why it was wicked! And muggy from the heat of cool
Indigo stars, we squenched our thirst, in glugs
Of kisses, each following the greatest by far,
And one soft day, we did notice the crown
Of a Princess, set on top of each full
Noble-blooded faery-pearl dropped
As if to commemorate all
The things that were worth
Knowing, stuff that was ripe,
Easy, and rapt
In blue.
Seán Mac Falls (Boston, 18 november 1957)
De Duitse dichter Richard Dehmel werd geboren op 18 november 1863 in
Wendisch-Hermsdorf. Zie ook alle tags voor Richard Dehmel op dit blog.
Lied an
meinen Sohn
Der Sturm behorcht mein
Vaterhaus,
mein Herz klopft in die Nacht hinaus,
laut; so erwacht ich vom Gebraus
des Forstes schon als Kind.
Mein junger Sohn, hör zu, hör zu:
in deine ferne Wiegenruh
stöhnt meine Worte dir im Traum der Wind.
Einst hab ich auch im Schlaf gelacht,
mein Sohn, und bin nicht aufgewacht
vom Sturm; bis eine graue Nacht
wie heute kam.
Dumpf brandet heut im Forst der Föhn,
wie damals, als ich sein Getön
vor Furcht wie meines Vaters Wort vernahm.
Horch, wie der knospige Wipfelsaum
sich sträubt, sich beugt, von Baum zu Baum;
mein Sohn, in deinen Wiegentraum
zornlacht der Sturm - hör zu, hör zu!
Er hat sich nie vor Furcht gebeugt!
horch, wie er durch die Kronen leucht:
sei du! sei Du! -
Und wenn dir einst von Sohnespflicht,
mein Sohn, dein alter Vater spricht,
gehorch ihm nicht, gehorch ihm nicht:
horch, wie der Föhn im Forst den Frühling braut!
Horch, er bestürmt mein Vaterhaus,
mein Herz tönt in die Nacht hinaus,
laut - -
Richard Dehmel (18 november 1863 9 februari 1920)
Hier rechts naast zijn moeder en met zijn kinderen
De Venezolaanse dichter en schrijver Eugenio
Montejo werd geboren in Caracas op 18 november 1938. Zie ook alle tags voor Eugenio Montejo op dit blog en ook mijn
blog van 18 november 2010.
The Trees
The trees speak so
little, you know.
They spend their
entire life meditating
and moving their
branches.
Just look at them
closely in autumn
as they seek each
other out in public places:
only the oldest
attempt some conversation,
the ones that share
clouds and birds,
but their voice gets lost in the leaves
and so little filters down to us, nothing really.
Its difficult to
fill the shortest book
with the thoughts
of trees.
Everything in them
is vague, fragmented.
Today, for
instance, on the way to my house
hearing a black
thrush shriek,
the last cry of one
who wont reach another summer,
I realized that in
his voice a tree was speaking,
one of so many,
but I dont know
what to do with this sharp deep sound,
I dont know in
what type of script
I could set it down
Vertaald door Peter
Boyle
Eugenio Montejo
(18 november 1938 - 5 juni 2008)
Zie voor nog meer schrijvers van de 18e november ook mijn
blog van 18 november 2011 deel 2.
18-11-2013 om 19:00
geschreven door Romenu
Tags:Joost Zwagerman, Toon Tellegen, Klaus Mann, Seán Mac Falls, Richard Dehmel, Eugenio Montejo, Romenu
|