xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De Tsjechische dichter Jaroslav Seifert werd op 23 september 1901 geboren en groeide op in de arbeiderswijk ikov in Praag.Zie ook mijn blog van 23 september 2006 en ook mijn blog van 23 september 2008 en ook mijn blog van 23 september2009.
Ze gingen van deur naar deur...
Ze gingen van deur naar deur als straatverkopers en boden de dood aan. Ik schaam me dat ik het heb overleefd. Vladislav Vancura schreef zijn grootste gedicht op de muren van de Pankrác-cel. En het salvo op het schietterrein was alleen een donderend applaus voor zijn leven.
Maar doden waren overal. Op ijzerdraad van fabrieksmuren, op stoepranden, op trappen, het hoofd naar beneden, op voetsteunen van schoolbanken op altaartreden en boven riolen.
Ze lagen zoals onze koningen op graftomben. En de puinen van hun schoenen wezen naar de sterren.
Vertaald door Jana Beranová
Autobiography
Sometimes
when she would talk about herself
my mother would say:
My life was sad and quiet,
I always walked on tip-toe.
But if I got a little angry
and stamped my foot
the cups, which had been my mother's,
would tinkle on the dresser
and make me laugh.
At the moment of my birth, so I am told,
a butterfly flew in by the window
and settled on my mother's bed,
but that same moment a dog howled in the yard.
My mother thought
it a bad omen.
My life of course has not been quite
as peaceful as hers.
But even when I gaze upon our present days
with wistfulness
as if at empty picture frames
and all I see is a dusty wall,
still it has been so beautiful.
There are many moments
I cannot forget,
moments like radiant flowers
in all possible colours and hues,
evenings filled with fragrance
like purple grapes
hidden in the leaves of darkness.
With passion I read poetry
and loved music
and blundered, ever surprised,
from beauty to beauty.
But when I first saw
the picture of a woman nude
I began to believe in miracles.
My life unrolled swiftly.
It was too short
for my vast longings,
which had no bounds.
Before I knew it
my life's end was drawing near.
Death soon will kick open my door
and enter.
With startled terror I'll catch my breath
and forget to breathe again.
May I not be denied the time
once more to kiss the hands
of the one who patiently and in step with me
walked on and on and on
and who loved most of all.
Vertaald door Ewald Osers
Jaroslav Seifert ( 23 september 1901 10 januari 1986)
De Nederlandse schrijfster Leni Saris werd geboren in Rotterdam op 23 september 1915. Zie ook mijn blog van 23 september 2008 en ook mijn blog van 23 september2009.
Uit: De tocht naar het licht
- Men kreeg toegang tot de tuin door een brede witte poort, dan volgde een met kastanjebomen omzoomde oprijlaan en in de verte lag dan l'Ombre, een laag wit huis met een groot terras en ruime serres aan de zijkanten.
Karin belde heel bescheiden en een vriendelijk meisje opende de deur. Mevrouw Giraud, de dame die Sergius' huishouden bestuurde, kwam naar haar toe.
"Ik zou maar heel vlug naar boven gaan, mon enfant," fluisterde ze vertrouwelijk. "Monsieur le Professeur is niet al te best geluimd vanmorgen."
(...)
"Entrez," riep Tania's zachte beschaafde stem. Toen stond Karin in een zolderkamertje, laag donker en kaal. Het was er ijzig koud en de scherpe wind gierde ongehinderd door de spleten. Het was er zo grauw en troosteloos en karin dacht aan haar eigen gezellige, warme kamer en al de zorg, waarmee ze omringgd werd. Er was maar één stoel in het kamertje en daarin zat Tania, in een deken gerold, de voeten op een blik, dat zonderling rammelde, toen ze het verschoof. Voor haar op het tafeltje lag een boek. "heb je me toch nog kunnen vinden?" Tania lachte en begon meteen te hoesten. -
Leni Saris (23 september 1915 9 december 1999)
In de jaren vijftig
De Duitse dichter en schrijver Daniel Czepko von Reigersfeld werd op 23 september 1605 in Koischwitz (Pools: Koskowice) geboren. Zie ook mijn blog van 23 september 2007 en ook mijn blog van 23 september 2008 en ook mijn blog van 23 september2009.
Das Leben ein Schauspiel
Was ist dein Lebenslauff und Thun, o Mensch? ein Spiel.
Den Innhalt sage mir? Kinds, Weibs und Tods Beschwerde.
Was ist es vor ein Platz, darauff wir spieln? Die Erde.
Wer schlägt und singt dazu? Die Wollust ohne Ziel.
Wer heißt auff das Gerüst' uns treten? Selbst die Zeit.
Wer zeigt die Schauer mir? Mensch, das sind bloß die Weisen,
Was ist vor Stellung hier? Stehn, schlaffen, wachen, reisen,
Wer theilt Gesichter aus? Allein die Eitelkeit.
Wer macht den Schau Platz auff? Der wunderbare Gott.
Was vor ein Vorhang deckts? Das ewige Versehen.
Wie wird es abgetheilt? Durch leben, sterben, flehen.
Wer führt uns ab, wer zeucht uns Kleider aus? Der Tod.
Wo wird der Schluß erwartt des Spieles? in der Grufft.
Wer spielt am besten mit? Der wol sein Ammt kan führen.
Ist das Spiel vor sich gut? Das Ende muß es zieren.
Wenn ist es aus? o Mensch! wenn dir dein JESUS rufft.
Daniel Czepko von Reigersfeld (23 september 1605 8 september 1660)
Koischwitz / Koskowice
De Hongaarse schrijfster Emmuska Orcy de Orczi, ook wel Baronesse Orczy of Baronesse d'Orczy werd geboren in Tarnaörs op 23 september 1865. Zie ook mijn blog van 23 september 2008.
Uit: The Scarlet Pimpernel
But they were nearly always caught at the barricades. Sergeant Bibot especially at the West Gate had a wonderful nose for scenting an aristo in the most perfect disguise. Then, of course, the fun began. Bibot would look at his prey as a cat looks upon the mouse, play with him, sometimes for quite a quarter of an hour, pretend to be hoodwinked by the disguise, by the wigs and other bits of theatrical make-up which hid the identity of a ci-devant noble marquise or count.
Oh! Bibot had a keen sense of humour, and it was well worth hanging round that West Barricade, in order to see him catch an aristo in the very act of trying to flee from the vengeance of the people.
Sometimes Bibot would let his prey actually out by the gates, allowing him to think for the space of two minutes at least that he really had escaped out of Paris, and might even manage to reach the coast of England in safety: but Bibot would let the unfortunate wretch walk about ten mètres towards the open country, then he would send two men after him and bring him back, stripped of his disguise.
Oh! that was extremely funny, for as often as not the fugitive would prove to be a woman, some proud marchioness, who looked terribly comical when she found herself in Bibots clutches after all, and knew that a summary trial would await her the next day and after that, the fond embrace of Madame la Guillotine.
No wonder that on this fine afternoon in September the crowd round Bibots gate was eager and excited. The lust of blood grows with its satisfaction, there is no satiety: the crowd had seen a hundred noble heads fall beneath the guillotine to-day, it wanted to make sure that it would see another hundred fall on the morrow.
Emma Orcy (23 september 1865 12 november 1947)
|