De Amerikaanse schrijver Richard Powers werd geboren op 18 juni 1957 in Evanston, Illinois. Zie ook alle tags voor Richard Powers op dit blog.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: The Time of Our Singing
In some empty hall, my brother is still singing. His voice hasn't dampened yet. Not altogether. The rooms where he sang still hold an impression, their walls dimpled with his sound, awaiting some future phonograph capable of replaying them. My brother Jonah stands fixed, leaning against a piano. He's just twenty. The sixties have only begun. The country still dozes in its last pretended innocence. No one has heard of Jonah Strom but our family, what's left of it. We've come to Durham, North Carolina, the old music building at Duke. He has made it to the finals of a national vocal competition he'll later deny ever having entered. Jonah stands alone, just right of center stage. My brother towers in place, listing a little, backing up into the crook of the grand piano, his only safety. He curls forward, the scroll on a reticent cello. Left hand steadies him against the piano edge, while right hand cups in front of him, holding some letter, now oddly lost. He grins at the odds against being here, breathes in, and sings. One moment, the Erl-King is hunched on my brother's shoulder, whispering a blessed death. In the next, a trapdoor opens up in the air and my brother is elsewhere, teasing out Dowland of all things, a bit of ravishing sass for this stunned lieder crowd, who can't grasp the web that slips over them:
Time stands still with gazing on her face, Stand still and gaze for minutes, hours, and years to her give place. All other things shall change, but she remains the same, Till heavens changed have their course and time hath lost his name.
Two stanzas, and his tune is done. Silence hangs over the hall. It drifts above the seats like a balloon across the horizon. For two downbeats, even breathing is a crime. Then there's no surviving this surprise except by applauding it away. The noisy gratitude of hands starts time up again, sending the dart to its target and my brother on to the things that will finish him.
Richard Powers (Evanston, 18 juni 1957)
De Franse schrijver Raymond Radiguet werd geboren op 18 juni 1903 in Saint-Maur-des-Fossés. Zie ook alle tags voor Raymond Radiguet op dit blog.
Uit: Den Teufel im Leib (Vertaald door Hinrich Schmidt-Henkel)
Ich werde mir viele Vorwürfe einhandeln. Aber was kann ich dafür? Ist es meine Schuld, dass ich ein paar Monate vor Kriegsbeginn zwölf wurde? Die Verwirrungen, die diese außergewöhnliche Zeit für mich mit sich brachte, waren ganz sicher andere, als man sie in diesem Alter sonst erlebt; doch da trotz allem Anschein nichts stark genug ist, einen reifer werden zu lassen, als man ist, musste ich als Kind ein Abenteuer bestehen, das auch einem erwachsenen Mann zu schaffen gemacht hätte.
Ich bin nicht der Einzige. Meine Altersgenossen werden an diese Zeit ganz andere Erinnerungen haben als die Älteren.
Scene uit de film 'Le diable au corps' met Micheline Presle en Gérard Philipe, 1947
Überhaupt, wer mich verurteilt, der soll sich erst mal vor Augen führen, was der Krieg für viele Jungen
meines Alters bedeutete: vier Jahre lang große Ferien. Wir wohnten in F
an der Marne.
Meine Eltern waren Gegner der gemeinsamen Erziehung von Jungen und Mädchen.* Doch dadurch wurde die Sinnlichkeit, mit der wir geboren werden und die noch gar nicht wusste, wohin, eher verstärkt als abgeschwächt.
Ich war nie ein Träumer. Was anderen, Leichtgläubigeren, wie Traum vorkommt, das war für mich ebenso wirklich wie für eine Katze ein Käse unter einer Glasglocke. Dennoch gibt es die Glasglocke.
Geht die Käseglocke entzwei, kann die Katze sich freuen, auch wenn ihre Besitzer die Glocke zerbrochen haben und sich daran die Hände zerschneiden.
Raymond Radiguet (18 juni 1903 12 december 1923)
Rond 1919
De Engelse dichter Geoffrey Hill werd geboren op 18 juni 1932 in Bromsgrove, Worcestershire. Zie ook alle tags voor Geoffrey Hill op dit blog.
.
Ovid in the Third Reich
non peccat, quaecumque potest peccasse negare, solaque famosam culpa professa facit.
Amores, III, xiv
I love my work and my children. God Is distant, difficult. Things happen. Too near the ancient troughs of blood Innocence is no earthly weapon.
I have learned one thing: not to look down So much upon the damned. They, in their sphere, Harmonize strangely with the divine Love. I, in mine, celebrate the love-choir.
Picture of a Nativity
Sea-preserved, heaped with sea-spoils, Ribs, keels, coral sores, Detached faces, ephemeral oils, Discharged on the worlds outer shores,
A dumb child-king Arrives at his right place; rests, Undisturbed, among slack serpents; beasts With claws flesh-buttered. In the gathering
Of bestial and common hardship Artistic men appear to worship And fall down; to recognize Familiar tokens; believe their own eyes.
Above the marvel, each rigid head, Angels, their unnatural wings displayed, Freeze into an attitude Recalling the dead.
Geoffrey Hill (Bromsgrove, 18 juni 1932)
De Nederlandse schrijver en dichter Bert Schierbeek (1918-1996) werd geboren op 18 juni 1918 in Glanerbrug in Twente. Zie ook alle tags voor Bert Schierbeek op dit blog.
.
Molen te Sellingen
de standaardmolen in Sellingen
daar staat hij al jaren te wachten op wind tussen de boeren hun huizen en koeien in de wei staat hij recht zijn wieken stijf en zwart als hijzelf de molen wachtend op wind op een heuveltje
(wij noemen hem standaardmolen op zijn driepoot heel alleen wachtend op wind)
Stilte
wat me bezighoudt soms is de angstwekkende stilte in het woord zo luid meestal zo angst en aanjagend het geluid van de stilte
Bert Schierbeek (18 juni 1918- 9 juni 1996)
De Vlaamse schrijver Aster Berkhof (eig. Louis van den Bergh werd geboren in Rijkevorsel op 18 juni 1920. Zie ook alle tags voor Aster Berkhof op dit blog.
Uit: Veel geluk professor
Het eerste kwartier was een genot, vooral toen hij het stadje helemaal achter zich had, en niets meer zag dan dennen en sneeuw. Het bos had iets plechtigs over zich, iets dat aan een kathedraal herinnerde, en de wind, die er doorheen voer, en de sneeuwpakken, die ritselend en verstuivend omlaag kwamen, en de eekhoorntjes, die snel als schichten van de ene boom in de andere schoten en soms meters ver op hun pluimstaart bleven zweven, het was alles zo schoon, zo indrukwekkend en zo stil, dat Pierre er niets van gewaarwerd dat hij bij iedere stap tot aan zijn enkels in de sneeuw zakte, en almaar door kijkend en bewonderend voortploederde, met zijn valies in de ene en een paar opgevouwen kranten in de andere hand.
Hij dacht terug aan Dr. Schlesinger, en hij glimlachte. Vandaag voor de eerste maal voelde hij eens geen afkeer en misprijzen voor de oude brombeer, die al dertig jaar in de rectorstoel van de Weense universiteit zetelde en zijn jonge docenten het leven zo moeilijk en zo saai mogelijk maakte. Vandaag voor de eerste maal vond hij dat hij eigenlijk ongelijk had gehad de arme man zo lang en zo diep te verachten. De man kon er tenslotte ook niet aan doen dat hij een slechte maag had en alle twee, drie uren het zuur kreeg. En hij kon er evenmin aan doen dat zijn huishoudster soms vergat maagzout en water gereed te zetten, en dat de ongelukkige die hem op zulke momenten iets kwam vragen, dan schrikwekkende en goddeloze verwensingen naar het hoofd gegooid kreeg.
Neen, neen, de oude Schlesinger mocht er zijn. Hij was wel koppig overtuigd dat buiten Plato alle filosofen sufferds waren, en dat de dichter van Dertienlinden zo groot was als die van Hermann en Dorothea, maar in feite was hij nog de slechtste niet. En op zijn volgende verjaardag zou hij hem, in plaats van het gebruikelijke boek, eens een fles deugdelijke schnaps als geschenk geven. De man had er recht op, na zoveel jaren van trouwe plichtsbetrachting en noeste arbeid.
Aster Berkhof (Rijkevorsel, 18 juni 1920)
De Duitse dichteres Karin Fellner werd geboren 1970 in München, waar zij nog steeds woont. Zie ook alle tags voor Karin Fellner op dit blog..
Uit: hangab zur Kehle
statt stau wünschst du dir beim abwasch aura zu hören aus dem stimmkoffer und dass jemand spräche vom reizenden scheitern an unübersetzbaren welten: flackernde laubgehäuse eine schwimmschule wolken blankenese! oder lausbubenlüftchen dies pyjamahafte flattern
Karin Fellner (München, 18. Juni 1970)
De Duitse schrijfster en vertaalster Mirjam Pressler werd geboren op 18 juni 1940 in Darmstadt. Zie ook alle tags voor Mirjam Pressler op dit blog.
Uit: Ein Buch für Hanna
An einem Morgen brach Hanna zusammen, sie blieb einfach auf dem Boden liegen und weinte und konnte nicht mehr aufhören zu weinen. Mira schüttelte sie, aber sie schaffte es nicht einmal, den Kopf zu heben. Die anderen gingen hinunter, um sich ihre Ration des schrecklichen Kaffees zu holen, doch Hanna blieb liegen. Da holte Mira aus ihrem Rucksack einen verschrumpelten Apfel und drückte ihn Hanna in die Hand. Hier, der ist noch von Rosch Haschana. Ich habe ihn für eine besondere Gelegenheit aufgehoben. Sie lächelte.
Ehrlich gesagt, ich habe gar nicht mehr gewusst, dass er noch da ist, ich habe ihn vorhin erst
entdeckt, sonst hätte ich ihn doch längst gegessen.
Hanna war so erstaunt, dass sie aufhörte zu weinen. Sie biss in den Apfel, biss hinein und kaute so lange, bis sich das Fruchtfleisch in ihrem Mund aufgelöst hatte und nur noch eine süße, sämige Flüssigkeit übrig blieb, die sie dankbar schluckte. Für einen Moment war es, als säßen sie in Dänemark, in der Küche des Lindenhofs, und Bente hätte ihnen etwas zu essen hingestellt. Mira lächelte sie an, und Hanna verstand, dass Mira ihr ein Spiel anbot: Sie sollten so tun, als ob. Hanna war bereit, dieses Spiel mitzuspielen, Mira sollte sich nicht umsonst bemüht haben. Sie hielt der Freundin den Apfel mit der Aufforderung hin, auch einen Bissen zu nehmen, und fragte: Wieso hat man euch eigentlich erwischt, nur euch? Zugleich wunderte sie sich, warum sie diese Frage erst jetzt stellte.
Mirjam Pressler (Darmstadt, 18 juni 1940)
Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juni ook mijn blog van 18 juni 2011.
|