De Spaanse schrijver José Carlos Somoza werd geboren in Havana, Cuba op 13 november 1959. Zie ook alle tags voor José Carlos Somoza op dit blog.
Uit: The Athenian Murders (Vertaald door Sonia Soto)
« Like a thick mane of hair ruffled by a capricious wind, each strand waving independently, the humble crowd gradually dispersed, some leaving separately, others in groups, some in silence, others commenting on the horrifying event. "It's true, Hemodorus, wolves abound on Lycabettus. I've heard that several peasants, too, have been attacked." "And now this poor ephebe! We must discuss the matter at the Assembly." A short, very fat man remained behind, standing by the corpse's feet, peering at it placidly, his stout, though neat, face impassive. He appeared to have fallen asleep. The departing crowd avoided him, passing without looking at him, as if he were a column or a rock. One of the soldiers went to him and tugged at his cloak. "Return home, citizen. You heard our captain." The man took little notice, and continued to stare at the corpse, stroking his neatly trimmed gray beard with thick fingers. The soldier, thinking he must be deaf, gave him a slight push and raised his voice. "Hey, I'm talking to you! Didn't you hear the captain? Go home!" "I'm sorry," said the man, though actually appearing quite unconcerned by the soldier's command. "I'll be on my way." "What are you looking at?" The man blinked twice and raised his eyes from the corpse, which another soldier was now covering with a cloak. He said, "Nothing. I was thinking." "Well, think in your bed." "You're right," said the man, as if he had woken from a catnap. He glanced around and walked slowly away. All the onlookers had gone by now, and Aschilos, in conversation with the captain, swiftly disappeared as soon as the opportunity arose. Even old Candaulus was crawling away, still racked with pain and whimpering, helped on his way by the soldiers' kicks, in search of a dark corner to spend the night in demented dreams. His long white mane seemed to come alive, flowing down his back, then rising in an untidy snowy cloud, a white plume in the wind. In the sky, above the precise outline of the Parthenon, Night lazily loosened her mane, cloud-decked and edged with silver, like a maiden slowly combing her hair.”
José Carlos Somoza (Havana, 13 november 1959)
De Nederlandse schrijfster Inez van Dullemen werd op 13 november 1925 in Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Inez van Dullemen op dit blog.
Uit: Huis van ijs
“Ik zit hier in Nagarkot en denk: hier zou ik mijn pen moeten neerleggen. Dat zou een normale reactie zijn voor een schrijver. Welk belang hebben mijn woorden, wat betekenen mijn ambities, mijn verrichtingen tegenover de ondoorgrondelijke kosmische pracht waarvan die ketens een signaal zijn? Het lijkt of de betekenis van mijn leven van mij wordt weggenomen, met kleine fragmentjes tegelijk, alsof dat leven zelf wegsiepelt door de planken van mijn huisje, ‘s nachts, terwijl ik wakker lig, alleen door het rietdak gescheiden van het onmetelijk nachtelijke uitspansel. Ik slaap, of beter: ik waak in gezelschap van die gigantische buren, de Gonasharkar en de Langtang, in het duister, en het is of ik op het maanoppervlak lig, in de vreemde schoonheid van een dodelijke planeet waar geen zuurstof is om te kunnen leven. Iedere dag word ik psychisch iets doorzichtiger, iets dunner, ik word zo dun als een kippeveertje. Ik moet hier niet al te lang blijven, in deze al te pure lucht, ik voel hoe, tegelijk met mijn gevoel van lichtheid, ook een zekere passiviteit van mij bezit neemt.”
Inez van Dullemen (Amsterdam, 13 november 1925)
De Duitse dichter,schrijver en vertaler Timo Berger werd geboren op 13 november1974in Stuttgart. Zie ook alle tags voor Timo Berger op dit blog
Rotbucht, ungeklärt
Am Zuckerhut trudeln Tauben oder Paraglider im Aufwind unten auf einer rostroten Düne stochern rabenschwarze Geier
In den Resten von Touristen in dieser Bruthitze ist jeder Flügelschlag ein Schlag zuviel die Hautlappen
Der Geierhälse, gestern im Überschwang rot lackierte Krallen zupfen ein Dreieck zurecht. Giselle liest im Liegestuhl
Ein Supplément . Im Schatten der Helikopter wachen Taucher über den Drift, das Treiben der Völker der Strände
Glória
Ich liebte den Akt der Entfernung.
Camila Do Valle sagt eine Scheidung ist wie ein Reißverschluss der gegen den Strich geöffnet wird
Erst verschwindet wer in einer Boutique, dann wandert ein Schreibtisch (1 Platte, 2 Böcke) ins Häuschen, hinten im Hof.
Timo Berger (Stuttgart, 13 november 1974)
De Nederlandse schrijfster, columniste en radiopresentatrice Hadjar Benmiloud werd geboren in Amsterdam op 13 november 1989. Zie ook alle tags voor Hadjar Benmiloud op dit blog.
Uit: Voor de liefde (Column)
“Deze is voor de puberende lente, die een volwassen zomer nog even wil uitstellen. En voor alle vogels die ons ‘s ochtends wakker kwetteren. Voor de bloemen die bloeien, grillende steaks, karkassen die rotten, en urinerende zwervers. Want al die dingen samen, zorgen voor de zoete geur van zomer in een grote stad. Deze is voor alle jongens en meisjes die zittend en rollend langs pittoreske grachtjes niet kunnen begrijpen hoe half 1 opeens half 5 ‘s ochtends werd. En voor alle onbedoelde eigenaars van gebroken harten, die zich afvragen waarom het lot nou nooit eens meewerkt. Voor alle mensen die niet eerlijk durven te zijn, uit angst voor pijn. En voor de mensen die dat, uit angst om hetzelfde te ontwijken, wel zijn. Voor alle mensen die deze lente doorkomen op pure endorfine, knuffels en zoete kersen. Voor alle jongeren die niet weten wat ze overkomt. En voor de volwassenen die dat wel weten, maar nog niet willen toegeven. Totdat het echt niet meer anders kan. Deze is voor iedereen die nooit bang is om uitgelachen te worden. Of dat wel is, maar zich daar niet door laat weerhouden. Voor iedereen die niet bang is om teleur te stellen. En voor iedereen die dat wel is, maar niet onder de verwachtingen bukt.”
Hadjar Benmiloud (Amsterdam, 13 november 1989)
De Nederlandse dichter, journalist en columnist Nico Scheepmaker werd geboren in Amsterdam op 13 november 1930. Zie ook alle tags voor Nico Scheepmaker op dit blog.
2-1 & 1-2
De wedstrijd was het juiste spiegelbeeld van die 2-1 in het gedoemd verleden. Eerst werd ik in de Hel gevierendeeld, en daarna kwam ik in de Hof van Eden.
Twee-een verliezen of met 2-1 winnen: ontgoocheling of een uitzinnig feest. Je kunt er maar het best niet aan beginnen, dan is je leven wel zo kalm geweest.
Ik vond het jammer dat wij toen niet wonnen, want winnen is het doel van elke sport. Maar anderzijds is voetbal meer dan verzonnen: geen mens die er veel menslijker door wordt.
Natuurlijk was ik blij met onze zege, als journalist was ik zelfs dubbelblij. Wij hadden immers iets cadeau gekregen: kopij, kopij, o en voorgoed kopij!
Een blijvertje
Het feit dat ik in Holland ben geboren, en bovendien precies in Amsterdam, bewijst toch wel dat ik ben uitverkoren: ik kreeg de hamvraag en ik won de ham.
Een ander wordt geboren in Vietnam of raakt bij voorbaat in Algiers verloren, maar ik, die zo terloops ter wereld kwam, mag rustig tot de blijvertjes behoren.
En ook het tijdstip was perfect gekozen: te jong voor crisis, oorlog en verzet. Wat dat betreft zat ik dus ook op rozen, want niemand gaf mij later een brevet van onvermogen in het goede of boze.
Mijn leven is een aangenaam verpozen, een ander krijgt de schillen en de dozen.
Nico Scheepmaker (13 november 1930 - 5 april 1990)
De Schotse schrijver Robert Louis Stevenson werd geboren in het Schotse Edinburgh op 13 november 1850. Zie ook alle tags voor Robert Louis Stevenson op dit blog.
Uit: Treasure Island
“But though I was so terrified by the idea of the seafaring man with one leg, I was far less afraid of the captain himself than anybody else who knew him. There were nights when he took a deal more rum and water than his head would carry; and then he would sometimes sit and sing his wicked, old, wild sea-songs, minding nobody; but sometimes he would call for glasses round and force all the trembling company to listen to his stories or bear a chorus to his singing. Often I have heard the house shaking with "Yo-ho-ho, and a bottle of rum," all the neighbours joining in for dear life, with the fear of death upon them, and each singing louder than the other to avoid remark. For in these fits he was the most overriding companion ever known; he would slap his hand on the table for silence all round; he would fly up in a passion of anger at a question, or sometimes because none was put, and so he judged the company was not following his story. Nor would he allow anyone to leave the inn till he had drunk himself sleepy and reeled off to bed. His stories were what frightened people worst of all. Dreadful stories they were — about hanging, and walking the plank, and storms at sea, and the Dry Tortugas, and wild deeds and places on the Spanish Main. By his own account he must have lived his life among some of the wickedest men that God ever allowed upon the sea, and the language in which he told these stories shocked our plain country people almost as much as the crimes that he described. My father was always saying the inn would be ruined, for people would soon cease coming there to be tyrannized over and put down, and sent shivering to their beds; but I really believe his presence did us good. People were frightened at the time, but on looking back they rather liked it; it was a fine excitement in a quiet country life, and there was even a party of the younger men who pretended to admire him, calling him a "true sea-dog" and a "real old salt" and such like names, and saying there was the sort of man that made England terrible at sea.”
Robert Louis Stevenson (13 november 1850 – 3 december 1894) Standbeeld in Colinton
De Duitse dichter en schrijver Peter Härtling is geboren op 13 november 1933 in Chemnitz. Zie ook alle tags voor Peter Härtling op dit blog.
Abendsätze
Dich schlafen zu sehen, eingerollt wie eine Katze und ausgeschlossen zu sein aus deinem Traum – nach so vielen Jahren genieße ich es, nichts zu haben von dir als dieses ungleiche Vertrauen.
Kaspar Hauser
Eine Liebste möchte er, die seinen Mund bewohnt und aus ihm spricht. Damals, als sie ihn blindgemacht, ersann er Blumen, die’s nicht gibt. Jetzt hat er sie für sie gemalt. Sprich, bittet er, sprich mich, wohn dich in mir ein und ändre mich: Einer Prinzessin stellen sie nicht nach. Dann singt er wie sein Holzpferd sang in dem Verlies, in dem er sich vergaß.
Peter Härtling (Chemnitz, 13 november 1933)
Zie voor nog meer schrijvers van de 13e november ook mijn blog van 13 november 2011 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.
|