De Nederlandse dichter Guillaume van der Graft (eig. Willem Barnard) werd op 15 augustus 1920 geboren in Rotterdam. Zie ook alle tags voor Guillaume van der Graft op dit blog en ook mijn blog van 15 augustus 2010.
Vragenderwijs
Ik vroeg het aan de vogels de vogels waren niet thuis
ik vroeg het aan de bomen hooghartige bomen
ik vroeg aan het water waarom zeggen ze niets het water gaf geen antwoord
als zelfs het water geen antwoord geeft hoewel het zoveel tongen heeft wat is er dan
wat is er dan er is alleen een visserman
die draagt het water onder zijn voeten die draagt een boom op zijn rug die draagt op zijn hoofd een vogel.
God alleen weet
God alleen weet hoe bang ik ben. God weet hoe erg verbroken samenhang schrijnt, wat het vergt
om uit het stille bin- nenste van de tijd geboren tot de winst van de verlorenheid
mens te zijn in een huid, leven omdat het moet, omdat het vonnis luidt: bestaan, alleen, voorgoed.
De hemel is gescheurd, ik leef ten einde raad. Geboren is gebeurd, voorgoed is veel te laat.
Guillaume van der Graft (15 augustus 1920 – 21 november 2010)
De Amerikaanse dichteres Mary Jo Salter werd geboren op 15 augustus 1954 in Grand Rapids, Michigan. Zie ook alle tags voor Mary Jo Salter op dit blog en ook mijn blog van 15 augustus 2010.
The Buttonhook
President Roosevelt, touring Ellis Island in 1906, watched the people from steerage line up for their six-second physical.
Might not, he wondered aloud, the ungloved handling of aliens who were ill infect the healthy? Yet for years more it was done. I imagine
my grandmother, a girl in that Great Hall's polyglot, reverberating vault more terrible than church, dazed by the stars
and stripes in the vast banner up in front where the blessed ones had passed through. Then she did too, to a room like a little chapel, where her mother
might take Communion. A man in a blue cap and a blue uniform—a doctor? a policeman? (Papa would have known, but he had sailed
all alone before them and was waiting now in New York; yet wasn't this New York?)— a man in a blue cap reached for her mother.
Without a word (didn't he speak Italian?) he stuck one finger into her mother's eye, then turned its lid up with a buttonhook,
the long, curved thing for doing up your boots when buttons were too many or too small. You couldn't be American if you were blind
or going to be blind. That much she understood. She'd go to school, she'd learn to read and write and teach her parents. The eye man reached to touch
her own face next; she figured she was ready. She felt big, like that woman in the sea holding up not a buttonhook but a torch.
Mary Jo Salter (Grand Rapids, 15 augustus 1954)
De Duitse schrijfster Leonie Ossowski werd als Jolanthe von Brandenstein geboren op 15 augustus 1925 in Röhrsdorf. Zie ook alle tags voor Leonie Ossowski op dit blog en ook mijn blog van 15 augustus 2010.
Uit: Das Dienerzimmer
„Halina, sagte sie in immer der gleichen Tonlage, ich stehl' dir mit meiner Krankheit dein Leben. Du bist mit deinen vierundzwanzig Jahren viel zu jung, um ständig meinetwegen zu Hause zu bleiben. Geh wenigstens mal ins Kino. (…)
„Mit jedem Tag zeigten sich wieder die alten Abhängigkeiten. Auf der einen Seite Teresas unbewusster Wunsch, Halina werde sie aus der Bedrängnis ihres augenblicklichen Lebens herausholen, auf der anderen Seite Halinas ungebrochenes Bedürfnis, Teresa zu beschützen. Radek spielte in dieser Zweisamkeit keine Rolle. Beide hatten jede auf ihre Weise von ihm Besitz ergriffen, und wenn sie von ihm sprachen, dann nur in der Erwartung, dass er am Leben sei und bald nach Hause käme. (…)
Immer war es Halina, die versuchte, gute Stimmung zu machen und die Familie aufzuheitern. Wir können froh sein, dass es uns geht,wie es uns geht, war ihr Lieblingsspruch. Dabei streichelte sie Radek über den Kopf oder küsste sein Ohr, egal, ob er darauf einging oder nicht. Es war, als spürte sie die Enge der Wohnung nicht, nicht den Geruch, der von der immer kränker werdenen Mutter ausging, der sichmit dem Dampf der Kohlsuppe mischte und für immer in die Tapeten zog.“
Leonie Ossowski (Röhrsdorf, 15 augustus 1925)
De Nederlandse dichter Daan Zonderland (pseudoniem van Dr. Daniel Gerhard (Daan) van der Vat) werd geboren in Groningen op 15 augustus 1909. Zie ook alle tags voor Daan Zonderland op dit blog en ook mijn blog van 15 augustus 2010.
Een biefstuk
Een biefstuk is gewoonlijk Afkomstig van een koe. Als men een biefstuk pijn doet, Dan zegt de biefstuk: "Boe!"
Doch als een biefstuk hinnikt Bij onverwachte pijn, Dan zal er hoogst waarschijnlijk Iets niet in orde zijn
De Grens
Als ik een roltrap, zegt men er niets van. Als ik een raapsteel, laat men mij vrij. Als ik een kropsla, kraait er geen haan naar. Maar als ik een bisschop, ben ik er bij.
Daan Zonderland (15 augustus 1909 – 5 augustus 1977)
De Nederlandse schrijver, dichter en journalist Jan Campert werd geboren op 15 augustus 1902 in Spijkenisse. Zie ook alle tags voor Jan Campert op dit blog en ook mijn blog van 15 augustus 2010.
Het verzonken eiland
Het lag voorheen - een paradijs - afzijds en ver van 't vasteland, verloren onder hemelen hoog, besloten tussen 't witte strand, Een bloeiend eiland, dat het hart zich koos tot énige toeverlaat, een tuin waar veilig en vertrouwd het kleine leven gaat.
En het verhaal zegt, dat eenmaal een ziel die zwierf van kust naar kust, een mens ten dode toe vermoeid daar vond een hem genegen rust, hoe deze droom van stilte en licht, de vreugde aan dier en vreemd gewas hem langzaam en niet meer verwacht tot leven weer genas. Somtijds als achter 't water-vlak de lage zon zijn reis besloot, gebeurde 't dat een oude droom verraderlijk zijn rust besloop - hij sloot de ogen - maar des nachts aanhoorde hij de eeuwige keer der golven, 't waaien van de wind en was niet eenzaam meer.
Met elke morgen als zich 't licht verdiepte tot een gloeiend rood, duwde hij van het hellend strand zijn opgetrokken, kleine boot en koos het water, maar éénmaal des avonds kerend van zijn tocht voorbij de verste horizon, vond hij niet wat hij zocht. Alleen wat drijvend hout en ook een jammerlijk-verdronken dier, zwermende vogels, over 't graf hun krijsen en hun hees getier. Hij werd weerom - zo zegt 't verhaal - een ziel die zwierf van kust naar kust, een mens ten dode toe vermoeid, vervreemd van vrede en rust.
Maar welke vloed - en dan waarom? - verzwolg dit zo beminde land, verloren onder hemelen hoog, besloten tussen 't witte strand, een bloeiend eiland waar het hart moeizaam genas van d'oude waan, een tuin waar veilig en vertrouwd het leven is gegaan?
Jan Campert (15 augustus 1902 - 12 januari 1943)
Zie voor nog meer schrijvers van de 15e augustus ook mijn vorige twee blogs van vandaag.
|