De Oostenrijkse dichter en schrijver Hugo von Hofmannsthal werd geboren op 1 februari 1874 in Wenen. Zie ook alle tags voor Hugo von Hofmannsthal op dit blog.
Für mich ... Ghasel
Das längst Gewohnte, das alltäglich Gleiche, Mein Auge adelt mirs zum Zauberreiche: Es singt der Sturm sein grollend‘ Lied für mich, Für mich erglüht die Rose, rauscht die Eiche. Die Sonne spielt auf goldnem Frauenhaar Für mich – und Mondlicht auf dem stillen Teiche. Die Seele les ich aus dem stummen Blick, Und zu mir spricht die Stirn, die schweigend bleiche. Zum Traume sag ich: »Bleib bei mir, sei wahr!« Und zu der Wirklichkeit: »Sei Traum, entweiche!« Das Wort, das Andern Scheidemünze ist, Mir ists der Bilderquell, der flimmernd reiche. Was ich erkenne, ist mein Eigentum, Und lieblich locket, was ich nicht erreiche. Der Rausch ist süß, den Geistertrank entflammt, Und süß ist die Erschlaffung auch, die weiche. So tiefe Welten tun sich oft mir auf, Daß ich drein glanzgeblendet, zögernd schleiche, Und einen goldnen Reigen schlingt um mich Das längst Gewohnte, das alltäglich Gleiche.
Frage
Merkst du denn nicht, wie meine Lippen beben? Kannst du nicht lesen diese bleichen Züge, Nicht fühlen, daß mein Lächeln Qual und Lüge, Wenn meine Blicke forschend dich umschweben?
Sehnst du dich nicht nach einem Hauch von Leben, Nach einem heißen Arm, dich fortzutragen Aus diesem Sumpf von öden, leeren Tagen, Um den die bleichen, irren Lichter weben?
So las ich falsch in deinem Aug, dem tiefen? Kein heimlich‘ Sehnen sah ich heiß dort funkeln? Es birgt zu deiner Seele keine Pforte
Dein feuchter Blick? Die Wünsche, die dort schliefen, Wie stille Rosen in der Flut, der dunkeln, Sind, wie dein Plaudern: seellos ... Worte, Worte?
»Sunt animae rerum« Thomas von Aquino
Ein gutes Wort mußt du im Herzen tragen, Und seinen Wert enthüllt dir eine Stunde: Stets dringt dein Aug nicht nach des Meeres Grunde, An trüben tiefer als an hellen Tagen.
Zuweilen gibt ein lichter Blick dir Kunde Von Herzen, die in toten Dingen schlagen, Und wenn du nur verstehest recht zu fragen, Erfährst du manches auch aus stummem Munde.
Drum flieh aus deinem Selbst, dem starren, kalten, Des Weltalls Seele dafür einzutauschen, Laß dir des Lebens wogende Gewalten,
Genuß und Qualen, durch die Seele rauschen, Und kannst du eine Melodie erlauschen, So strebe, ihren Nachhall festzuhalten!
Hugo von Hofmannsthal (1 februari 1874 – 15 juli 1929) In 1906
De Vlaamse dichter en performer Stijn Vranken werd geboren in Leuven op 1 februari 1974. Zie ook alle tags voor Stijn Vranken op dit blog.
Ik ken je land
Hier lig ik weer, aan de rand van mezelf, dicht en dringend tegen je aan.
Ik ken je bressen als mijn broekzak, ik weet waar je linies liggen en waar ze lekken, ik weet wanneer je bodem brandt en hoe en waarom, ik ken het knielen, het breken, het scheuren, de scherven, de schoonheid zelfs van het er samen sterven, als oude vijanden, hand in hand.
Ik ken je land, liefste, ik heb het zo vaak ten voeten uit veroverd. En toch,
toch lig ik hier weer heen en weer aan de rand van mezelf, dicht en dringend tegen je aan.
Huwelijksaanzoek 4
Geef me je kruis en nagel me vast in jouw illusie van wat ik ben, nagel me diep in jou te pletter
tot ik voorgoed aan je hang als een verroeste held, stervend, levenslang.
Ik weet, het is niet alles maar dit niets draagt zo zwaar alleen.
Stijn Vranken (Leuven, 1 februari 1974)
De Spaanse schrijver, humanist en econoom Jose Luis Sampedro Sáez werd geboren op 1 februari 1917 in Barcelona. Zie ook alle tags voor José Luis Sampredo op dit blog.
Uit: The Old Mermaid (Vertaald door Brendan Riley)
“Coming down along one of these streets, the one that descends from the hill crowned by the exalted temple of Serapis, is a rider mounted on an ass whose height and lustrous coat reflect the quality of his personage: a mature man with a clear complexion, small shrewd eyes, and slender lips. From time to time, he checks the correct position of his black wig. One slave opens the way for his mount and another walks at his side, carrying his lord’s staff and sandals; three porters follow behind with bundles of goods acquired in the market. The rider’s smile indicates pleasant thoughts. Certainly, the words heard in the temple could not have been more promising, dispelling his fears that the new Father of the Mysteries might not grant him the same protection as his recently deceased predecessor. The priestly community thinks in the long term and has not altered its expected plans in defense of the divine interests; nor has it forgotten the services rendered by the rider ever since he was a young scribe in the temple. “Be patient, my son” the Father has said, “time labors for Heaven. The sacrilegious plundering of the lands of Tanuris, perpetrated by the emperor Caracalla forty-two years ago, will be corrected with your help. Serapis will recover that property and you will no longer be solely the majordomo of your impious patron, but the administrator for life of that estate in the name of the temple.” The rider will command in Tanuris. He will eventually build for himself, on the hilltop overlooking the canal, a tomb with a beautiful sarcophagus, one worthy of a scribe born of the priestly caste, where he will live on in the world of Osiris. His mind delights in contemplating the means necessary for hastening the recovery process, and he does not omit the possibilities of his daughter Yazila who, though barely ten years old, already promises to become a maiden of highly desirable charms. If he manages to get the young master to notice her…!“
José Luis Sampredo (1 februari 1917 – 8 april 2013)
De Nederlandse schrijver Frits Bernard Hotz werd geboren op 1 februari 1922 in Leiden. Zie ook alle tags voor F. B. Hotz op dit blog.
Uit: De voordracht
“Een jaar later, na haar dood, vond ik moeders agenda van het jaar '75. Ik bladerde erin en zocht naar die eerste zondag in mei. Daar stond genoteerd in haar duidelijk handschrift: 'Slechte nacht. Twee tabletten genomen. Veel pijn. Bijna de hele dag in bed. Alleen 's middags op, toen de kinderen er waren. Nog voorgelezen. Heb de r nu onder de knie. 's Avonds eenzaam. Alleen tv. Morgen massage, gelukkig.' Ik legde het in bruin imitatieleer gebonden boekje snel terug, maar met de voorzichtigheid van schaamte en respect.”
F. B. Hotz (1 februari 1922 – 5 december 2000)
De Nederlandse schrijver, journalist en columnist Toine Heijmans werd geboren in Nijmegen op 1 februari 1969. Zie ook alle tags voor Toine Heijmans op dit blog.
Uit:Pristina
“Het had hem een kleine prestatiebeloning opgeleverd. Een half maandsalaris, een bonus van niks, maar het ging hem niet om het bedrag dat anoniem op een van zijn rekeningen was gestort, en dat hij nergens aan uitgaf, het ging erom dat ze hem van waarde achtten. Elk mens, ook hij, wil weten dat zijn bestaan zinnig is. En de komende dagen zou hij dat opnieuw bewijzen. Toen de scheepshoorn van de veerboot een lange stoot gaf stond hij op, stopte het dossier in zijn koffer en sloot hem af met het cijferslot waarvan hij elke week de code wijzigde. Hij deed de koffiebeker in een prullenbak en trok zijn jas aan, een wollen marineblauwe deckjacket die hij openliet. Het was nog warm genoeg. Ging tussen de andere passagiers staan op de verzamelplaats. Hij was groter dan zij , en opvallender vanwege de nette jas en zijn nette pantalon die er gesteven onderuit stak, maar niemand keek hem. aan en niemand vroeg hem wat. Ze observeerden hem alleen, zoals politieagenten hun verdachten observeren, schijnbaar achteloos, en wisten genoeg. Hij voelde hoe de veerboot tegen de meerpalen landde en even schudde als een dier dat heeft gezwommen, een beweging die vertraagd werd overgenomen door hemzelf en door de mensen om hem heen. De vrouw naast hem raakte kort zijn hand. Ze waren allemaal passagiers en het wachten voor de stalen deur die elk moment open zou gaan, hield ze bijeen. Daarna waren ze weer op zichzelf aangewezen. De man leunde kalm op het uitgeschoven handvat van zijn rolkoffer, een Rimowa, gemaakt in Duitsland van soepele kunststof golfplaat. Vijf jaar garantie, daar had hij hem op uitgezocht. De afgelopen vijfjaar had hij met zijn koffer een hoop meegemaakt, maar de Rimowa was net als hijzelf smetteloos gebleven. De stickers die ze erop plakten trok hij er na elke reis voorzichtig af; alleen toeristen laten die stickers zitten. Goedkope nagellakremover, dat werkte het beste, en daarna poetsen met afwasmiddel en een zachte doek.”
Toine Heijmans (Nijmegen, 1 februari 1969)
De Duitse schrijver Dieter Kühn werd geboren op 1 februari 1935 in Keulen. Zie ook alle tags voor Dieter Kühn op dit blog.
Uit: Familiengeschichte, gesprengt (Das Magische Auge)
„Dezemberhimmel im Wintermärz 1987, dem kältesten seit mehreren Jahren, Jahrzehnten. Nach elf Tagen Frost wieder Schneefall: Aus gleichförmigem Grau wird unablässig Schnee herangeblasen, fast waagrecht wirbeln Flocken durch das Waldgrundstück am Hang, weißen Baum um Baum an der Südwestborke ein. Niemand könnte nun ans Eifelhaus heran fahren, ich werde eingeschneit. Schnee, Wind, Schnee und Wind. Die beiden Militärhubschrauber, die noch am Vortag das Gebiet akustisch weitflächig besetzten, sie werden nicht starten. Die Kampfjets, »Tornados« vor allem, werden nicht in Steinwurfhöhe über das Dach hinwegtosen, in der Tiefflugschneise. Es wird still bleiben, fast totenstill. Aber dann, die Schneeisolierung durchbrechend, ein Anruf aus Köln: Auflösung des Haushalts von Tante M., bitte kommen, die Bilder, das Silberbesteck abholen. Jähe Konfrontation mit Familiengeschichte. Jedoch mit einer Vorgeschichte. Anfang der achtziger Jahre fuhr ich mit meinem Vater nach Rheydt (heute eingemeindet von Mönchengladbach), und wir gingen zum Haus seiner Eltern. Eine früher repräsentative Villa der Gründerzeit, das Fassadendekor halb Klassizismus, halb Jugendstil. Dieses Haus war mittlerweile grüngrau und blind geworden, umgeben von Schutt und Müll. In den Tür und Fensteröffnungen Bretterverschläge, die aufklafften nach langer Einwirkung von Sonne und Regen; so war Einblick möglich ins Treppenhaus.“
Dieter Kühn (Keulen,1 februari 1935)
De Duitse dichter en schrijver Günter Eich werd geboren op 1 februari 1907 in Lebus an der Oder. Zie ook alle tags voor Günter Eich op dit blog.
Tage mit Hähern
Der Häher wirft mir die blaue Feder nicht zu.
In die Morgendämmerung kollern die Eicheln seiner Schreie. Ein bitteres Mehl, die Speise des ganzen Tags.
Hinter dem roten Laub hackt er mit hartem Schnabel tagsüber die Nacht aus Ästen und Baumfrüchten, ein Tuch, das er über mich zieht.
Sein Flug gleicht dem Herzschlag. Wo schläft er aber und wem gleicht sein Schlaf? Ungesehen liegt in der Finsternis die Feder vor meinem Schuh.
Weg zum Bahnhof
Noch schweigt die Fabrik, verödet im Mondschein. Das Frösteln des Morgens wollt ich gewohnt sein!
Rechts in der Jacke die Kaffeeflasche, die frierende Hand in der Hosentasche,
so ging ich halb schlafend zum Sechsuhrzug, mich griffe kein Trauern, ich war mir genug.
Nun aber rührt der warme Hauch aus den Bäckerein mein Herz wie eine Zärtlichkeit und ich kann nicht gelassen sein.
Günter Eich (1 februari 1907 - 20 december 1972)
Zie voor nog meer schrijvers van de 1e februari ook mijn blog van 1 februari 2015 deel 2.
|