De Italiaans filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook mijn blog van 5 maart 2007 en ook mijn blog van 5 maart 2008.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Song of the Church Bells
When evening dips inside water fountains my town disappears among muted hues.
From far away I remember frogs croaking, the moonlight, the cricket's sad cries.
The fields devour the Vespers' church bells but I am dead to the sound of those bells.
Stranger, don't fear my tender return across mountains, I am the spirit of love
coming back home from faraway shores.
Mystery
Daring to lift my eyes towards the dry treetops, I don't see God, but his light is immensely shining.
Of all the things I know my heart feels only this: I'm young, alive, alone, my body consuming itself.
I briefly rest in the tall grasses of a river bank, under bare trees, then move along beneath clouds to live out my young days.
I'm Glad
In the roughness of Saturday night I'm glad to watch people outside laughing in the open air.
My heart also is made of air my eyes reflect the joy of the people and in my hair shines Saturday night.
Young man, I'm glad with my miserly Saturday night, I'm happy with people I am alive, I am happy with the air.
I am used to the evil of Saturday night.
Vertaald door Adeodato Piazza Nicolai
Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 2 november 1975)
De Britse schrijver Danny King werd geboren op 5 maart 1969 in Slough, Berkshire. Hij bezocht de Yateley School, maar verliet die toen hij zestien was zonder diploma. Daarna werkte hij een tijd lang in de bouw. In 1991 volgde hij een toelatingscursus voor Farnborough College of Technology, Daarna kon hij journalistiek studeren aan The London College of Printing. Tussen 1993 en 2002 werkte hij voor verschillende tijdschriften. In de late jaren tachtig werd hij een paar keer gearresteerd wegens inbraak en autodiefstal. Naar aanleiding van de veroordelingen hiervoor besloot hij naar eigen zeggen om weer te gaan studeren.
Uit: The Burglar Diaries
Fred sees red 'What?' says Ollie, shining the torch in my face for the umpteenth fucking time. 'Get the instructions.' 'What instructions?' 'For the video.'
Ollie swishes the torchlight around the room a couple of times as I struggle to disconnect the cables out the back of the machine, before bringing it back to rest in my face.
'Why?'
'Electric told me to get 'em while we was here.'
'Where are they?'
What a great question. Like I'd know any better than he would. Ollie's like that though, king of the stupid question. Ain't no question too pointless for him to ask. It's the same all the time, whenever we go anywhere together for the first time he becomes a real 'where's the bogs' or 'how much further is it' merchant. One time after I had a medical and I was telling him about it, he even asked me what blood type group he was. My standard answer to all of these questions, over the years, has invariably been 'How the fuck should I know?' You would have thought he'd got the message by now.
Danny King (Slough, 5 maart 1969)
De Nederlandse schrijver Arthur van Schendel werd geboren op 5 maart 1874 in Batavia. Zie ook mijn blog van 5 maart 2007 en ook mijn blog van 5 maart 2008.
Uit: De Waterman
Aan de Merwede buiten Gorcum dwaalde op een dag van den winter een jongen over de uiterwaard. Het roode zonlicht scheen door den nevel op het water toen hij stilstond, verbaasd dat hij zoo dicht voor den oever was gekomen. Hij strekte de handen uit om te grijpen, de eend schoot weg en liep met slepende vlerk terug over de slib en het gras en hij struikelde, maar sprong op om het dier te achterhalen. Opeens zag hij het niet meer. En bukkend over plassen en brokken klei zocht hij den grond af tusschen den dijk en het water, tot hij gekwaak hoorde ver weg en den stapel rijshout ontwaarde bij de bocht van den dijk. Hij wist dat hij zoo ver niet gaan mocht, hij merkte ook dat het al avond werd. Terwijl hij ging dacht hij aan het roode gezicht van zijn vader en aan den stok, hij lette niet op de modder en hij vergat pas dat het een kwade Zaterdag zou zijn toen hij voor het rijshout stond. Lang was hij daar bezig aan den stapel, hooger dan hij reiken kon, roekeloos de takken uiteen rukkende zoodat zij rondom vielen, tot hij ten leste aan den kant van de glooiing in een spleet de vederen aanraakte, maar zij ontglipten hem weer. Toen hij rondkeek zag hij dat de schemerige mist zoo dik was geworden dat hij de rivier niet meer onderscheiden kon. Achter hem naar de stad ging de schim van den dijk uit zicht en anders was alles grauw. Hij keerde zich om, hij schrok en dook laag achter het hout.
Voor hem lag een lange plas, iets lichter dan de grond, en daarboven voor de schans op den dijk stond een gestalte, zonder beweging, een douaneman met een steek, de handen rustend op het geweer. Alleen het hoofd wendde soms van den kant van de rivier naar den stapel hout, soms naar achteren en soms naar den kant van Schelluinen. De jongen voelde zijn handen en voeten stijf van de kou. En hij hoorde geluiden, van water dat sijpelde of zoog, van een voet uit de modder, een takje dat kraakte.
Arthur van Schendel (5 maart 1874 11 september 1946)
Portret door Jan Toorop
De Nederlandse schrijver, columnist en dichter Koos van Zomeren werd geboren in Velp op 5 maart 1946. Zie ook mijn blog van 5 maart 2007 en ook mijn blog van 5 maart 2008.
Uit: Een verdrietige gier
De blik van een sperwer op een boomtak in de bosrand, Gronsveld.
Twee vrouwen liepen onder hem door. Ze waren te druk in gesprek om naar boven te kijken. De sperwer bleef zitten.
Ikzelf stond helemaal aan de andere kant van een bolle akker. Ik zag hem met mijn Leitz Trinovid 10x40B. Hij zag mij met het blote oog. Hij aarzelde geen seconde. Hij wipte op en vloog weg.
Dieren vinden het niet prettig om gezien te worden. Je wordt gezien, je wordt gegrepen, zo gaat het in de natuur maar al te vaak. En dan die ogen van een verrekijker, zo groot, zo hol en koud.
De blik van een steenuiltje in een knotwilg aan de dijk, Driel.
Het steenuiltje heeft zich in de nachtploeg laten indelen om overdag lekker in het zonnetje te kunnen zitten. Ogen dicht. Doet hij ze open, dan zie je het felst denkbare geel, een geel dat hem in combinatie met een suggestie van gefronste wenkbrauwen een strenge gelaatsuitdrakking geeft.
En hij ziet jou, je kijker.
Wat? Staat daar iemand naar mij te kijken? Ongeloof aan de ene, verontwaardiging aan de andere kant.
Zijn emoties spreken overigens niet alleen uit de ogen, hij toont ze ook, nogal overdreven, met geschokte bewegingen vankop en lijf. Acteren zonder misverstand, Ko van Dijk in zakformaat.
Koos van Zomeren (Velp, 5 maart 1946)
De Indiaans-Amerikaanse schrijfster Leslie Marmon Silko werd geboren op 5 maart 1948 in Albuquerque, New Mexico. Zie ook mijn blog van 5 maart 2007 en ook mijn blog van 5 maart 2008.
Uit: Storyteller
Saturday morning I was walking past Nora's house and she was standing outside building a fire in her oven. I stopped to say hello and we were talking and she said her grandchildren had brought home a library book that had my "Laguna Coyote" poem in it.
"We all enjoyed it so much, but I was telling the children the way my grandpa used to tell it is longer."
"Yes, that's the trouble with writing," I said, "You can't go on and on the way we do when we tell stories around here.
People who aren't used to it get tired."
Leslie Marmon Silko (Albuquerque, 5 maart 1948)
|