De Duitse dichter en schrijver Richard Anders werd geboren op 25 april 1928 in Ortelsburg, tegenwoordig Szczytno, Polen. Zie ook mijn blog van 25 april 2007 en ook mijn blog van 25 april 2008.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Aus der Traum
Leere Mauern
falsche Spiegel
graue Tränen
Man versucht mit den Flügeln
der Statuen zu fliegen
aber der Wind kommt nicht
schläft irgendwo faul
Bevor sie diese trostlose
Gegend erreicht haben
stürzen Wolken vom Himmel
Ihre unförmigen Trümmer
liegen auf den Plätzen umher
Die Pendeluhren haben Ausgangssperre
Sprache
Hommage á André Breton
Aus grünem Schnee äugt der Salpetervogel
und seine Garderobe
leuchtet wie alle sieben vergoldeten Samen
auf ihren Kerzen unter der Nacht
Im gänzlich erblindeten Wind
segelte Sprache
Korvette auf blauer Zunge
die Taub aus den Felsen hing
Richard Anders (Ortelsburg, 25 april 1928)
De Spaanse schrijver Leopoldo Alas (eig. Leopoldo Enrique García Alas y Ureña) werd geboren op 25 april 1852 in Zamora. In 1869 schreef hij zich in aan de rechtenfaculteit van de universiteit van Oviedo en drie jaar later haalde hij er zijn diploma. Zijn literaire en vooral journalistieke drang deden hem in 1871 besluiten naar Madrid te verhuizen om daar te doctoreren en tezelfdertijd letteren te studeren. Het Madrileense dagblad El solfeo gaf hem zijn eerste kans als journalist en verhalenschrijver en op 11 april 1875 verscheen voor het eerst een artikel van hem onder het pseudoniem Clarín. Het jaar daarop publiceerde hij zijn eerste verhaal, Estilicón. Het jaar 1884 was een beslissend jaar voor Alas, zowel op professioneel als op persoonlijk vlak: hij begon La Regenta te schrijven en zijn eerste zoon werd geboren. Deze laatste gebeurtenis compenseerde het verdriet voor de dood van zijn vader even daarna. Het jaar daarop publiceerde hij twee volumes van zijn grote roman. In 1893 verscheen zijn eerste collectie verhalen, El Señor y los demás son cuentos, en in 1895 ging zijn drama Teresa in première in het Teatro Español in Madrid.
Uit: Socrates' Rooster (El gallo de Sócrates)
After closing his masters eyes and mouth Crito left the rest of the disciples around the dead body and left the jail, prepared to make good, as soon as possible, on the last errand that Socrates had given him. Maybe it was in jest, but doubting whether it was in earnest or not, he interpreted it literally,
For upon dying and showing his disciples the sad, vulgar spectacle of his death, Socrates had said:
Crito, we owe rooster to Esculapius, dont forget to pay this debt, and he spoke no more, these being his last words.
That request was sacred for Crito. He didnt wish to analyze it, didnt wish to examine if it were more realistic that Socrates has only told a slightly ironic joke. Or if it were the last will of his master, his last desire. Hadnt Socrates, contrary to Antitus and Melitus calumny, always been respectful toward the popular cult and the official religion? Of he course he gave myths (which Crito didnt refer to in this way, of course) a symbolic, philosophical as well as a very sublime and idealistic interpretation but, amidst his poetic and transcendental paraphrases, he still respected the faith of the Greeks including the positive religion and state cult.
A beautiful episode from his last speech demonstrated this well (Crito noted that sometimes Socrates, in spite of his philosophical system of questions and answers, he would forget about his listeners and speak at length in a very flowery manner). He had depicted the marvels of the other world with topographic detail which contained more traditional imagination than rigorous dialectic and austere philosophy. And Socrates hadnt said he didnt believe in all that. Although, neither did he affirm the reality of what he described with the absolute certitude of a fanatic.
Leopoldo Alas (25 april 1852 13 juni 1901)
De Duitse dichter en schrijver Julius Waldemar Grosse werd geboren op 25 april 1828 in Erfurt.Vanaf 1849 studeerde hij rechten in Halle. In 1851 werden zijn eerste stukken opgevoerd en die hadden zon succes dat hij met de studie besloot te stoppen. In 1852 trok hij naar München, waar hij een tijdje schilderkunst studeerde. Samen met Paul Heyse richtte hij in 1854 de schrijversgroep "Die Krokodile" op. Van 1855 tot 1861 was hijn theatercriticus bij de Neue Münchner Zeitung. Vanaf 1869 leefde hij afwisselend in Dresden en Weimar, waar hij secretaris-generaal van de Schillerstiftung was.
Sehnsucht, auf den Knien...
Sehnsucht, auf den Knien
Schautest du himmelwärts
Einzelne Wolken ziehen,
Kommen und entfliehen,
Ewig hofft das Herz.
Liebe himmlisch Wallen
Goldener Jugendzeit
Einzelne Strahlen fallen
Wie durch Pfeilerhallen
In das Leben weit.
Einsam in alten Tagen
Lächelt Erinnerung;
Einzelne Wellen schlagen
Rauschen herauf wie Sagen:
Herz, auch du warst jung!
Lebensüberfluß
Rauschende Bäche quellenden Lebens,
Tönet wie Lieder in meine Ruh!
Sehet, erfüllt ist's: nimmer vergebens
Schau' ich in Sehnsucht den Wellen zu.
Draußen in sommerdämmernder Laube
Wiegt die holde Geliebte mein Kind,
Hoch an dem Dache reift mir die Traube,
Goldne Fäden die Parze spinnt.
Schwellende Segel auf ruhigen Wogen
Bringen mir Gäste, Früchte und Fracht;
Meine Auen sind bienenumflogen,
Nachtigallen singen bei Nacht.
Rauschende Bäche quellenden Lebens,
Spült ihr mich fort einst in Wogenschaum,
Singen dann will ich: nicht vergebens
Hab' ich geträumt den irdischen Traum!
Julius Grosse (25 april 1828 9 mei 1902)
Erfurt (Geen portret beschikbaar)
De Duitse dichter en schrijver Sigmund von Birken werd geboren op 25 april 1626 in Wildstein nabij Eger. Hij was de enig echt vrije schrijver uit de tijd van de Barok. In 1645 werd hij benoemd tot opvoeder van de prinsen aan het hof van hertog August d. J. von Braunschweig-Lüneburg. In 1646 verliet hij het hof al weer om door het noorden van Duitsland te trekken. Vanaf 1662 blies hij de literaire vereniging Der Pegnesische Blumenorden in Neurenberg weer nieuw leven in die na het overlijden van de oprichter Harsdörffer inactief geworden was. Hij vergrootte het aanzien van de orde en daarmee het belang van de literauur.
Leben Tod, Tod Leben
Nur ein Tod ist dieses Leben,
Nichts als eine Grabesbahn.
Wann zu leben wir anheben,
Fahen wir zu sterben an.
Unser Tod ist jede Noth,
Die uns wünschen macht den Tod.
Von des Leibes Knochenwagen
Wird die Seele fortgetragen.
Tod, du giebst das rechte Leben,
Dies hier ist der wahre Tod.
Himmelauf, dahin wir streben,
Holst du uns, du lieber Both'!
Den du führest bald zur Ruh',
Dessen bester Freund bist du.
Schneller Tod ist kein Verderben,
Gottgeliebte fertig sterben.
Christen wie der Phönix sterben,
Werden lebend in dem Grab.
Wer im Sternenhaus will erben,
Muß die Erde legen ab.
Wann die Sonne eilt der Ruh'
In den Wintertagen zu,
Sie läßt nach dem Untergehen
In der andern Welt sich sehen.
Jesus hier mit seinen Lieben
Aus dem todten Leben eilt,
Und mit ihnen, ohn' Verschieben,
Seine Himmelsfreude theilt.
Fahre, spricht er, hin, mein Boot!
Führ' mir diese aus dem Tod!
Laßt den todten Leib verderben!
Hört er doch nur auf zu sterben.
Sigmund von Birken (25 april 1626 21 juni 1681)
Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 25 april 2008.
De Tsjechische dichter en vertaler Jindřich Hořejí werd geboren op 25 april 1886 in Praag.
|