De Poolse schrijver en journalist Henryk Adam Aleksander Pius Oszyk-Sienkiewicz werd geboren in Wola Okrzejska op 5 mei 1846. Zie ook mijn blog van 5 mei 2007 en ook mijn blog van 5 mei 2008.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Quo Vadis? (Vertaald door Paul Seliger)
Petronius erwachte erst gegen Mittag und zwar wie gewöhnlich noch sehr ermüdet. Am Tage zuvor war er bei Nero zu einem Gastmahle eingeladen gewesen, das sich bis spät in die Nacht hineingezogen hatte. Seit einiger Zeit fing seine Gesundheit an zu leiden. Er selbst klagte darüber, daß er am Morgen stets wie an allen Gliedern zerschlagen aufwache und nicht imstande sei, seine Gedanken zu sammeln. Aber das Morgenbad und die damit verbundene sorgfältige Massage durch seine darin geschulten Sklaven brachten dann allmählich sein träges Blut wieder in Bewegung, erfrischten, belebten ihn und erfüllten ihn mit neuer Kraft, so daß er aus dem Salbzimmer, der letzten Abteilung des Bades, wie neuerstanden heraustrat, mit Augen, die von Geist und Heiterkeit strahlten, verjüngt, voller Leben, in rosiger Laune und in so vornehmer, tadelloser Haltung, daß sich selbst Otho nicht mit ihm vergleichen konnte: kurz, wirklich als »arbiter elegantiarum,« als oberster Richter in Sachen des feinen Geschmacks, wie man ihn nannte.
In den öffentlichen Bädern verkehrte er selten und nur dann, wenn ein berühmter Rhetor, von dem man in der ganzen Stadt sprach, auftrat oder wenn aus Anlaß einer Ephebenfeier besonders aufregende Ringkämpfe zu erwarten waren. Er besaß in seiner Villa, »Insula,« eigene Bäder, welche ihm Celer, der berühmte Fachgenosse des Severus, erweitert, umgebaut und mit so erlesenem Geschmacke eingerichtet hatte, daß selbst Nero ihnen den Vorzug vor den kaiserlichen Bädern einräumte, obgleich diese letzteren ausgedehnter und mit ungleich größerem Prunk ausgestattet waren.
Henryk Sienkiewicz (5 mei 1846 - 15 november 1916)
Portret door Olga Boznańska
De Engelse dichter Richard Watson Dixon werd geboren in Islington op 5 mei 1833 Warkworth. Dixon werd opgeleid aan de King Edward's School in Birmingham en Pembroke College in Oxford. Hij raakte betrokken bij de fameuze 'Birmingham Group', waarvan ook William Morris, Edward Burne-Jones, Gerard Manley Hopkins en Robert Bridges deel uitmaakten. Als geestelijke was Dixon vele jaren kanunnik van Carlisle. Hij was de auteur van The History of the Church of England from the Abolition of Roman Jursidiction. dat verscheen in zes delen tussen 1878 en 1902. Hij publiceerde diverse dichtbundels. Zijn beste werk is verzameld in Poems: A Selection, with a Memoir (1909), geredigeerd door Robert Bridges.
Love's Consolation
All who have loved, be sure of this from me,
That to have touched one little ripple free
Of golden hair, or held a little hand
Very long since, is better than to stand
Rolled up in vestures stiff with golden thread,
Upon a throne o'er many a bowing head
Of adulators; yea, and to have seen
Thy lady walking in a garden green,
'Mid apple blossoms and green twisted boughs,
Along the golden gravel path, to house
Herself, where thou art watching far below,
Deep in thy bower impervious, even though
Thou never give her kisses after that,
Is sweeter than to never break the flat
Of thy soul's rising, like a river tide
That never foams; yea, if thy lady chide
Cruelly thy service, and indeed becomes
A wretch, whose false eyes haunt thee in all rooms,
'Tis better so, than never to have been
An hour in love; than never to have seen
Thine own heart's worthiness to shrink and shake,
Like silver quick, all for thy lady's sake,
Weighty with truth, with gentleness as bright.
Richard Watson Dixon (5 mei 1833 - 23 januari 1900)
Onafhankelijk van geboortedata:
De Romeinse dichter Gaius Valerius Catullus werd geboren in 87 v. Chr, in Sirmione bij Verona. Catullus was de eerste grote Latijnse lyricus. Als een van de invloedrijkste dichters van de 1e eeuw voor Christus uit de Ciceroniaanse periode schreef hij ongeveer 116 gedichten (totaal circa 2300 verzen). Over het leven van Catullus is weinig met zekerheid bekend. In Sirmione, dat hij in zijn gedichten bezong, kan men nu nog de Villa di Catullo bezoeken. Catullus behoorde tot een gegoede familie, zodat hij naar Rome kon trekken om er zijn studies te voltooien. Daar sloot hij zich aan bij de nieuwe 'experimentele' richting van de poetae novi of neoteroi: een groep opkomende dichters die geïnspireerd waren door de Alexandrijnse dichters en niets moesten weten van de oubollige, al te ernstige Oud-Latijnse poëzie. Catullus noemde zichzelf dan ook een poeta novus (nieuwe dichter). Hij was alleszins de meest getalenteerde uit deze literaire kring. In Rome genoot Catullus als rijke bon-vivant met volle teugen van het leven. Zo werd hij hopeloos verliefd op Clodia, de frivole echtgenote van Quintus Metellus Celer (stadhouder van Gallia Cisalpina), en een zuster van de beruchte demagoog en tribunus plebis Clodius. Deze weinig eerbare dame zou weldra het leven van de jonge dichter domineren en zelfs verwoesten.
Zij was vermoedelijk Catullus' voornaamste inspiratiebron voor zijn liefdesgedichten, waarin hij haar met een schuilnaam Lesbia noemt als hulde aan de dichteres Sappho van het Griekse eiland Lesbos. In de gedichten beschreef hij alle fasen van hun wispelturige relatie: de eerste verliefdheid, de liefde en de nasleep. Catullus' bekendste gedichten, Odi et Amo en Ille mi par esse deo videtur, horen bij deze groep gedichten. De relatie kende ups en downs, en eindigde in het jaar 58 voor Christus. Catullus overleed op jonge leeftijd, tussen 54 en 47 v.Chr. Het is niet duidelijk wat de doodsoorzaak was.
Carmen 7
Vraag je, Lesbia, hoeveel kussen van jou voor mij,
zouden er genoeg en meer dan genoeg zijn?
Zo veel als 't grote aantal van Libyssische zandkorrels
dat ligt in 't lasarpicium voortbrengend Cyrene
tussen 't in hitte gelegen orakel van Juppiter en
't heilige graf van de oude Battus;
of als de vele sterren die, terwijl de nacht zwijgt,
de buitenechtelijke liefde van de mensen aanschouwen:
dat jij zoveel kussen kust,
is voldoende en meer dan voldoende voor gekke Catullus
opdat de nieuwsgierigen niet tellen
kunnen en opdat slechte tongen niet kunnen betoveren.
Vertaald door Rudy Negenborn
Catullus (87 v. C hr 54 v. Chr.)
De Vlaamse dichter Wouter Steyaert werd geboren in Gent in het jaar 1982. Hij studeert farmacie en biotechnologie. Hij publiceert poëzie in verschillende literaire tijdschriften (bijv. Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, Krakatau en Ballustrada). Zijn gedichten werden meermaals bekroond, onder andere in de Basiel de Craeneprijs en de Literaire Prijs van de stad Harelbeke. In 2007 won hij de HC-trofee schrijfwedstrijd. Wouter Steyaert heeft een eigen blog bij Skynet. (Zie link)
Engel
Staar naar de uitgebloeide windroos
op het hoofd van de bloedende hoos.
Klapper kruimels in mijn kruin en kruis
mijn armen, mijn vingers, mijn ogen,
verwissel de wind met het maanzaad.
Bespeel mijn natte vinger nog een keer
met je vloeibaar gemoed, je dartele
tanden en een gelaatsuitdrukking of
twee. Blaas met ingetogen teugen de
tellen uit mijn voltooid verstand, mijn
harmonische mond uit de orgelkamer.
Verveel je als een naakte, blauwe engel
op een steen, kleiner dan een kooi, gooi
geblinddoekt een paar tamme gedachten
in je fantasie en week me van je af
snaar na snaar, als een perfectionist.
Wouter Steyaert (Gent, 1982)
Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 5 mei 2008. De Duitse dichter Christian Friedrich Scherenberg werd geboren op 5 mei 1798 in Stettin.
|