De Nederlandse schrijver en onderwijzer Theo Thijssen werd geboren in Amsterdam op 16 juni 1879. Zie ook mijn blog van 16 juni 2007. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Schoolland
Hij greep het krijt al en begon aan de som. Achter zn rug wenkte ik vol verstandhouding mn klas toe, dat ze zich stil moesten houden; en ik wist, ze hoopten t zelfde als ik: dat de jongen het nulletje zou vergeten.
De gast werkte door; toen hij aan t gevaarlijke punt was gekomen, werd de klas hoorbaar onrustig, en hij hield op, en keek wantrouwig om.
Vooruit, maak em nou even áf, zei ik gemeen, om hem tot argeloos verder gaan te verleiden.
Maar k had het niet erg getroffen; want de jongen verijdelde de hele samenzwering, door kalm te zeggen: Ja... van meester Kraak moeten we nou zeggen: t gaat nul maal, hier zet ik die nul, en dan mag k weer een cijfer bij halen, en weer gewoon verder gaan. Zo doen wij altijd.
En hij bleef beleidvol met het krijtje in zn hand staan wachten, alsof-ie zeggen wou: En als jullie t hier anders willen, óók goed, maar dan doe ik niet mee; ik hou me aan mn eigen meester. Hij was zó trouwhartig-rustig, dat ik me werkelijk n beetje schaamde voor mn spekulatie.
Nou maar jij weet het precies, zo zijn wij t hier ook aan t leren, zie je, maak m maar even af.
De klas grinnikte me toe, en Joost de Haas vergat zich en maakte een familiaar gebaar tegen mij met zn hand onder aan zn kin: je hebt een strop! De gast maakte kalm het sommetje verder goed.
Hoe héét je? vroeg ik hem. Het was een merkwaardige jongen, want hij nam bedaard de borddoek, om even het krijt van zn vingers te vegen, met n zeker aplomb, of-ie zelf schoolmeester was.
Veen, antwoordde hij, en toen keek-ie naar de kaart in de hoek, alsof-ie te kennen wou geven: dáár kwam ik eigenlijk voor.
Ja, pak em maar, zei ik, zeg Veen, je moet n beetje stommer zien te worden, dat je zitten blijft, en hier in de klas komt, ik wil je wel hebben. Hij scheen in die vorm het kompliment wel te waarderen, want nu liet-ie eindelijk zn ernst schieten, en terwijl hij wegging met de kaart, zei hij lollig: Als-ik gek ben, eerder niet.
Theo Thijssen (16 juni 1879 - 23 december 1943)
Beeld van Theo Thijssen in de Amsterdamse Jordaan, gemaakt door Hans Bayens
De Engelse dichter John Cleveland werd geboren op 16 juni 1613 in Loughborough. Hij kreeg een opleiding in Cambridge waar hij lector voor rhetorica werd aan het St John's College. Hij was een tegenstander van Oliver Cromwell en verloor daardoor in 1645 zijn positie. In 1655 werd hij gevangengezet, maar Cromweel liet hem weer vrij. Zijn Poems werden gepubliceerd in 1656.
Epitaph on the Earl of Strafford
HERE lies wise and valiant dust
Huddled up 'twixt fit and just,
Strafford, who was hurried hence
'Twixt treason and convenience.
He spent his time here in a mist,
A Papist, yet a Calvinist;
His Prince's nearest joy and grief,
He had, yet wanted all relief;
The prop and ruin of the state;
The people's violent love and hate;
One in extremes loved and abhorred.
Riddles lie here, or in a word --
Here lies blood; and let it lie
Speechless still and never cry.
John Cleveland (16 juni 1613 29 april 1658)
De Italiaanse dichter en schrijver Giovanni Boccaccio werd geboren in Florence of Certaldoi in juni of juli 1313. Zie ook mijn blog van 16 juni 2007 en ook mijn blog van 16 juni 2008.
Uit: Das Dekameron (Vertaald door Karl Witte)
Es ziemt sich, ihr liebwerten Damen, ein jedes Ding, das der Mensch unternimmt, mit dem heiligen und wunderbaren Namen dessen zu beginnen, der alle Dinge geschaffen hat. Darum denke ich denn, der ich als erster bei unseren Erzählungen den Anfang machen soll, mit einer jener wunderbaren Fügungen zu beginnen, deren Kunde unser Vertrauen auf ihn als den Unwandelbaren bestärken und uns lehren wird, seinen Namen immerdar zu preisen. Es ist offenbar, daß die weltlichen Dinge insgesamt vergänglich und sterblich sowie nach innen und nach außen reich an Leiden, Qual und Mühe sind und unzähligen Gefahren unterliegen, welchen wir, die wir mitten unter ihnen leben und selbst ein Teil von ihnen sind, weder widerstehen noch uns ihrer erwehren könnten, wenn uns Gottes besondere Gnade nicht die nötige Kraft und Fürsorge verliehe. Was diese Gnade anbetrifft, so haben wir uns keineswegs einzubilden, daß sie um irgendeines Verdienstes willen, das wir hätten, über uns komme, vielmehr geht sie nur von seiner eigenen Huld aus und wird den Bitten derer gewährt, die einst wie wir sterblich waren, jetzt aber, weil sie während ihres Erdenwallens seinem Willen folgten, mit ihm im Himmel der ewigen Seligkeit teilhaftig sind. An sie, als an Fürsprecher, die unsere Schwäche und Gebrechlichkeit aus eigener Erfahrung kennen, richten wir vor allem jene Bitten, die wir vielleicht nicht wagten, unserem höchsten Richter gegenüber laut werden zu lassen.
Giovanni Boccaccio ( juni of juli 1313 - 21 december 1375)
Portret door Andrea Del Castagno, rond 1450
En als toegift bij een andere verjaardag:
Klassiek voor Arno
Ik heb een handdoek om mij heen geslagen die nog naar hem ruikt en zo is hij hier en heel dicht bij me, gunt me het plezier wat liefde van zijn geur liet, op te dragen.
Hij douchte zich en als om mij te plagen had hij de celdeur schijnbaar op een kier gezet. Nu luister ik naar een klavier- concert, om - Brahms - mijn hartslag te verlagen.
Niet dat zijn naakte lichaam in mij lust schiep ooit, of toch wel ooit, maar nooit voor lang en ofschoon geen hartstocht ons dat toch verbood,
maar met die innige, volmaakte rust, waarmee hij me kust, op mond kust en op wangen, raakt hij een leven, dieper dan de dood.
Frans Roumen, Uit: Elk woord van mij is zonde,
Uitgeverij Berend Immink, Nijmegen 1984)
De Nederlandse dichter en vertaler Frans Roumen (Wessem, 16 juni 1957) woont en werkt in Nijmegen. Zie ook mijn blog van 16 juni 2008. mijn blog van 16 juni 2007. en mijn blog van 16 juni 2006.
|