George Grard (1901-1984) wordt beschouwd als één van de grootste Belgische beeldhouwers. Hij leefde en werkte lange tijd in Sint-Idesbald. Daarom kiest het gemeentebestuur van Koksijde er bewust voor om een selectie van zijn werken te delen met het grote publiek – in en rond het nieuwe Kunstencentrum Ten Bogaerde. Maar ook en vooral omdat Grard (mee) aan de basis ligt van wat nu wordt omschreven als ‘de school van Sint-Idesbald’. Op 14-jarige leeftijd schrijft George Grard zich in aan de Doornikse Academie voor Schone Kunsten. Hij zou er les volgen tot in 1923. Na de eerste wereldoorlog legt hij zich definitief toe op het beeldhouwen, onder invloed van zijn leermeester Maurice De Korte.
De school van Sint-Idesbald: Tijdens het interbellum beslist kunstenaar George Grard om zich permanent te vestigen in Sint-Idesbald. In zijn vissershuisje ontplooit hij zich tot een gulle gastheer. Vaak komen gerenommeerde artiesten als Constant Permeke, Taf Wallet, Edgard Tytgat, Robert Giron, Paul en Luc Haesaerts over de vloer. Hier ontstond de school van Sint-Idesbald: een gemeenschappelijke manier van denken. Een levenswijze, een bepaalde houding in de kunst.
Ondanks het voorbehoud dat Grard zelf maakt, gaat de term ‘de school van Sint-Idesbald’ een eigen leven leiden. Maar van schoolvorming is er geen sprake, al heerst er wel een soort permanente vakantiesfeer waarin arbeid en spel op haast organische wijze door elkaar vervlochten zijn. Hoewel elk van hen dus in eerste instantie vooral met eigen werk bezig was, hoorde een stevige discussie tijdens een gezellig diner, een partijtje vogelpik of petanque tot een vast ritueel en gonst het ten huize Grard van artistieke activiteit.
Tijdens die periode komt ook George Grard zelf tot volle sculpturale ontplooiing en hij produceert er enkele van zijn meest bekende beeldhouwwerken waaronder ‘De Lente’ (1935) en ‘De Baadster’ (1938). Na WO II sluiten Eddy Van Vliet, Paul Delvaux en Pierre Caille zich als het ware aan. Ook Francine Van Mieghem komt in zijn leven. ‘De Waternimf’ (1947), ‘De Zee’ (1952), ‘De Afrikaanse’ (1957), ‘De Kwartel’ (1958) ontstonden in de naoorlogse periode. De jaren 70 brachten dan o.a. ‘De Gewrongen houding’ (1975) en ‘Vrouw die naar de zon kijkt’ (1978) voort.
Zijn beelden getuigen van een menselijke natuurlijkheid en worden gekenmerkt door een krachtige maar vloeiende lijn. De woning van George Grard zal gedurende al die jaren, tot aan zijn dood op 26 september 1983, de plaats zijn waar bekende kunstenaars elkaar ontmoeten.
De werken van George Grard horen tot de permanente tentoonstelling maar zijn enkel te bekijken tijdens de openingsuren van andere tentoonstellingen.
illustraties ADAGP -Paris 2016
|