Woningen met optimale energieprestaties zijn meer dan ooit een prioriteit. In de eerste plaats omdat, na een periode van relatieve rust, de prijzen voor stookolie en aardgas opnieuw in de lift zitten. Bovendien wordt op 1 januari 2021 een Europese Richtlijn van kracht die stipuleert dat nieuwe woningen bijna geen energie meer mogen verbruiken. Onder het thema ‘Green Building’ stelt BATIBOUW dan ook heel wat oplossingen voor waarmee we onze ecologische voetafdruk effectief kunnen verkleinen.
De Europese Richtlijn 2010/30/EU wordt in België officieel van kracht op 1 januari 2021. Vanaf dat moment moeten alle residentiële en tertiaire nieuwbouwprojecten beantwoorden aan de ‘Nearly Zero Energy Buildings’ (bijna energieneutrale gebouwen) norm, zoals die sinds 1 januari 2019 geldt voor openbare gebouwen. Zoals de naam al aangeeft, gaat het daarbij om gebouwen die een minimum aan energie verbruiken voor verwarming, koeling, warm water en ventilatie. Die bijzonder kleine hoeveelheid verbruikte energie moet in hoge mate worden gedekt door energie uit hernieuwbare bronnen: thermische en fotovoltaïsche zonnepanelen, warmtepompen…
Nieuwe normen verwacht tegen 1 januari 2021
De Vlaamse overheid vertaalde de Richtlijn in 2013 onder de benaming BEN (Bijna-EnergieNeutraal). Het Waalse Gewest hanteert sinds 2017 de QZEN (quasi-zéro énergie) norm. Hoewel aan een nieuwe Q-ZEN woning iets minder strenge eisen worden opgelegd dan aan een BEN woning, zijn de normen min of meer vergelijkbaar. In het Brussels Gewest geldt sinds 1 januari 2015 dan weer een versoepelde versie van de passiefnorm. Ongeacht de gebruikte benaming, zijn twee elementen in alle gevallen doorslaggevend: de bouwschil moet perfect geïsoleerd en afgedicht zijn én de geïnstalleerde systemen moeten hernieuwbare energie opwekken.
Hernieuwbare energie voldoet aan al onze behoeften
Bij beperkte energiebehoeften moet de kleine hoeveelheid energie die we toch nog nodig hebben geheel of gedeeltelijk ter plaatse worden opgewekt uit hernieuwbare bronnen. In die optiek kunnen verwarmingssystemen als warmtepompen, cogeneratie of biomassa helpen om onze behoeften aan fossiele energie of elektriciteit aanzienlijk te doen dalen.
Qua koeling, kunnen we gebruik maken van geocooling (de koude ontstaat door een rechtstreekse uitwisseling met de ondergrond, waardoor er in dat geval sprake is van ‘passieve klimaatregeling’), eventueel gekoppeld aan een omkeerbare warmtepomp indien geocooling niet voldoende comfort in huis oplevert.
Warm water kan via een zonneboiler worden geproduceerd. Die technologie staat helemaal op punt en is vooral rendabel. Volgens Belsolar, de vakvereniging van producenten en leveranciers van systemen op zonne-energie, kan een zonneboiler tussen maart en oktober de energie van de zon gebruiken om het water in de badkamer en in de keuken te verwarmen. Op die manier kunnen we tot 60 % op onze warmwaterfactuur besparen. En de investering zou zo op minder dan 6 jaar zijn terugverdiend.
De recentere thermodynamische boiler krijgt steeds meer bijval. Het principe is eenvoudig: het gaat om een boiler die het water verwarmt via een micro warmtepomp. Het toestel levert warm water op een heel ecologische en zuinige manier: 75 % van de benodigde energie wordt aan de lucht onttrokken.
Hoewel de premies in juni 2018 werden afgeschaft, blijft de installatie van fotovoltaïsche panelen die ‘groene’ elektriciteit opwekken een rendabele investering die al na enkele jaren (zelfs zonder premie) is terugverdiend. Daarna wekken ze met behulp van zonne-energie dus gratis elektriciteit op.
Circulaire economie die de ecologische impact van onze woningen vermindert
Redelijke investeringen maken het dus mogelijk om te leven in woningen die een optimaal thermisch comfort bieden en daarvoor heel weinig – tot helemaal geen – fossiele energie gebruiken. Om volledig te voldoen aan de voorschriften inzake de vermindering van broeikasgassen, moeten onze woningen echter ook het verbruik van primaire energie terugdringen via het hergebruiken en recycleren van materialen. Het concept ‘circulaire economie’ ligt helemaal in de lijn van deze visie. In België voeren de drie Gewesten hierover een uitgesproken voluntaristisch beleid.
Bij het optrekken van gebouwen mikt de circulaire economie op een lager energieverbruik voor de productie en het vervoer van grondstoffen, die daarom vooral bij lokale producenten worden aangekocht. De materialen worden op het einde van de levenscyclus van het gebouw bovendien hergebruikt. En bouwafval wordt gerecycleerd om daaruit nieuwe grondstoffen te halen.
Dankzij die strategie, zou de ecologische voetafdruk van nieuwbouw daadwerkelijk kunnen worden verkleind. Wilt u graag meer weten? Kom dan naar BATIBOUW van zaterdag 29 februari tot zondag 8 maart 2020.
|