De Nederlandse dichter schrijver Remco Campert werd op 28 juli 1929 in Den Haag geboren. Zie ook alle tags voor Remco Campert op dit blog.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Boerin in Iviers
Elke dag nog praat ze met zijn grafsteen op het kleine kerkhof aan de overkant uitzicht over het dal met het dunne riviertje glinsterend als een spinnendraad in het Noord-Franse licht
sinds hij dood is doet ze minder aan de tuin eens haar trots
ze kreeg er nog een prijs voor de senator kwam er voor over helemaal uit Parijs waar hij een appartement had en een vriendin het was vlak voor de verkiezingen die hij won
de koeien zijn verkocht de tractor staat te roesten in het hoge gras het erf is netjes aan kant en er is nog hout voor één winter
Het Vak
Langzaam groeit in mij de ander die in niets op mij lijkt en toch alles in zich heeft van mij die hem baren moet
dan rijst het doek dat me scheidt van mijn tijd die nu gekomen is de zaal opent zich veelvuldig gespiegeld vlees en bloed
even is het alles stilte wachtend op het eerste woord dat het schouwtoneel de wereld tot leven beven doet
côté jardin: de geliefde werpt haar mantel af côté cour: de moordenaar komt aangezet
Straattheater
In de zoele middagwind zat ik op een bankje op de Boulevard du Général Leclerc naast een oude heer die Indochina nog had meegemaakt rozet in zijn knoopsgat witte sjaal om zijn uitgedroogde hals en een mormel van een hondje aandachtig aan zijn voet toen Sophie Marceau actrice die ik kende uit de bladen vergezeld van haar fotograaf uit een limousine stapte en bij het lichtjes vasthouden van haar zonnehoed haar roomblanke oksel toonde
het hondje kefte en de oude heer en ik we stonden als één man op zongen een liedje maakten kleine pasjes draaiden met onze kont
maar zij zag ons niet.
Remco Campert (Den Haag, 28 juli 1929)
De Engelse dichter, verhalen- en romanschrijver Malcolm Lowry werd geboren 28 juli 1909 in Birkenhead Merseyside. Zie ook alle tags voor Malcolm Lowry op dit blog.
Uit: Under the Volcano
M. Laruelle finished his drink. He rose and went to the parapet; resting his hands one on each tennis racquet, he gazed down and around him: the abandoned jai-alai courts, their bastions covered with grass, the dead tennis courts, the fountain, quite near in the centre of the hotel avenue, where a cactus farmer had reined up his horse to drink. Two young Americans, a boy and a girl, had started a belated game of ping-pong on the verandah of the annex below. What had happened just a year ago to-day seemed already to belong in a different age. One would have thought the horrors of the presentwould have swallowed it up like a drop of water. It was not so. Though tragedy was in the process of becoming unreal and meaningless it seemed one was still permitted to remember the days when an individual life held some value and was not a mere misprint in a communique. He lit a cigarette. Far to his left, in the northeast, beyond the valley and the terraced foothills of the Sierra Madre Oriental, the two volcanoes, Popocatepetl and Itaccihuatl, rose clear and magnificent into the sunset. Nearer, perhaps ten miles distant, and on a lower level than the main valley, he made out the village of Tomalin, nestling behind the jungle, from which rose a thin blue scarf of illegal smoke, someone burning wood for carbon. Before him, on the other side of the American highway, spread fields and groves, through which meandered a river, and the Alcpancingo road. The watchtower of a prison rose over a wood between the river and the road which lost itself further on where the purple hills of a Dore Paradise sloped away into the distance. Over in the town the fights of Quauhnahuac's one cinema, built on an incline and standing out sharply, suddenly came on, flickered off, came on again. "No se puede vivir sin amar," Mr. Laruelle said . "As that estupido inscribed on my house."
Malcolm Lowry (28 juli 1909 - 26 juni 1957)
Scene uit de film van John Huston (1984) met Albert Finney, Jacqueline Bisset en Anthony Andrews
De Argentijnse schrijfster Angélica Gorodischer werd geboren in Buenos Aires op 28 juli 1928. Zie ook alle tags voor Angélica Gorodischer op dit blog.
Uit: Kalpa Imperial (Vertaald door Ursula K. Le Guin)
Ekkemantes I will probably smile, since he too loves plays, and fall to talking enthusiastically about the poetic tragedy by OrabMaagg recently presented in the capital, until one of his counselors reminds him with a discreet cough that he cant spend an hour chattering with every one of his subjects because it would leave him no time to rule the Empire. And probably the good emperor, who seems born to smiles and good nature, though he wielded weapons like the black-winged angel of war when it was a matter of eradicating from the Empire the greed and cruelty of a damnable race, will reply to the counselor that chattering for an hour with each of his subjects is one way of ruling the Empire, and not the worst way, but that the lord counselor is right, and in order not to lose any more valuable time, hell dictate a decree to the lord counselor and sign it himself, ordering that a theater be constructed in the town of Sariaband. And very likely the counselor will stare and say: My lord! building a theater, even a theater for a very small town, is an expensive business!
Angélica Gorodischer (Buenos Aires, 28 juli 1928)
Cover
De Engelse dichter en Jezuïet Gerard Manley Hopkins werd geboren op 28 juli 1844 in Stratford, Essex. Zie ook alle tags voor Gerard Manley Hopkins op dit blog.
Barnfloor and Winepress
And he said, If the Lord do not help thee, whence shall I help thee? out of the barnfloor, or out of the winepress? 2 Kings VI: 27
Thou that on sin's wages starvest, Behold we have the joy in harvest: For us was gather'd the first fruits, For us was lifted from the roots, Sheaved in cruel bands, bruised sore, Scourged upon the threshing-floor; Where the upper mill-stone roof'd His head, At morn we found the heavenly Bread, And, on a thousand altars laid, Christ our Sacrifice is made!
Thou whose dry plot for moisture gapes, We shout with them that tread the grapes: For us the Vine was fenced with thorn, Five ways the precious branches torn; Terrible fruit was on the tree In the acre of Gethsemane; For us by Calvary's distress The wine was racked from the press; Now in our altar-vessels stored Is the sweet Vintage of our Lord.
In Joseph's garden they threw by The riv'n Vine, leafless, lifeless, dry: On Easter morn the Tree was forth, In forty days reach'd heaven from earth; Soon the whole world is overspread; Ye weary, come into the shade.
The field where He has planted us Shall shake her fruit as Libanus, When He has sheaved us in His sheaf, When He has made us bear his leaf. - We scarcely call that banquet food, But even our Saviour's and our blood, We are so grafted on His wood.
Gerard Manley Hopkins (28 juli 1844 8 juni 1889)
De Nederlandse schrijver, columnist, presentator en essayist Stephan Sanders werd geboren in Haarlem op 28 juli 1961. Zie ook alle tags voor Stephan Sanders op dit blog.
Uit: Robin Hood in actie (Column)
Wat heb ik een drukke zaterdag achter de rug - en ik zeg dit met veel ironie. Het huisje dat ik huur in Kaapstad hoorde lang geleden tot het slavenkwartier. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd het een whites only area, en de gekleurde Kaapmensen en moslims moesten verdwijnen. Maar de moslims hadden iets verderop nog een wijk in bezit die door het apartheidsregiem niet onteigend kon worden - de Bo-kaap - en daar bleef de moslimmedemens wonen: een bruine enclave in een wit centrum.
Die Groups Area Act is allang afgeschaft, maar de oude slavenwijk is nog steeds blank, omdat de huisjes er door designers werden opgeknapt, met daktuintjes, hippe badkamers en voor buiten een zeer bescheiden plunge-in pool ter grootte van een badkuip. Huur omhoog, blank toeristenvolk komt en blijft. Wat heb ik een drukke zaterdag achter de rug - en nu zal ik de ironie verklaren. Want iedere dag komt hier een vrouw die het beddengoed verschoont, de vloer veegt en de vaat doet. Zwart is zij, uit de Oost-Kaap. Dan is er de gekleurde conciërge, Ibrahim, die het dakterras nakijkt en de stoppen controleert. En voor dat kikkerbadje komt de poolman - want de kwaliteit van het water, je weet maar nooit, en de haperende pomp.
Er waren die zaterdag dus drie mensen om mij heen aan het werk. Ik zat achter mijn computer en ik probeerde te schrijven. In vroeger tijden moet de gezeten burgerij hier zeer bedreven in zijn geweest: het personeel loopt rond, maar jij ziet ze niet, ze zijn onzichtbaar, schemerlampen die op hun gebruikelijke plek staan. De gemiddelde Nederlander is dit leven niet gegeven. Bij ons is arbeid duur, je wacht je wel voor elk wissewasje iemand in te huren, en de eventuele hulp, éénmaal in de week, wordt ontvangen als een koningin overcompensatie.
Stephan Sanders (Haarlem, 28 juli 1961)
Zie voor nog meer schrijvers van de 28e juli ook mijn blog van 28 juli 2011 deel 2.
|