De Duitse dichter schrijver Bastian Böttcher werd op 31 december 1974 in Bremen geboren. Zie ook mijn blog van 31 december 2006 en ook mijn blog van 31 december 2007.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Alles in Allem
Im Kino kann man all das in groß angucken, was man sonst nur in klein oder gar nicht angucken kann. Im Kino kann man was erleben ohne sich zu bewegen. Im Kino kann man Spaß haben auch wenn der Film schlecht ist Doch das beste am Kino ist, dass auch du ein Teil vom Kino bist.
In Anbetracht dessen und ganz allgemein kann man sagen im Großen und Ganzen ist alles in Allem das Kino nicht schlecht Aber schau mal dagegen: Die Großstadt!
In der Großstadt wohnen hauptsächlich Großstädter. Aus der Großstadt kann man jederzeit ins ländliche Umland fliehen. In der Großstadt kann man anonym bleiben, ohne dass es überhaupt jemand bemerkt. Doch das beste an der Großstadt ist, dass auch du ein Teil der Großstadt bist.
Und außerdem enthält halt die Großstadt sowieso schon Kino.
In Anbetracht dessen und ganz allgemein kann man sagen im Großen und Ganzen ist alles in Allem das Kino nicht schlecht und auch alles in Allem die Großstadt nicht schlecht Aber schau mal dagegen: Die Welt!
Die Welt ist so wunderbar, dass sich sogar eine Zeitung nach ihr benannt hat. Die Welt schenkt uns ihre Schätze, obwohl wir sie täglich mit füßen treten. Die Welt übt auf alle ihrer Bewohner eine ganz besondere Anziehungskraft aus. Doch das beste an der Welt ist, dass auch du ein Teil der Welt bist.
Und außerdem enthält halt die Welt all die Großstädte sowieso und Kino.
In Anbetracht dessen und ganz allgemein kann man sagen im Großen und Ganzen ist alles in Allem das Kino nicht so schlecht Und auch alles in Allem die Großstadt nicht schlecht Und auch alles in Allem die Welt nicht schlecht Aber schau mal dagegen: Das Weltall
Das Weltall ist einfach das Größte Das Weltall ist so wunderbar und unerforscht, dass man noch nicht einmal weiß, wie wunderbar und wie unerforscht es eigentlich ist. Doch das beste am Weltall ist, dass auch du ein Teil vom Weltall bist.
Und außerdem enthält halt das Weltall das Sonnensystem und die Welt all die Großstädte sowieso und Kino.
In Anbetracht dessen und ganz allgemein kann man sagen im Großen und Ganzen ist alles in Allem das Kino nicht schlecht Und auch alles in Allem die Großstadt nicht schlecht Und auch alles in Allem die Welt nicht so schlecht Und auch alles in Allem das Weltall nicht schlecht Aber schau mal dagegen: Die Liebe!
Bastian Böttcher (Bremen, 31 december 1974)
De Nederlandse schrijver, dichter, publicist, rechtsgeleerde Jacob Israël de Haan werd geboren in Smilde op 31 december 1881. Zie ook mijn blog van 31 december 2007.
Aan eenen jongen visscher
Rozen zijn niet zoo schoon als uwe wangen,
Tulpen niet als uw bloote voeten teer,
En in geen oogen las ik immer meer
Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen.
Achter ons was de eeuwigheid van de zee,
Boven ons bleekte grijs de eeuwige lucht,
Aan 't eenzaam strand dwaalden alleen wij twee,
Er was geen ander dan het zeegerucht.
Laatste dag samen, ik ging naar mijn Stad.
Gij vaart en vischt tevreden, ik dwaal rond
En vind in stad noch stiller landstreek wijk.
Ik ben zóo moede, ik heb veel liefgehad.
Vergeef mij veel, vraag niet wat ik weerstond
En bid dat ik nooit voor uw schoon bezwijk.
Het kleine dorp
Laat ik u schrijven vriend, hoe zalig stil
Het dorpjen is waar ik nu woon, gevlucht
Voor schrille stad en havenend gerucht,
Heelend mijn ziel en mijn verwoesten wil.
't Heeft weinig huizen rond een ouden toren
Om ieder huis een mildbloeiende heg
Geen luide straat, maar smallen zachten weg
Van zand waarin geen stappen zijn te hooren.
De school is kleiner dan ons steedsche huis,
Van alle kindren ken ik stem en oogen,
In alle woningen voel ik mij thuis.
En van het duin gezien, het zonnig-hooge
Ligt het klein dorp zoo zonnekleurig dat
Ik met één blik van liefde het omvat.
Aan Oscar Wilde
Reading: schrei niet, hier is het wreed gebouw
Waar een dichter in den tredmolen liep,
Dorst leed, honger, op een plankenbed sliep
Teedre handen stuktrok aan 't geteerd touw.
In een tredmolen: loop, dat niet de grond
Uw voeten breekt, die onder uw voet wijkt;
Kramp vast uw handen, als uw kracht bezwijkt
Slaan wentlende treden uw voeten wond.
Honger en dorst, altijd de strenge cel
Enge beklemming om uw hijgen heen,
Muur noch deur wijkt voor uw gesmoord geween
En waanzin wenkt naar zijn glimlachend spel.
Wat is hier hemel? Achter 't matte raam
Een grauwe plek, eender of de zon straalt
In lente, in zomer, één of 't najaar vaalt.
Wat is hier dag? Verneedring zonder naam
Jacob Israël de Haan (31 december 1881 - 30 juni 1924) Tekening in houtskool door Maurits de Groot
De Nederlandse dichter en schrijver Arjen Duinker werd geboren in Delft op 31 december 1956. Zie ook mijn blog van 31 december 2007.
Mijn gemoed is als de wind
Ik ben geen tacticus die men prijst
Voor zijn slimme aanpak van wat belang heeft.
Ik hou mijn mond als het me uitkomt
En laat de bomen met rust
Zonder van hen te houden.
In mijn hart is een snerpende ijzige wind,
In mijn hart is een zachte zilte wind van zee.
Geen van beide heeft mijn definitieve voorkeur
Zodat de noord- en de zuidpool
Mijn route bepalen.
Ik bemin wat er zoal is, zoals het is,
Bemin op weinig doeltreffende wijze.
De wind zal overleven,
Ik daarentegen zal absoluut sterven.
Dat is, voor zover ik kan zien, het verschil tussen ons.
Papiertje
De paarse vlinder is veelbetekenend.
De gepassioneerde bloem iets minder.
Het gras is zijn betekenis voorbijgegroeid.
Ik zit zonder.
Kijk, daar gaat de man wiens buurvrouw we delen.
Halfzes, op weg dus naar de verzamelplaats
Voor de leden van het irreëel genootschap:
Zij die eeuwig leven.
Hij rent, schuddend met zijn boordevolle kop,
Rent op een mengsel van prehistorische olie
En vergetelheid uit dertienhonderd.
Maar hij verliest een rood papiertje.
Het valt, nee, dwarrelt uit zijn broek.
Een geur is het, zonder rust, geen gewicht,
Het dwarrelt, begint te buitelen,
Galoppeert achter de broekzak aan.
Vlinder, bloem, gras, ik,
We kijken het papiertje na
Met verschillende soorten van ontzag.
De avond wordt voelbaar.
Arjen Duinker (Delft, 31 december 1956)
De Duitse schrijfster Irina Korschunow werd geboren op 31 december 1925 in Stendal in Sachsen-Anhalt. Zie ook mijn blog van 31 december 2007.
Uit: Fallschirmseide
Martin Cramme war noch nicht neunzehn, als er im Wald von Hannoversch Münden liegenblieb, müde und zufällig, während der Rest der Kompanie den amerikanischen Panzern entgegenmarschierte. Und zufällig fand ihn Hertha Oelschläger, die ihn im Keller versteckt über das Kriegsende brachte, ihn hochpäppelte und weiterschickte. Wohin? Seine Eltern lagen unter den Trümmern von Magdeburg, er brauchte nicht nur eine neue Heimat, sondern auch Trost. Aber Trost und Hilfe brauchten in dieser Zeit viele, die Frauen ohne Männer, die Mütter ohne ihre Söhne. Doch das Leben ist ein Netz aus Zufällen, zum Guten oder zum Bösen. Für Martin Cramme hatte die gute Fee die ersten Maschen geknüpft, und sie klöppelte weiter - zunächst eine Bleibe in Wolfenbüttel im Haus von Dr. Beyfuhr, dann traf er Dora, entdeckte sein Organisationstalent auf dem Schwarzen Markt, fand die Fallschirmseide in der alten Ziegelei, und alles nahm seinen wundersamen Lauf. Blusen aus Fallschirmseide - der Nachkriegshit. Zuerst ein Wohnstuben-, dann ein Waschküchenunternehmen, schließlich über die Stunde Null hinaus die florierende Firma DoMa-Textil. Ein Aufstieg wie aus dem Bilderbuch der neuen Republik. Vergessen die Zukunftsträume im Keller von Hertha Oelschläger - lernen, studieren, Philosophie, Literatur. "Eigentlich wollten wir doch...", sagte Dora noch manchmal zu Martin, aber der Rest blieb ein Lächeln, mit dem man einer alten Illusion hinterherwinkt. "Wir haben uns durchsetzen müssen", erklärte Martin später Verena und Julian, den Kindern des Wirtschaftswunders, in Gelsenkirchen-Buer, wo inzwischen zweihundert Näherinnen für seinen Reichtum arbeiteten. "Eure verdammte Härte!" antwortete Julian, und nur Dora ahnte, daß ihr Sohn einen anderen Weg gehen würde, einen, den auch sie viel lieber gegangen wäre.
Irina Korschunow (Stendal, 31 december 1925)
De Amerikaanse schrijver Nicholas Charles Sparks werd geboren in Omaha, Nebraska op 31 december 1965. Sparks is Rooms-katholiek opgevoed en heeft Duitse, Tsjechische, Engelse, en Ierse voorouders. Omdat zijn vader nog studeerde toen Nicholas geboren was verhuisde het gezin vaak. Nog voordat hij acht jaar was had hij in Minnesota, Los Angeles, en Grand Island, Nebraska, gewoond. In 1974 settelde zijn gezin zich in Fair Oaks, Californië en bleven daar wonen totdat Nicholas naar de middelbare school ging. Hij slaagde in 1984 aan de Bella Vista High School. Hij studeerde af in Business Finance en slaagde in 1988. In 1985 schreef Nicholas zijn eerste roman, The Passing. Het is nooit gepubliceerd en evenmin zijn tweede roman. In 1994, schreef hij in een periode van zes maanden zijn eerste gepubliceerde roman The Notebook. Hij werd ontdekt door Theresa Park, die The Notebook las en aanbood Nicholas te vertegenwoordigen. In oktober 1995, regelde Park een voorschot $1 miljoen voor The Notebook van Time Warner Book Group. De roman werd in oktober 1996 gepubliceerd en belandde zelfs op de eerste week op de New York Times bestseller lijst. Na zijn eerste succes, schreef hij nog een aantal internationale bestsellers, die allemaal in meer dan 35 talen werden vertaald. Drie van zijn boeken werden verfilmd.
Uit: The Notebook
Who am I? And how, I wonder, will this story end?
The sun has come up and I am sitting by a window that is foggy with the breath of a life gone by. I'm a sight this morning: two shirts, heavy pants, a scarf wrapped twice around my neck and tucked into a thick sweater knitted by my daughter thirty birthdays ago. The thermostat in my room is set as high as it will go, and a smaller space heater sits directly behind me. It clicks and groans and spews hot air like a fairytale dragon, and still my body shivers with a cold that will never go away, a cold that has been eighty years in the making. Eighty years, I think sometimes, and despite my own acceptance of my age, it still amazes me that I haven't been warm since George Bush was president. I wonder if this is how it is for everyone my age.
My life? It isn't easy to explain. It has not been the rip-roaring spectacular I fancied it would be, but neither have I burrowed around with the gophers. I suppose it has most resembled a blue-chip stock: fairly stable, more ups than downs, and gradually trending upward over time. A good buy, a lucky buy, and I've learned that not everyone can say this about his life. But do not be misled. I am nothing special; of this I am sure. I am a common man with common thoughts, and I've led a common life. There are no monuments dedicated to me and my name will soon be forgotten, but I've loved another with all my heart and soul, and to me, this has always been enough.
The romantics would call this a love story, the cynics would call it a tragedy. In my mind it's a little bit of both, and no matter how you choose to view it in the end, it does not change the fact that it involves a great deal of my life and the path I've chosen to follow.
Nicholas Sparks (Omaha, 31 december 1965)
|