De Franstalige, Zwitserse dichter en schrijver Blaise Cendrars werd geboren op 1 september 1887 in La Chaux-de-Fonds. Zie ook mijn blog van 1 september 2007.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Lettre
Tu m'as dit : si tu m'écris, Ne tape pas tout à la machine. Ajoute une ligne de ta main, Un mot, un rien, oh ! pas grand-chose. Oui, oui, oui, oui, oui, ou, oui, oui. Ma Remington est belle, pourtant. Je l'aime beaucoup et travaille bien. Mon écriture est nette, est claire, On voit très bien que c'est moi qui l'ai tapée, Il y a des blancs que je suis seul à savoir faire. Vois donc l'oeil qu'a ma page. Pourtant, pour te faire plaisir, j'ajoute à l'encre Deux trois mots Et une grosse tache d'encre, Pour que tu ne puisses pas les lire.
Nupur
Nous sommes suspendus entre le ciel et la mer dans le chant des rossignols
Raymone et moi
Et évoquons Paris
Et parlons des gens que nous avons connus
Et pour ne pas rire ou pleurer
Et ne pas gâcher les mystères de lexistence
Nous nous balançons sans plus rien dire
La grande ville Saint-Segond
Nous nous laissons aller
Aller et venir
Nous nous balançons en silence
Portés par le baume des orangers en fleurs
Hamacs aux mouvements contraires dont pend
une main
une gourmette
une cigarette
Trou dair
Trou dans la mémoire
Trou
On plane
On monte
On tombe
Trou dans la nuit
Trou de serrure
Une étoile sur la mer
Une touffe de lavande au sol
Une parole en lair
Les mailles du filet
Trou
Trous
La robe se déchire
On se pâme
Et se pâmait aussi le vieux saint homme qui sétait retiré dans
la solitude du Pamir
Dans la dernière ville
Avant de sengager sur le sentier qui devait le mener dans les
hautes solitudes des montagnes de la frontière
Et, traversant la dernière ville, il avait levé les yeux sur une
bayadère qui lui souriait
Et voici que maintenant il
Blaise Cendrars (1 september 1887 21 januari 1961)
De Nederlandse schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Zie ook mijn blog van 1 september 2006 en ook mijn blog van 1 september 2007.
Uit: Eindelijk alles over Menno
Neem een land waar tien of twintig baarddragende filosofen ernstig zwoegen, alles gelezen hebben, op hun studeerkamers enorme kaartsystemen onophoudelijk raadplegen. Door indrukwekkende stoeten sidderende leerlingen omgeven, betreden zij hun katheders, vijf minuten na het vastgestelde uur, om te orakelen in kantiaanse, hegeliaanse of heideggeriaanse geheimtaal.
Een land vol universiteiten waar hele horden commentatoren de gebedsmolens van de terminologieën eeuwenlang draaiende houden...
In zo'n land zou iemand als Menno ter Braak die komt vertellen dat alles en nog wat christendom of nihilisme is en de hele bliksemse boel als ressentiment ontmaskert, een verkwikkende figuur wezen!
Maar omdat de getabberde en gebaarde filosofen in Ter Braak's vaderland óók maar grappenmakers waren, zij het dan grappenmakers waar niemand ooit om zou lachen: gepensioneerde sergeants, opgeblazen soutanes, mummelende napraters in vergelijking met de meestal Duitse denkkolossen waar zij tegenaan leunden...
En omdat de officiële litteraire kritiek er zelden deskundig is geweest, of informatief en goed gedocumenteerd, zelfs meestal niet eens in schijn objectief, eerder: opzettelijk en parmantig verzuild, spreekt het misschien vanzelf dat Ter Braak als een groot licht wordt beschouwd. Maar het is niet eens meer belachelijk wanneer zijn bewonderaars menen nu maar te hebben afgerekend met Hegel, Kant en Freud, het existentialisme en het neo-positivisme en alle Franse en Engelse filosofen waar ze nooit over gehoord hebben, omdat Ter Braak van hun bestaan niet op de hoogte was.
Dat doet alleen maar denken aan de theorie volgens welke iedere pijp waar rook uit komt een locomotief zou wezen.
W. F. Hermans (1 september 1921 27 april 1995)
De Belgische schrijver Hubert Lampo werd geboren op 1 september 1920 geboren in Het Kiel, Antwerpen. Zie ook mijn blog van 1 september 2006 en ook mijn blog van 1 september 2007.
Uit: Beroepsgeheim 5 (Interview met Willem M. Roggeman)
- Ik heb steeds de indruk gehad dat er altijd magisch realisme is geweest. Het magisch element speelt in de hele wereldliteratuur een enorme rol. Het is pas vanaf La Princesse de Clèves van Madame de la Fayette uit de 17de eeuw dat eigenlijk het realisme de voorrang is gaan krijgen voor de roman. En wanneer wij een nieuwe roman in een uitstalling zien liggen, dan kunnen wij meestal met zekerheid zeggen dat het een realistische roman is. Wanneer je mij nu vraagt of er momenteel een stroming is in de wereldliteratuur, die wij magisch realisme kunnen noemen, dan weet ik niet wat ik daar moet op antwoorden. Ik zou eerder zeggen: er zijn magisch realisten. Maar deze volgen elkaar ook niet na. Zij kunnen soms een grote groep vormen zoals bijv. de huidige Zuidamerikanen. Ik denk dan vooral aan Gabriel Garcia Marquez. Daar zou je misschien van een magisch realistische school kunnen spreken. Maar hier in West-Europa voel ik het aan als een verschijnsel dat door individuen apart wordt beoefend. Johan Daisne was een apart staande figuur. Ikzelf ben een vrij apart staande figuur. Wij vormen geen groep. Wij hebben geen afspraken. Wij hebben geen theorie. Wij zetten niet een bepaalde magisch realistische dialectiek voorop. Ieder gaat zijn eigen gang. En als ik dan wij zeg, dan zou ik het al heel moeilijk hebben om momenteel anderen te noemen. In Frankrijk denk ik aan Julien Gracq bijv., maar het gaat dus werkelijk om aparte individuen, dunkt mij. Ook de Argentijn Jorge Luis Borges is een totaal apart staande figuur, geloof ik.
Maar het magisch realisme behoort in ieder geval tot de eigenlijke literatuur. Het zou fout zijn, dunkt mij, het apart te zetten, zoals men de science-fiction apart zet. Alhoewel er verbanden zijn. Ook in de science-fiction gaan grote dromen der mensheid, archetypische dromen, in vervulling. Het kenmerk van het magisch realisme voor mijn gevoel is trouwens het archetypische element.
Hubert Lampo (1 september 1920 - 12 juli 2006)
De Deense schrijver Peter Adolphsen werd geboren op 1 september 1972 in Århus. Zie ook mijn blog van 1 september 2007.
Uit: The Slow Giant (Vertaald door George Blecher)
Because all the waves coursing through the atmosphere penetrate him without resistance, in effect rendering him invisible, a giant as tall as 11 Eiffel Towers stands at this very moment with his foot raised over a little village in Northern Sweden. Hes not standing still but is in mid-stride, a stride that has lasted centuries and will last for several more. As old as the earth itself, the giants respiration and sense of time are of geological slowness. He has watched glaciers glide sedately along, and trees shoot up like small fountains; the passing of the seasons he experiences as an imperceptible shudder. It is only in the last few centuries that the giant has noticed the erect ape suddenly to be found all over the globe.
Peter Adolphsen (Århus, 1 september 1972)
De Amerikaanse schrijver Edgar Rice Burroughs werd geboren in Chicago op 1 september 1875 als de zoon van een zakenman. Hij ging naar de Michigan Military Academy in Andover, en slaagde daar in 1895. Hij haalde vervolgens het toegangsexamen voor West Point niet, en werd soldaat. Na zijn tijd in het leger had hij een aantal tijdelijke banen en ging hij uiteindelijk in 1899 voor zijn vader's bedrijf werken. Tegen 1911 begon hij met het schrijven van verhalen. Zijn verhalen waren bedoeld in de zg. pulp bladen die in die tijd populair waren, en zijn eerste verhaal, Under the Moons of Mars werd in 1912 in een feuilleton formaat uitgegeven in het All Story magazine. Vanaf dat moment begon hij full-time te schrijven, en tegen de tijd dat het laatste deel van Under the Moons of Mars werd gepubliceerd had hij twee boeken af, waaronder Tarzan of the Apes die in oktober 1912 voor het eerst werd gepubliceerd.
Tarzan was een sensatie, en Burroughs wilde van deze populariteit profiteren, en exploiteerde Tarzan op iedere manier die hij kon bedenken, van een stripverhaal tot een film en koopwaar en het publiek kon er geen genoeg van krijgen, tot op de dag van vandaag.
Uit: Tarzan of the Apes
Early in his boyhood he had learned to form ropes by twisting and tying long grasses together, and with these he was forever tripping Tublat or attempting to hang him from some overhanging branch.
By constant playing and experimenting with these he learned to tie rude knots, and make sliding nooses; and with these he and the younger apes amused themselves. What Tarzan did they
tried to do also, but he alone originated and became proficient.
One day while playing thus Tarzan had thrown his rope at one of his fleeing companions, retaining the other end in his grasp. By accident the noose fell squarely about the running
ape's neck, bringing him to a sudden and surprising halt.
Ah, here was a new game, a fine game, thought Tarzan, and
immediately he attempted to repeat the trick. And thus, by
painstaking and continued practice, he learned the art of roping.
Now, indeed, was the life of Tublat a living nightmare. In sleep, upon the march, night or day, he never knew when that quiet noose would slip about his neck and nearly choke
the life out of him.
Kala punished, Tublat swore dire vengeance, and old Kerchak took notice and warned and threatened; but all to no avail.
Tarzan defied them all, and the thin, strong noose continued to settle about Tublat's neck whenever he least expected it.
The other apes derived unlimited amusement from Tublat's discomfiture, for Broken Nose was a disagreeable old fellow, whom no one liked, anyway.
In Tarzan's clever little mind many thoughts revolved, and back of these was his divine power of reason.
If he could catch his fellow apes with his long arm of many grasses, why not Sabor, the lioness?
It was the germ of a thought, which, however, was destined to mull around in his conscious and subconscious mind until it resulted in magnificent achievement.
But that came in later years.
Edgar Rice Burroughs (1 september 1875 - 19 maart 1950)
|