De Nederlandse schrijfster en journaliste Marga Minco, pseudoniem van Sara Minco, werd geboren in Ginneken op 31 maart 1920. Zie ook alle tags voor Marga Minco op dit blog.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Kampeerbekers
In de winter van 1942-1943 zeiden ze tegen ons: Jullie hadden al lang weg moeten zijn. Maar we haalden onze schouders op. We bleven. Ik mocht nu ook iedere dag langer op. Het was maanden geleden dat ik buiten gewandeld had. Ik ging achter ons huis om, de landweg in, die op het bos uitkwam. Omdat we tijdens mijn kuur in een andere plaats waren gaan wonen, was ik hier nog niet eerder geweest. Het was er heel stil. Af en toe kwam een boer voorbij met melkkannen. Hij groette schuw, maar dat zou hij iedereen gedaan hebben. Een magere hond wandelde met me mee. De schelle roep van een vrouw klonk in de verte. Vliegtuigen vlogen zacht zoemend over.
Op een dag kwam ik van een wandeling thuis en vond drie brieven in de bus. Het waren lange, gele enveloppen. Onze namen stonden er voluit op en ook de datum van onze geboorte. Het waren de oproepen.
We moeten ons melden, zei mijn broer.
Ik voel er weinig voor, zei zijn vrouw. Ze waren pas getrouwd en alles was nog erg nieuw in het huis.
We zullen iets van de wereld zien, het lijkt me wel avontuurlijk, zei mijn broer.
Het zal een enorme reis zijn, zei ik, ik ben nog nooit over de grens geweest.
We kochten rugzakken en voerden onze kleren met bont en flanel. We stopten overal doosjes vitaminen in. Ze hadden ons gezegd dat we dat doen moesten. Op de oproep stond ook nog dat we kampeerbekers moesten meenemen. Mijn broer ging ze in de stad kopen. Toen hij al bijna de straat uit was, kwam ik hem snel achterop.
Ik ga even mee, zei ik, ze zullen niet gemakkelijk te krijgen zijn.
Denk je? vroeg mijn broer, we zullen zien.
In een bazar, waar we eerst voorbij kwamen, zagen we alleen maar stenen bekers. Die breken te gauw onderweg, zei mijn broer. In een volgende winkel hadden ze wel kampeerbekers, maar die vond mijn broer te klein. Daar kan niks in, zei hij.
Marga Minco (Ginneken, 31 maart 1920)
De Mexicaanse schrijver, dichter, en diplomaat Octavio Paz werd geboren op 31 maart 1914 in Mixcoac, tegenwoordig een deel van Mexico-stad. Zie ook alle tags voor Octavio Paz op dit blog.
Water en wind
Uitgestrekt water, jij flonkert onder een sensuele bliksemflits mijn gedachten blauw en zwart
Jij loopt door het bos van mijn bloed witte bomen zwarte bomen bomen met de geur van zaad
Jij woont in een robijn flelgloeiend ogenlik druppel van vuur ingelegd in de nacht
Grenzeloos lichaam in een kleine alkoof
De zee tilt je op tot de witste schreeuw de klimop van kreten slaat zijn nagels in mijn nek de zee scheurt je open, rukt je ogen uit toren van zand die inzakt je zuchten ontploffen en verdwijnen zwarte hanen bezingen je dood en je verrijzenis
Boven het verkoolde bos gaat de zon voorbij met een bijl
Vertaald door K. Michel
Last Dawn
Your hair is lost in the forest, your feet touching mine. Asleep you are bigger than the night, but your dream fits within this room. How much we are who are so little! Outside a taxi passes with its load of ghosts. The river that runs by is always running back. Will tomorrow be another day?
Octavio Paz (31 maart 1914 19 april 1998)
De Roemeense dichter en essayist Nichita Stănescu werd geboren op 31 maart 1933 in Ploieşti. Zie ook alle tags voor Nichita Stănescu op dit blog.
The golden age of love
My hands are in love, alas, my mouth loves - and see, I am suddenly aware that things are so close to me I can hardly walk among them without suffering.
It is a sweet feeling of waking, of dreaming, and I am here now, without sleep - I clearly see the ivory gods, I take them in my hands and thrust them, laughing, in the moon up to their sculpted hilts - the wheel of an ancient ship, adorned and spun by sailors.
Jupiter is yellow, Hera the magnificent shades to silver. I strike the wheel with my left hand and it moves. It is a dance of sentiments, my love, many a goddess of the air, between the two of us. And I, the sail of my soul billowed with longing, look for you everywhere, and things come ever closer, crowding my chest, hurting me.
Vertaald door Thomas Carlson en Vasile Poenaru.
Nichita Stănescu (31 maart 1933 13 december 1983)
De Spaanse schrijver Enrique Vila-Matas werd geboren in Barcelona op 31 maart 1948. Zie ook alle tags voor Enrique Vila-Matas op dit blog.
Uit: Bartleby & Co. (Vertaald door Jonathan Dunne)
I chuckled softly to myself. It is difficult to imagine Bartleby in a meeting with somebody, immersed, for example, in the heavy atmosphere of an assembly of directors. But it is not so difficult - it is what I propose to do in this diary or book of footnotes - to assemble a good number of Bartlebys, that is to say a good number of writers affected by the disease, the negative impulse.
Of course I heard "Bartleby" where I should have heard my boss's surname, which is very similar. But undoubtedly this mistake could not have been more propitious, since it made me strike out and decide, after twenty-five years of silence, finally to start writing again, writing about the last secrets of some of the most conspicuous cases of creators who gave up writing.
It is my intention, therefore, to make my way through the labyrinth of the No, down the roads of the most disquieting and attractive tendency of contemporary literature: a tendency in which is to be found the only path still open to genuine literary creation; a tendency that asks the question, "What is writing and where is it?" and that prowls around the impossibility of the same and tells the truth about the grave, but highly stimulating, prognosis of literature at the end of the millennium.
Only from the negative impulse, from the labyrinth of the No, can the writing of the future appear. But what will this literature be like? Not long ago a work colleague, somewhat maliciously, put this question to me.
"I don't know," I said. "If I knew, I'd write it myself."
Enrique Vila-Matas (Barcelona, 31 maart 1948)
De Duitse schrijver Hartmut Lange werd geboren op 31 maart 1937 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Hartmut Lange op dit blog.
Uit: Der Abgrund des Endlichen
Ich hatte die Gegend, nachdem wir dort weggezogen waren, nie wieder gesehen, erinnerte mich
aber noch an die Schrebergarten und dass da ein groseres Waldstuck gewesen war, und dies wenigstens hatten die beiden Briefe, was auch immer sie bedeuteten, erreicht: Ich nahmmir vor, in den sudostlichen Teil Berlins, namlich nach Johannisthal, zu fahren, griff nach dem Faltplan, um herauszufnden, wie man von Wilmersdorf aus auf dem kurzesten Weg dorthin gelangen konnte. Es gab zwei Moglichkeiten. Entweder man durchquerte die Innenstadt in Richtung Treptow und bog, sowie man Niederschoneweide erreicht hatte, in die Sudostallee ein, oder man benutzte die Autobahn in RichtungNeukolln bis zurNeuen Spathstrase und fuhr dann weiter in Richtung Konigsheideweg.
Das Wetter war kuhl, es begann zu regnen, und nachdem ich ein Arboretum und einen kleinen See
passiert hatte, bog ich in jene Chaussee ein, hinter der die Schrebergarten lagen. Ich erkannte einiges
wieder: Da war das Restaurant diesseits der Chaussee, und wenn man, ich hatte den Wagen geparkt,
die Chaussee uberquerte, stand man vor einem Tor mit der Aufschrifft ≫Kolonie Blumenhain≪.
Ein breiter Weg fuhrte an Holzlauben vorbei, die man links und rechts inmitten von Strauchern und
Obstbaumen aufgestellt hatte, und da es Herbst war und uberall das Laub fehlte, wirkten sie armselig
und ungeschutzt. Die Fenster waren winzig, hier und dort mit Pappe und Plastikfolie ausgebessert.
Ich fror bei dem Gedanken, dass ich hier oder weiter dort, wo die nachste Laubenkolonie begann,
jahrelang gewohnt haben sollte, und nun fiel mir auch die Adresse wieder ein.
Hartmut Lange (Berlijn, 31 maart 1937)
Zie voor nog meer schrijvers van de 31e maart ook mijn vorige blog van vandaag en eveneens mijn eerste blog van vandaag.
|