De Nederlandse dichteres en psychiater M. Vasalis werd geboren in Den Haag op 13 februari 1909. Zie ook alle tags voor M. Vasalis op dit blog.
De winter en mijn lief zijn heen
De winter en mijn lief zijn heen. Er zit een merel op het dak, zijn keel beweegt, zijn snavel beeft alsof hij in zichzelve sprak.
Hij luistert: uit een verre boom klinkt als het ketsen van twee stenen een vonkenregen van verlangen zo luid, zo helder en zo bang.
De merel stort zich met een kreet vol wildheid in de voorjaarsvlagen. Ik kan het bijna niet verdragen: mijn voorjaar en mijn lief zijn heen.
Als je een landschap was waar ik doorheen kon lopen
Als je een landschap was waar ik doorheen kon lopen, stil staan en kijken met mijn ogen open en languit op de harde grond gaan liggen, er mijn gezicht op drukken en niets zeggen. Maar 't meeste lijk je op de grote lucht erboven, waar ruimte is voor buien licht en donkre wolken en op de vrije wind daartussen, die in mijn haren woelt en mijn gezicht met kussen bedekt, zonder te vragen, zonder te beloven.
Afterthought
Maar toch, ik weet niet of het veel verschilt met vroeger - of alleen verschoven wordt: die liefdesbrieven, liefdesverzen gingen meestal over het lief, dat nog geen minnares geworden was. Maar hoeveel vrouwen bleven ooit beminden èn de kameraad en medeplichtige in goed en kwaad. Hoevelen? Het zal wel niet veel schelen.
M. Vasalis (13 februari 1909 - 6 oktober 1998)
De Nederlandse schrijver en dichter Jan Arends werd geboren op 13 februari 1925 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Jan Arends op dit blog.
Ik ben niet bang
Ik ben niet bang voor wat er zal gebeuren.
Er zullen witte dieren door het veld gaan lopen en dat zal alles zijn.
Ik wil alleen maar weten
Ik wil alleen maar weten wie ik ben.
Een andere reden om te schrijven heb ik niet.
Maar wie ik ben gaat niemand wat aan.
Jan Arends (13 februari 1925 – 21 januari 1974)
De Belgische (Franstalig) schrijver Georges Simenon werd geboren in Luik op 13 februari 1903. Zie ook alle tags voor Georges Simenon op dit blog.
Uit: De blauwe kamer (Vertaald door Rokus Hofstede)
‘Heb ik je pijn gedaan?’ ‘Nee.’ ‘Ben je boos op me?’ ‘Nee.’ Het was waar. Op dat moment was alles waar, want hij beleefde de scène in het rauwe hier en nu, zonder zich iets af te vragen, zonder te proberen iets te begrijpen, zonder te vermoeden dat er ooit iets te begrijpen zou zijn. Niet alleen was alles waar, alles was ook echt: hij, de kamer, Andrée die languit bleef liggen op het overhoopgehaalde bed, naakt, haar benen wijd, met de donkere vlek van het geslacht waaruit een sliertje sperma liep. Was hij gelukkig? Had iemand het hem gevraagd, dan zou hij zonder aarzelen ja hebben gezegd. Het kwam niet bij hem op het Andrée kwalijk te nemen dat ze hem in zijn lip had gebeten. Dat hoorde erbij, net als de rest, en staand voor de wastafelspiegel, ook hij naakt, depte hij zijn lip met een in koud water gedrenkte handdoek. ‘Gaat je vrouw vragen stellen?’ ‘Ik denk het niet.’
Georges Simenon (13 februari 1903 - 4 september 1989) In 1931
De Nederlandse schrijfster Nynke van Hichtum (pseudoniem van Sjoukje Troelstra-Bokma de Boer) werd geboren in Nes op 13 februari 1860. Zie ook alle tags voor Nynke van Hichtum op dit blog.
Uit: Een Kaffersche heldin, of Oehoehoe en Oezinto
“Oezinto’s vader, Mafoeta, was vroeger zelf een rijk opperhoofd geweest, maar in een oorlog tegen de Matabelen had hij bijna al zijn vee verloren, zoodat hij nu met zijn familie bescherming moest zoeken bij een ander machtig opperhoofd. Met zijn twee vrouwen, zijn zes dochters en de vier koeien, die hem nog waren overgebleven, zocht hij een toevlucht bij zijn ouden vriend Matakitakit en deze was blij, zoo'n dapperen strijder als onderhoorige te krijgen. En dan daarbij nog de twee gezonde, krachtige vrouwen en de zes meisjes, die allen meê konden helpen op het veld! Maar Mafoeta bleef toch nog altijd de hoop koesteren, zelf nog eens weêr tot zijn ouden rang te kunnen opklimmen. Hij had al zijn hoop gevestigd op zijn flinke, krachtige dochters, die hij stellig alle zes tegen hoogen prijs zou kunnen verkoopen, als ze volwassen waren. De oudste trouwde dan ook na een paar jaar met den zoon van een naburig opperhoofd, die haar van den gelukkigen vader kocht voor acht koeien. Het volgende jaar trouwde de tweede dochter, toen de derde en eindelijk de vierde, en met elk huwelijk vermeerderde de rijkdom van Mafoeta. Hij bouwde zich nu ook een eigen kleine kraal, maar bleef toch nog altijd een onderhoorige van Matakitakit. ‘Als nu mijn andere twee dochters ook goed verkocht worden’, dacht hij, ‘dan zal ik mijn kraal vergrooten en zelf weêr een klein opperhoofd worden!’
Nynke van Hichtum (13 februari 1860 - 9 januari 1939) Beeld door Hans Jouta in Nes, 1997
De Duitse schrijver Friedrich Christian Delius werd geboren in Rome op 13 februari 1943. Zie ook alle tags voor Friedrich Christian Delius op dit blog.
Uit: Die Frau, für die ich den Computer erfand
„Und das Schlimmste, nein, das Komischste ist eigentlich, dass ich meine eigenen Reden nicht mehr hören kann oder nicht mehr hören will. Ich kann nichts Neues mehr sagen, in dem Rahmen nicht, wo alles so künstlich und feierlich und weihevoll ist, bei einem Festakt kann ich nichts Neues mehr sagen, obwohl ich noch einiges zu sagen habe oder zu sagen hätte, was ich noch nie gesagt habe ... Nein, aber darum hab ich Ihrer Drängelei nachgegeben, deshalb hab ich Sie erhört, sozusagen, Ihre Anfrage wegen eines ausführlichen Interviews, eines langen Gesprächs. Erhört, das klingt anzüglich, oder? ... Sei's drum, redigieren Sie das weg, meinetwegen. Streichen Sie, was Sie wollen ... Hauptsache, Sie kapieren, dass ich endlich mal, wie soll ich sagen, anders reden will. Keine Frackrede, keine Krawattenrede, sondern eher im Arbeitskittel, verstehen Sie? Ich will wenigstens den Versuch machen ... Nein! Bloß nicht schreiben! Nie wieder! Einmal Memoiren, das ist Strafarbeit genug. Was das an Kraft kostet, sag ich Ihnen, nie wieder. Da nimmt man Rücksicht, da lässt man so viel weg, da mogelt man sich durch, da stellt man sich, ob man will oder nicht, aufs Podest, wo man vielleicht objektiv hingehrt, aber das ist einem trotzdem peinlich, und dann untertreibt man wieder, was auch falsch ist, es ist eine höllische Arbeit. Nein, ich traue den Autobiografien nicht, nicht mal meiner eigenen. Da nehm ich mir doch lieber vor, eine ganze Nacht vor einem Recorder zu sitzen, sieben, acht, zehn, zwölf Stunden reden und sich ausfragen lassen. Was ist das schon gegen wochenlanges, monatelanges, jahrelanges Schreiben und Verwerfen und Verbessern und Verschlechtern, nie wieder freiwillig so eine Tortur. Einen ganzen Abend und eine ganze Nacht, das ist doch menschlich, finden Sie nicht?“
Friedrich Christian Delius (Rome, 13 februari 1943)
De Zwitserse schrijver Urs Faes werd geboren op 13 februari 1947 in Aarau. Zie ook alle tags voor Urs Faes op dit blog.
Uit: Liebesarchiv
„Es war wenige Tage nach Allerheiligen, ein typischer Novembernebeltag, feucht und grau; wenigstens hatten die wochenlangen Regenfälle, die zu Erdrutschen und Schlammströmen geführt hatten, aufgehört. Allerheiligen hatte mich veranlaßt, auf dem Weg zur Lesung einen Abstecher ins Dorf meiner Kindheit zu machen und das Grab meines Vaters zu besuchen. Das fernab gelegene Tal im schweizerischen Mittelland zwischen Jura und Alpen ist bis heute ländlich geblieben, kleine Dörfer, Weiler, einsame Gehöfte. In diesem Tal, das an Föhntagen den Blick freigibt auf die Schneeberge und dessen Flüsse bei Regen das Hochwasser in Aare und Rhein nordwärts tragen, hatte mein Vater sein ganzes Leben verbracht, hier war er auch gestorben, in diesem Dorf unterhalb der Moräne: Thalheim. Er war vor zehn Jahren als hartnäckiger Protestant ausgerechnet am katholischen Totensonntag beigesetzt worden und hatte das zweifellos als weitere Demütigung empfunden. Auch dieses Jahr war das Grab wieder reichlich mit Blumen geschmückt, Mutter, meine Geschwister, Tanten und Onkel trugen noch immer, Jahr für Jahr, ihre Gebinde ans Grab. Und jedes Jahr lag dieser Blumenstrauß da, auf dessen Schleife in altertümlicher Wendung eine »Verehrerin« dem Toten »ewige Ruhe und stilles Eingedenken entbot. Schon bei der Beerdigung war diese Schleife aufgefallen. Mutters tränenaufgelöstes Gesicht verwandelte sich für Sekunden, wurde starr und hart; ihre Stimme kehrte sich aus dem Schluchzen in ein Stammeln und mundete mit ärgerlichem Unterton in die Frage, von wem denn dieser Strauß sei.“
Urs Faes (Aarau,13 februari 1947)
Zie voor nog meer schrijvers van de 13e februari ook mijn blog van 13 februari 2012 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.
|