De Duitse schrijver Heinrich
Mann werd geboren op 27 maart 1871 in Lübeck. Zie ook alle tags voor
Heinrich Mann op dit blog.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: Die
Jugend des Königs Henri Quatre
«Fein!» rief Henri. «Ich habe eine Frau, wie
heißt sie?»
«Margot. Sie ist ein Kind wie du, sie konnte die Religion noch nicht hassen und
verfolgen. Dennoch glaube ich nicht, daß du Marguerite von Valois heiraten
wirst. Ihre Mutter, die Königin, ist eine zu böse Frau.»
Henri sah das Gesicht Jeannes sich verändern bei der Erwähnung der Königin von
Frankreich. Er erschrak, und seine Phantasie erhielt einen jähen Anstoß. Im
Geist erblickte er eine furchtbar unmenschliche Fratze, eine Klaue, einen
dicken Stock, und er fragte: «Ist sie eine Hexe? Kann sie zaubern?»
«Am liebsten möchte sie es», bestätigte Jeanne. «Aber das ist noch nicht das
Schlimmste.»
«Speit sie Feuer? Frißt sie Kinder?»
«Beides; aber es gelingt ihr nicht immer. Denn die Bosheit hat Gott zu unserem
Glück mit der Dummheit bestraft. Mein Sohn, von diesem allem darfst du keinem
Menschen auch nur ein Wort verraten. »
«Ich werde alles für mich behalten, meine liebe Mama, und ich werde mich hüten,
damit ich nicht gefressen werde.» Er war im Augenblick ganz erfüllt von seinen
Vorstellungen und glaubte daher nicht, daß er sie und die Worte seiner Mutter
je werde verlieren können.
«Halte vor allem fest an dem wahren Glauben, den ich dich gelehrt habe!» sagte
Jeanne innig und auch drohend; er erschrak wieder und diesmal tiefer.
Dies war das erste, was Henri von seiner Mutter Jeanne d'Albret hörte über
Katharina von Medici; und dann wurde wirklich gereist.
Voran fuhr ein großer alter Wagen aus Leder, er trug den Erzieher des Prinzen,
mit Namen La Gaucherie, er trug zwei Pastoren und mehrere Lakaien. Dann folgten
sechs bewaffnete Reiter, lauter protestantische Edelleute, dann der mit rotem
Samt ausgeschlagene Wagen der Königin, darin saß Jeanne mit ihren beiden
Kindern und drei Damen. Den Beschluß des Zuges machten wieder die berittenen
Herren «von der Religion».
Heinrich
Mann (27 maart 1871 12 maart 1950)
Ets door Max Liebermann, 1928
De Duitse
schrijver en historicus Golo Mann werd geboren in München op 27 maart 1909. Zie ook
alle tags voor Golo Mann op dit blog.
Uit: Ludwig I. König
von Bayern
Auch diese Beschreibung könnte mit den
Worten «München leuchtete« beginnen. Wie anders, wenn der Grüne Heinrich
anstatt im Mai 1840, sagen wir im Mai 1810 in die Stadt gekommen wäre.
Natürlich weiß er, daß nahezu all das glänzende Neue, im Gegensatz zu den
dunkeln Bürgerhäusern, das Werk des regierenden Königs ist; mit dem er dann
auch bald persönliche Bekanntschaft macht: »Denn vor kurzer Zeit, da ich. . in
der Abenddämmerung durch eine stille Straße ging, um den bescheidenen Abendtrunk
aufzusuchen, begegnete ich dem mir unbekannten, schlank hageren Manne, der
plötzlich seinen raschen Schritt anhielt und mich achtlos Vorübergehenden
fragte, warum ich ihm nicht die gebührende Ehre erwiese? Erstaunt sah ich ihn
an; aber schon hatte er mir den Hut vom Kopfe genommen, mir die Hand gegeben
und sagte: Kennen Sie mich nicht? Ich bin der König! worauf er seinen Weg in
die Dämmerung hineinfortsetzte.« So etwas erfindet man nicht. Wir wissen ja,
daß Ludwig regelmäßig, meist ohne jede Begleitung, in seiner Hauptstadt
spazieren ging, von den Bürgern eine Ehrenbezeugung erwartete und
selbstverständlich erhielt, auch gern den einen und anderen in ein kurzes
Gespräch zog. Köstlich ist dann bei Keller auch die Beschreibung eines
Fasnachtzuges im folgenden Februar, den der Grüne Heinrich als angehender Maler
selber mitmachen darf, wie die Mitglieder aller Zünfte. Dabei dominieren die
Künstler und Handwerker, die im Dienste des Königs stehen. Es geht durch das
Zentrum der Stadt und hinein in die Residenz, vorbei am König und seiner
Familie: »Der zufrieden, ja vergnügt scheinende Monarch, welcher die rauschende
und farbenstrahlende Festfreude gewissermaßen als den Lohn seines eigenen
Verdienstes betrachten durfte, saß in der Mitte der Seinigen auf goldenem Sessel
und besah sich diese und jene Erscheinung des vorüberwallenden Zuges genau und
richtete an manchen einzelnen ein Scherzwort.«
Golo Mann
(27 maart 1909 - 7 april 1994)
De
Uruguayaans-Nederlandse schrijfster Carolina Trujillo werd geboren in Montevideo, Uruguay, op 27 maart
1970. Zie ook mijn blog van 27 maart 2011.
Uit: De terugkeer van Lupe Garcia
Zolang ze met mij
was, dacht ik, al was het alleen om te praten, te lezen of te slapen, zou ze
niet met een ander gaan. Dat ze voor het eerst met een gozer zoende, een die
niet ik was, zag ik nog net aankomen. Dat verzachtte de klap. De gast waar ze
het voor het eerst echt mee deed, kwam als een verrassing. Ik was steeds de eerste
aan wie ze het vertelde.
Ik heb me goed gehouden. Beter dan ooit, maar die gozer is een van de weinige
mensen uit die tijd van wie ik de voor- en achternaam nog weet. Ik heb hem nog
jarenlang de meest beschimmelde wiet verkocht die ik in huis kon vinden. Met
hem was het anders, troostte Lupe me, maar dat had ik al begrepen.
Waar praten jullie over? vroeg ik. Zelden zon spijt gehad van een vraag.
We praten niet, zei ze. Ik liet me aan haar vriendinnen koppelen als een ezel
aan een kar: me verzettend, schoppend en zelfs slaag krijgend.
Carolina Trujillo (Montevideo, 1970)
De Ierse
schrijver Patrick Joseph
McCabe werd geboren op 27
maart 1955 in Clones, Monaghan. Zie ook alle tags voor Patrick Mc Cabe op dit blog.
Uit: The
Butcher Boy
We called round to Philip and had a swopping
session.
We cleaned him out. I admit it. It was only a
laugh. We'd have given them back if he asked for them. All he had to say was:
Look chaps, I think I want my comics back and we'd have said: OK Phil.
But of course Nugent couldn't wait for that.
Anyway we left Philip with his pile of junk and off we went to the hide going
on about it all until the tears ran down our faces. Wait till you hear this one
Joe would say one flea says to the other what do you say will we walk or take a
dog. He was reading out all these jokes I couldn't stop the laughing, I was
choking. We got so bad I was hitting the grass with my fists crying stop Joe
stop. But we weren't laughing the next day when Nugent got on the job.
I met Joe coming across the Diamond and he
says to me watch out Francie we're in the wars with Nugent. She called at our
house and she'll be round to you. Sure enough I was lying on the bed upstairs
and the knock comes to the front door. I could hear ma humming and the shuffle
of her slippers on the lino. Ah hello Mrs Nugent come in but Nugent was in no
humour for ah hello come in or any of that. She lay into ma about the comics
and the whole lot and I could hear ma saying yes yes I know I will of course! and I was waiting for her to
come flying up the stairs, get me by the ear and throw me on the step in front
of Nugent and that's what she would have done if Nugent hadn't started on about
the pigs. She said she knew the kind of us long before she went to England and
she might have known not to let her son anywhere near the likes of me what else
would you expect from a house where the father's never in, lying about the pubs
from morning to night, he's no better than a pig.
Patrick
McCabe (Clones, 27 maart 1955)
De Nederlandse
schrijver Bob den Uyl werd geboren in Rotterdam op 27 maart 1930. Zie
ook alle tags voor Bob den Uyl op dit blog.
Uit: Het fietswiel
Het omgaan met mensen gaat mij aardig af,
maar zodra ik iets van ze gedaan moet krijgen is het mis. Eindeloos was ik aan
het proberen om Szabul, de man voor me, voorzichtig uit te horen, en steeds zei
ik de domste dingen. Waarom bij voorbeeld zijn bestaan niet belachelijk gemaakt
door als een hond blaffend in zijn been te bijten, in cirkels om hem heen te
gaan draven om dan in straf tempo door te lopen en zakelijke blikken te werpen
op wat zich daartoe leent en dat is vrijwel alles. Waarom heeft een vadsig mens
als hij macht over mij, een macht die ik hem verdomme zelf opdring? Als hij na
een verwarde redevoering zijn relaas besluit met een zo is de mens kijkt hij
je gelukkig aan. Hij heeft de mens bepaald en daarmee zichzelf. Gefeliciteerd!
En ik maar slapjes lachen. Ik stond nu al een uur met hem te praten en wat wist
ik nog van dat fietswiel? Ik zette al mijn doorzichtige diplomatie op zij en
vroeg hem op de man af wat het allemaal betekende. Aan mijn gezicht moest hij
wel zien dat het me ernst werd, dat ik aan het eind van mijn krachten was.
- Kijk, zei hij, het is dus een as met een
middellijn van ongeveer drie centimeter, waaruit metalen spaken steken van
ongeveer dertig centimeter. Het geheel lijkt sterk op een fietswiel zonder
velg, maar is dat niet, omdat de speciale manier waarop fietsspaken worden
geplaatst hier niet is gevolgd. Om één van de spaken zit een voorwerp, van
synthetische stof; het is een vierkant met daarin weer een vierkant, aan het
eerste bevestigd met dunne, in de hoeken geplaatste verbindingen van dezelfde
stof. De beide vierkanten zijn op dezelfde hoogte schuin doorgesneden. Via deze
voor het oog nauwelijks zichtbare gleuven is het voorwerp, het geheel ter
grootte van vier vierkante centimeter, om een spaak gehangen. Het is een toevallig
lijkende constructie waarvan ik de uitvinder ben.
Bob den Uyl
(27 maart 1930 - 14 februari 1992)
De Kroatische
schrijfster Dubravka Ugreić werd geboren op 27 maart 1949 in Kutina in
Joegoslavië. Zie ook alle tags voor Dubravka Ugreić op dit blog.
Uit: The Ministry of Pain (Vertaald door Michael Henry Heim)
Thats why I have the feeling Im learning
to speak from scratch here. And its not easy. Im constantly on the lookout
for breathing spaces to deal with the fact that I cant express what I have in
mind. And theres the larger question of whether a language that hasnt learned
to depict reality, complex as the inner experience of that reality may be, is
capable of doing anything at all telling stories, for instance.
And I was a literature teacher.
After going to Germany, Goran and I settled in Berlin. Germany had been Gorans
choice: Germany did not require visas. Wed saved up quite a bit, enough for a
year. I quickly found my feet: I landed a job as a nanny for an American
family. The Americans paid me more than a decent wage and proved to be decent
people. I also found a part-time job at the National Library, shelving books in
the Slavonic Division one day a week. Since I knew a thing or two about
libraries, spoke Russian in addition to our language and could make sense out
of the other Slavonic tongues, the work came easy to me. I lacked the proper
work permit, however, so they had to pay me under the counter. As for Goran,
whod taught mathematics at the University of Zagreb, he soon found employment
in a computer firm, but he resigned after a few months: a colleague of his had
been hired as a lecturer at a university in Tokyo and was trying to lure Goran
there, assuring him he would get a better job forthwith.!
Goran in turn tried to persuade me to leave, but I held out: I was a West
European, I said by way of self-justification, and I wanted to be close to my
mother and his parents. Which was true. But there was another truth.
Dubravka
Ugreić (Kutina, 27 maart 1949)
De Japanse
schrijver Shusaku Endo werd geboren in Tokio op 27 maart 1923.
Zie ook alle tags voor Shusaku Endo op dit blog.
Uit: Kikus Prayer (Vertaald door Van C. Gessel)
At the outset, I must introduce two girls
who are characters in this novel. Their names are Mitsu and Kiku. They are
cousins only one year apart inage. They have no last names, having been born toward
the end of the Tokugawaperiod into farming families in the Magome District of
Urakami Village, whichborders Nagasaki. Consequently, the government offcials
in Nagasaki and the Buddhist prelates at Shōtokuji Temple recorded in their
registries: Mitsu, daughter of Mohei of Magome District, and Kiku, daughter of
Shinkichi from same district. Shōtokuji was the ancestral temple for this
region.
Were you to drive in Nagasaki toward the
epicenter where the A-bomb wasdropped, on the right side of the highway you
would see a temple with a signreading Shōtokuji Preschool. That area used to
be known as Magome District. These days there is nothing to see there but a
drab national highway with carsand trucks weaving in and out, but around the
time Mitsu and Kiku were born,this area was right next to the ocean.
The Shōtokuji was perched on a hill at
theedge of the water. Mountains pressed up against the shore, leaving little
land that could becultivated. So the farmers in Magome, just like the peasants
in the neigh-boring Satogō, Nakano, Motohara, and Ieno Districts, used the
slopes of the hills and made their living by planting rice crops in the valleys
between. The population of all
these villages combined could not have exceeded nine hundred households. Nothing remains of those days, with Magome now buried
under modernhousing developments. But each time I visit Nagasaki, I always
pause there andclose my eyes, imagining what it must have looked like when
Mitsu and Kikuwere still alive.
Shusaku Endo (27 maart 1923 29 september 1996)
Zie voor nog meer schrijvers van de 27e maart ook mijn
blog van 27 maart 2012 deel 2 en eveneens deel
3.
|