De Amerikaanse schrijver Michael Cunningham is geboren in Cincinnati, Ohio op 6 november 1952. Zie ook mijn blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor Michael Cunningham op dit blog.
Uit: Flesh And Blood
He could wait until harvest time and descend triumphantly, carrying an eggplant or a pepper, perhaps a tomato. He could walk through the autumn dusk to the house where his mother would be laying out supper for his father and brothers. The light would be at his back, hammered and golden. It would cut into the dimness of the kitchen as he threw open the door. His mother and father and brothers would look at him, the runt, of whom so little was expected. When he stood in the vineyard looking down at the worldthe ruins of the Papandreous farm, the Kalamata Companys olive groves, the remote shimmer of townhe thought of climbing the rocks one day to find green shoots pushing through his patch of dust. The priest counseled that miracles were the result of diligence and blind faith. He was faithful. And he was diligent. Every day he took his ration of water, drank half, and sprinkled half over his seeds. That was easy, but he needed better soil as well. The pants sewn by his mother had no pockets, and it would be impossible to steal handfuls of dirt from his fathers garden and climb with them past the goats shed and across the curving face of the rock without being detected. So he stole the only way he could, by bending over every evening at the end of the workday, as if tying down one last low vine, and filling his mouth with earth. The soil had a heady, fecal taste; a darkness on his tongue that was at once revolting and strangely, dangerously delicious. With his mouth full he made his way up the steep yard to the rocks. There was not much risk, even if he passed his father or one of his brothers. They were used to him not speaking. They believed he was silent because his thoughts were simple. In fact, he kept quiet because he feared mistakes. The world was made of mistakes, a thorny tangle, and no amount of cord, however fastidiously tied, could bind them all down. Punishment waited everywhere. It was wiser not to speak.
Michael Cunningham (Cincinnati, 6 november 1952)
De Oostenrijkse
schrijver Robert Musil werd geboren op 6 november 1880 in Klagenfurt. Zie ook mijn blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor Robert Musil op dit blog.
Uit: Der Mann ohne Eigenschaften
Über dem Atlantik befand sich ein barometrisches
Minimum; es wanderte ostwärts, einem über Rußland lagernden Maximum zu, und
verriet noch nicht die Neigung, diesem nördlich auszuweichen. Die Isothermen
und Isotheren taten ihre Schuldigkeit. Die Lufttemperatur stand in einem
ordnungsgemäßen Verhältnis zur mittleren Jahrestemperatur, zur Temperatur des
kältesten wie des wärmsten Monats und zur aperiodischen monatlichen
Temperaturschwankung. Der Auf- und Untergang der Sonne, des Mondes, der
Lichtwechsel des Mondes, der Venus, des Saturnringes und viele andere
bedeutsame Erscheinungen entsprachen ihrer Voraussage in den astronomischen
Jahrbüchern. Der Wasserdampf in der Luft hatte seine höchste Spannkraft, und
die Feuchtigkeit der Luft war gering. Mit einem Wort, das das Tatsächliche
recht gut bezeichnet, wenn es auch etwas altmodisch ist: Es war ein schöner
Augusttag des Jahres 1913.
Autos schossen aus schmalen, tiefen Straßen in die
Seichtigkeit heller Plätze. Fußgängerdunkelheit bildete wolkige Schnüre. Wo
kräftigere Striche der Geschwindigkeit quer durch ihre lockere Eile fuhren,
verdickten sie sich, rieselten nachher rascher und hatten nach wenigen
Schwingungen wieder ihren gleichmäßigen Puls. Hunderte Töne waren zu einem
drahtigen Geräusch ineinander verwunden, aus dem einzelne Spitzen vorstanden,
längs dessen schneidige Kanten liefen und sich wieder einebneten, von dem klare
Töne absplitterten und verflogen. An diesem Geräusch, ohne daß sich seine
Besonderheit beschreiben ließe, würde ein Mensch nach jahrelanger Abwesenheit
mit geschlossenen Augen erkannt haben, daß er sich in der Reichshaupt- und
Residenzstadt Wien befinde. Städte lassen sich an ihrem Gang erkennen wie
Menschen. Die Augen öffnend, würde er das gleiche an der Art bemerken, wie die
Bewegung in den Straßen schwingt, bei weitem früher als er es durch irgendeine
bezeichnende Einzelheit herausfände. Und wenn er sich, das zu können, nur
einbilden sollte, schadet es auch nichts. Die Überschätzung der Frage, wo man
sich befinde, stammt aus der Hordenzeit, wo man sich die Futterplätze merken
mußte. Es wäre wichtig, zu wissen, warum man sich bei einer roten Nase ganz
ungenau damit begnügt, sie sei rot, und nie danach fragt, welches besondere Rot
sie habe, obgleich sich das durch die Wellenlänge auf Mikromillimeter genau
ausdrücken ließe; wogegen man bei etwas so viel Verwickelterem, wie es eine
Stadt ist, in der man sich aufhält, immer durchaus genau
wissen möchte, welche besondere Stadt das sei. Es lenkt von Wichtigerem ab.
Robert
Musil (6 november 1880 15 april 1942)
De Nederlandse schrijfster Nelleke Noordervliet werd
op 6 november 1945 in Rotterdam geboren. Zie ook mijn
blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor
Nelleke Noordervliet op dit blog.
Uit: Vrij man
Ik kijk op een
oude kaart van Rotterdam, mijn geboortestad. Daar heb ik mijn hoofdpersoon
geplaatst. Met opzet. Amsterdam beheerst ons beeld van de Gouden Eeuw. De
grachtengordel getuigt tot op de dag van vandaag van de bloei van de stad. Ik
woon er zelf. De buurt is een dorp. Het leven is er net zo bruisend en intiem
als toen. Maar de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën was groter. Er waren
meer steden van belang: Dordrecht, Leiden, Haarlem, Delft, Hoorn, Enkhuizen,
Middelburg, en ja, nadrukkelijk ook Rotterdam. Ik wil een verhaal vertellen dat
speelt in de zeventiende eeuw, en dat clichés vermijdt. De proloog van het boek
speelt zich dan wel af in het New York van nu, het echte verhaal begint in het
Rotterdam van toen.
De stad staat als
een driehoek op de rivier. Het water is de brede basis, in ieder opzicht de
levensader van de stad. De oude Laurenskerk is het stoere hart. Aan de kant van
de Coolvest zijn de nieuwe huizen van rijke kooplieden gebouwd. Aan de kant van
de Hoogstraat wat stegen en sloppen, het gasthuis. In de haven wemelen de
schepen en scheepjes. De geur van brak water. Kooplieden en schippers uit alle
windstreken. Wacht even, ik ben al te ver... Ik moet terug. Niet praten over
geuren en kleuren en pittoreske tafereeltjes. Kijken. Net zo lang kijken tot ik
kan zien. Kijken tot ik kan zien hoe het was. Ik kijk urenlang, vooral naar
kaarten en prenten, de koele weergevers van de werkelijkheid, en verplaats me in
iemand voor wie dat alles gewoon was, voor wie de stad noch een geschiedenis
noch een toekomst had.
Ik moet veel
afleren.
Ik ben doordrenkt
van zeventiende-eeuwse beelden. Uit alle historieplaten, schilderijen,
beschrijvingen, romans, is een composietbeeld ontstaan dat het clair-obscur van
Rembrandt verbindt met het boertige van Jan Steen en de intimiteit van Vermeer,
dat de hoofsheid van Hooft koppelt aan de barokke taal van Vondel en de
amoureusheid van Bredero. Het is het Holland van de Ruysdaelluchten en de
Avercampwinterlandschappen.
Nelleke Noordervliet (Rotterdam, 6 november 1945)
De Surinaamse dichteres en schrijfster Bea
Vianen werd geboren in Paramaribo op 6 november 1935. Zie ook mijn
blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor Bea Vianen op dit blog.
Positie
Wat ik al niet heb
kunnen krijgen!
- verstoten
afgeweerd.
Gemaakt en gebroken
heb ik gedaan
wat ik zelf wou;
niemand is
aansprakelijk,
aan niemand gaf ik
het recht
zich in te laten
met mijn daden
die dieper raken
dan mijn huid.
Heel lang geleden
bestond zij, de
liefde: een tabbetje,
een rif, een atòl,
ver van de praatjes
en de leugens
ging zij, een
korjaal, méé met de stroom.
Toen op een morgen
werd ik wakker
de stilte gehaakt
in mijn keel;
starende kamers in
starend verbazen
en uit dat staren
ontstond een steen.
Te zijn...
Te zijn
een vleugje zoet
van sinaasappelbloesems
heel even maar echt
genoeg om
in je wakker te
maken een vogelconcert
zo luid alsof het
orkest de toetsen de stokken
en de halzen uit de
zalven boven de stammen
komt.
Te zijn
dansend oranje in
een wijde cirkel
van strookjes
een rinkelende hand
een vragende hand
mijzelf te beheren
met de glimlach van een eigenaar
die loopt over
vreemde terreinen.
Bea Vianen
(Paramaribo, 6 november 1935)
De Vlaamse literatuurwetenschapper en auteur Gilbert (Bert) Vanheste werd
geboren in Pervijze op 6 november 1937. Zie ook alle tags voor Bert Vanheste op dit blog.
Uit: In het land der blinden is Le Roy koning (Over De ziener van Simon Vestdijk)
Zo te zien had
Vestdijk, toen hij in 1958 De ziener
schreef, geen oog voor de maatschappelijke werkelijkheid. Hij liet zijn
verteller (en zijn lezers) de zonderling Le Roy, de lerares Frans, Rappange,
haar leerling Dick Thieme Backer en nog wat nevenfiguren, in het vizier nemen.
Het aangeboden kijkgat staat een scherp, maar begrensd zicht toe. De aandacht
wordt gevestigd op de innerlijke werkelijkheid en op de veruitwendiging daarvan
in het geïsoleerde gedrag van de individuele personages of in de omgang van
twee of drie, een enkele keer vier van hen. Zo is Le Roy in het eerste
hoofdstuk de enige toeschouwer tijdens het spel van de kaatsers Van der Meulen
en Roukema. Als Dick in het slothoofdstuk op het station afscheid neemt van
Rappange, is het perron eerst leeg, later is er een vrouw en een kind, twee
conducteurs, één fabrikant. Tussendoor bespiedt Le Roy vrijende paartjes en als
hij weer eens in elkaar geslagen wordt, schiet Dick hem ter hulp. Zelfs dan
zijn er niet echt vier personen: Le Roy onttrekt zich aan het gezelschap door
zich bewusteloos te houden en zodra een andere gluurder naar voren treedt,
vlucht het paartje. De uitzondering vormt het conclaaf van de directeur met
drie leraren. Alhoewel: de gezaghebbendste van het drietal, Brouwers, stelt
zich nadrukkelijk afzijdig op.
Ogenschijnlijk is De ziener allesbehalve een sociale
roman. De mensen die erin optreden hebben veel weg van de postzegels van Le
Roy: Het waren kleine wereldjes, die zich van de grote wereld hadden
afgezonderd, kleine spiegels die hun herkomst nog maar weerkaatsten op een
fantastisch vereenvoudigde en daarbij merkwaardig belangeloze wijze. (170).
Centraal in Vestdijks visie staan die autonome personages. De wereld is
hooguit aanwezig als achtergrond, als herinnering aan hun herkomst. Althans op
het eerste gezicht. Bij nader inzien blijkt de autonomie deels schijn of op
zijn minst net zo paradoxaal als Le Roys postzegels:
Bert Vanheste (6 november 1937 -
23 februari 2007)
Zie voor nog meer schrijvers van de 6e november ook mijn
blog van 6 november 2011 deel 1
en eveneens deel 2.
|