De Engelse dichter William Wordsworth werd geboren op 7 april 1770 in Cockermouth, Cumberland. Zie ook alle tags voor William Wordsworth op dit blog.
The World Is Too Much With Us; Late And Soon
The world is too much with us; late and soon, Getting and spending, we lay waste our powers: Little we see in Nature that is ours; We have given our hearts away, a sordid boon! This Sea that bares her bosom to the moon; The winds that will be howling at all hours, And are up-gathered now like sleeping flowers; For this, for everything, we are out of tune, It moves us not.--Great God! I'd rather be A Pagan suckled in a creed outworn; So might I, standing on this pleasant lea, Have glimpses that would make me less forlorn; Have sight of Proteus rising from the sea; Or hear old Triton blow his wreathed horn.
A Character
I marvel how Nature could ever find space For so many strange contrasts in one human face: There's thought and no thought, and there's paleness and bloom And bustle and sluggishness, pleasure and gloom.
There's weakness, and strength both redundant and vain; Such strength as, if ever affliction and pain Could pierce through a temper that's soft to disease, Would be rational peace--a philosopher's ease.
There's indifference, alike when he fails or succeeds, And attention full ten times as much as there needs; Pride where there's no envy, there's so much of joy; And mildness, and spirit both forward and coy.
There's freedom, and sometimes a diffident stare Of shame scarcely seeming to know that she's there, There's virtue, the title it surely may claim, Yet wants heaven knows what to be worthy the name.
This picture from nature may seem to depart, Yet the Man would at once run away with your heart; And I for five centuries right gladly would be Such an odd such a kind happy creature as he.
William Wordsworth (7 april 1770 – 23 april 1850) Borstbeeld tegenover het Wordsworth House in Cockermouth
De Nederlandse schrijver en columnist Özcan Akyol werd geboren in Deventer op 7 april 1984. Zie ook alle tags voor Özcan Akyol op dit blog.
Uit: Eus
“Het arbeidersvolk in de Bergpoortstraat lag al te slapen en het schorriemorrie van seksclub Isabelle voerde geheime gesprekken op straat, toen mijn oudste broer, ruim na bedtijd, de longen uit zijn lijf holde, op zoek naar onze vader. In het vierde café trof hij hem aan met een paar van zijn Turkse vrienden, die mijn vader kende van de doppenfabriek. Daar werkten zij sinds 1974 in de productiehal. De meesten waren door een vertegenwoordiger van het bedrijf geronseld tijdens een speurtocht door de bergen van Turkije. Ruim tien jaar geleden. Ze werden gekeurd op leeftijd en postuur. Toen mijn broer het dranklokaal inliep, zat Turis strontlazarus aan een tafeltje. Met zijn benen gekruist. Hij dronk raki, rookte Drum en luisterde naar een besnorde man die een krakkemikkige saz bespeelde. De aanwezigen zongen om de beurt mee met liedjes die over liefdesverdriet, heimwee en de dood gingen. Mahir trok aan de arm van onze vader. ‘Papa, hij is er. .. De baby is er! Vader wierp een onderzoekende blik op mijn broer, keek hem streng aan en vroeg: ‘Wie ben jij nu weer?’ Net toen mijn broer met betraande ogen wilde verklaren wie hij was, bemoeide een andere stamgast zich met het gesprek. ‘Gefeliciteerd, Turis. De jongste telg is er. Hoera! Langzamerhand begon iedereen te begrijpen wat er aan de hand was. De mannen vielen elkaar in de armen, zongen ter ere van het pasgeboren kind en jongleerden Mahir in het rond. Dat rondgooien van mijn broer ging trouwens snel vervelen. Ergens halverwege verslapte de concentratie en landde Mahir keihard op de tegels. Hij was wel meteen van zijn melktanden verlost. ‘We drinken de hele nacht. . . ’ brulde vader. ‘Maar niet op mijn kosten.’ De volgende ochtend klonk de bel. Moeder lag nog in het ziekenhuis, daarom stoof mijn oudste broer in zijn Longstreet-pyjama naar de gang. Hij gerig deed hij open. Kosta, mijn andere broer, was intussen ook wakker. ‘Is jullie papa thuis?’ vroeg de gesluierde buurvrouw. ‘En waarom zijn jullie niet op school?’
Özcan Akyol (Deventer, 7 april 1984)
De Chileense dichteres en diplomate Gabriela Mistral werd geboren in Vicuña, Chili op 7 april 1889. Zie ook alle tags voor Gabriela Mistral op dit blog.
Decalogue Of The Artist
I. You shall love beauty, which is the shadow of God over the Universe.
II.There is no godless art. Although you love not the Creator, you shall bear witness to Him creating His likeness.
III.You shall create beauty not to excite the senses but to give sustenance to the soul.
IV. You shall never use beauty as a pretext for luxury and vanity but as a spiritual devotion.
V. You shall not seek beauty at carnival or fair or offer your work there, for beauty is virginal and is not to be found at carnival or fair.
VI. Beauty shall rise from your heart in song, and you shall be the first to be purified.
VII.The beauty you create shall be known as compassion and shall console the hearts of men.
VIII.You shall bring forth your work as a mother brings forth her child: out of the blood of your heart.
IX. Beauty shall not be an opiate that puts you to sleep but a strong wine that fires you to action, for if you fail to be a true man or a true woman, you will fail to be an artist.
X. Each act of creation shall leave you humble, for it is never as great as your dream and always inferior to that most marvelous dream of God which is Nature.
Gabriela Mistral (7 april 1889 – 10 januari 1957)
De Nederlandse dichter en schrijver Henk Fedder werd op 7 april 1890 te Amsterdam geboren. Zie ook alle tags voor Henk Fedder op dit blog.
Tram (Lijn 13)
De tram bonkt door een zondoorkookte stad, Je staat, je zweet, ze drukken je half plat en al mijn medemenschen ruiken ongewasschen.... Ik wou, dat ik een koets met 13 paarden had.
De laatste ronden O God, wat worden wij meedoogenloos geslagen, De laatste vrachtenleed zijn bijna niet te dragen, Het land ligt platgebrand, onschuldigen vermoord, De dijkbreuk schreeuwt tot U, verdronken velden klagen.
Henk Fedder (7 april 1890 – 29 mei 1979)
De Oostenrijkse schrijver Johannes Mario Simmel werd op 7 april 1924 in Wenen geboren. Zie ook alle tags voor Johannes Mario Simmel op dit blog.
Uit: Liebe ist nur ein Wort
“Das erste Wort, das der Schnee unsichtbar werden ließ, lautete »...niemals...«. Das zweite Wort, das verschwand, lautete »...immer...«. Das Blatt, auf dem die Worte standen, war unter einen Holzsplitter geglitten, der aus dem Boden der Turmstube ragte. So widerstand das Papier der Zugluft, die zwischen den Luken des Gemäuers herrschte, Schneekristalle stäubten auf die blutbefleckten Dielen. Die Dielen waren alt, das Blut auf ihnen war noch jung, frisch, feucht und warm. Die Dielen waren so alt wie die schwarzen Dachbalken, die klobigen, unförmigen Mauersteine, die morsche, gleichfalls blutbespritzte Wendeltreppe. Älter als sie alle war der Turm. Viele Jahrhunderte alt. Älter als das Christentum in diesem Lande. Das Wort »...vergessen...« und, an einer anderen Stelle des Blattes, die Worte »...mit meinem ganzen Herzen...« schneiten jetzt zu, danach der Name, der als Unterschrift den Brief beendete, dessen unregelmäßig verlaufende Zeilen die fiebrigen, fliegenden Züge einer Frauenhandschrift trugen. In großer Eile, großer Angst oder großer Verzweiflung mußte die Botschaft geschrieben worden sein, die der Schnee da begrub, lautlos und leise. Vor sechzehnhundert Jahren bereits hatte jener Turm nur noch eine Ruine dargestellt. Elfmal war er in den folgenden Zeiten renoviert worden, von hessischen Raubrittern und hessischen Landgrafen, das letztemal von Seiner Allergnädigsten Durchlaucht Wilhelm IX. im Jahre 1804-dem Wunsche dieses hohen Herrn gemäß in seinem ursprünglichen Stil: Als Wahrzeichen und Aussichtsturm. Nun war das Gemäuer längst schon wieder fast eine Ruine, an deren Fuß eine Tafel den Wanderer warnte: Einsturzgefahr! Betreten Verboten! Ignorierte man jedoch solcherlei Hinweise, dann konnte man durch die Luken der Turmkammer weit, weit hinaus ins Land blicken. ... „
Johannes Mario Simmel (7 april 1924 – 1 januari 2009)
De Amerikaanse schrijver Donald Barthelme werd geboren op 7 april 1931 in Philadelphia. Zie ook alle tags voor Donald Barthelme op dit blog.
Uit: The Dead Father
“The Dead Father was slaying, in a grove of music and musicians. First he slew a harpist and then a performer upon the serpent and also a banger upon the rattle and also a blower of the Persian trumpet and one upon the Indian trumpet and one upon the Hebrew trumpet and one upon the Roman trumpet and one upon the Chinese trumpet of copper-covered wood. Also a blower upon the marrow trumpet and one upon the slide trumpet and one who wearing upon his head the skin of a cat performed upon the menacing murmurous cornu and three blowers on the hunting horn and several blowers of the conch shell and a player of the double aulos and flautists of all descriptions and a Panpiper and a fagotto player and two virtuosos of the quail whistle and a zampogna player whose fingering of the chanters was sweet to the ear and by-the-bye and during the rest period he slew four buzzers and a shawmist and one blower upon the water jar and a clavicytheriumist who was before he slew her a woman, and a stroker of the theorbo and countless nervous-fingered drummers as well as an archlutist, and then whanging his sword this way and that the Dead Father slew a cittern plucker and five lyresmiters and various mandolinists, and slew too a violist and a player of the kit and a picker of the psaltery and a beater of the dulcimer and a hurdy-gurdier and a player of the spike fiddle and sundry kettledrummers and a triangulist and two-score finger cymbal clinkers and a xylophone artist and two gongers and a player of the small semantron who fell with his iron hammer still in his hand and a trictrac specialist and a marimbist and a maracist and a falcon drummer and a sheng blower and a sansa pusher and a manipulator of the gilded ball. The Dead Father resting with his two hands on the hilt of his sword, which was planted in the red and steaming earth. My anger, he said proudly. Then the Dead Father sheathing his sword pulled from his trousers his ancient prick and pissed upon the dead artists, severally and together, to the best of his ability-four minutes, or one pint.”
Donald Barthelme (7 april 1931 – 23 juli 1989) Karikatuur door Edward Sorel in The New Yorker, 2009
De Deense dichter en schrijver Jens Peter Jacobsen werd geboren op 7 april 1847 in Thisted. Zie ook alle tags voor Jens Peter Jacobsen op dit blog.
Uit: Niels Lyhne (Vertaald door Annelies van Hees)
“Dat zij verliefd werd op hem, sprak bijna vanzelf. Eindelijk iemand uit de buitenwereld, iemand die in die grote, verre steden was geweest, waar wouden van torens en spitsen zich tegen de heldere, zonnige hemel aftekenden, waar de lucht trilde van klokgelui, van het ruisen van orgels en de vlugge klanken van mandolines. Terwijl processies, fonkelend van goud en kleuren, door de brede straten golfden, waar de marmeren huizen glansden en bonte wapenschilden van trotse geslachten twee aan twee boven de brede deuren prijkten, terwijl waaiers glommen en sluiers wapperden op de gewelfde balkons met hun gebeeldhouwde bloemen. Dit was iemand die door streken had gezworven waar triomferende legers over de wegen waren getrokken, waar machtige veldslagen de namen van dorpen en velden van een onsterfelijke glans hadden voorzien, waar de rook van de vuren van zigeuners verlangend opsteeg tot boven de boomkruinen, terwijl rode ruïnes van de heuvels die met wijnloof waren bedekt, neerkeken op het vriendelijke dal waar het waterrad ruiste en kuddes met klinkende bellen over de bruggen met brede bogen huiswaarts keerden. Over al die dingen vertelde hij, niet zoals dichters dat doen, maar wel veel en o, zo vertrouwd zoals ze het hier over de stadjes in het district en de naburige parochies hadden. Hij sprak ook over schilders en schrijvers en prees soms mensen de hemel in van wie zij nooit eerder had gehoord. Hij liet haar hun schilderijen zien en las samen met haar in de tuin op de heuvel waar ze over het blinkende water van de fjord en de bruine golvende hei uitkeken hun gedichten – de liefde maakte hem poëtisch en de streek kreeg er schoonheid door, de wolken werden de wolken die in de gedichten zweefden en de bomen in de tuin kregen het lover dat in de balladen zo weemoedig ruiste.”
Jens Peter Jacobsen (7 april 1847 – 30 april 1885) Portret door E. Josephson, 1879
De Antilliaans-Nederlandse dichter en kunstenaar Quinsy Gario (ook bekend onder het pseudoniem T. Martinus) werd geboren in Curaçao op 7 april 1984. Zie ook alle tags voor Quinsy Gario op dit blog.
Gedicht 160
We luisterden met vingertoppen. Het geklop van harten verruilt voor zachte stemmen wachtend op moois. Het kwam, het kwam. Zonder tranen zonder tuiten. Gezellig hé?
Quinsy Gario (Curaçao, 7 april 1984)
Zie voor nog meer schrijvers van de 7e april ook mijn blog van 7 april 2014 en ook mijn blog van 7 april 2013 deel 1 en eveneens deel 2.
|