De Amerikaanse dichteres en schrijfster Maya Angelou (eig. Margueritte Johnson) werd geboren in Saint Louis, Missouri, op 4 april 1928. Zie ook alle tags voor Maya Angelou op dit blog.
Woman Work
I've got the children to tend The clothes to mend The floor to mop The food to shop Then the chicken to fry The baby to dry I got company to feed The garden to weed I've got shirts to press The tots to dress The can to be cut I gotta clean up this hut Then see about the sick And the cotton to pick.
Shine on me, sunshine Rain on me, rain Fall softly, dewdrops And cool my brow again.
Storm, blow me from here With your fiercest wind Let me float across the sky 'Til I can rest again.
Fall gently, snowflakes Cover me with white Cold icy kisses and Let me rest tonight.
Sun, rain, curving sky Mountain, oceans, leaf and stone Star shine, moon glow You're all that I can call my own.
Harlem Hopscotch
One foot down, then hop! It's hot. Good things for the ones that's got. Another jump, now to the left. Everybody for hisself.
In the air, now both feet down. Since you black, don't stick around. Food is gone, the rent is due, Curse and cry and then jump two.
All the people out of work, Hold for three, then twist and jerk. Cross the line, they count you out. That's what hopping's all about.
Both feet flat, the game is done. They think I lost. I think I won.
Maya Angelou (4 april 1928 – 28 mei 2014)
De Nederlandse schrijfster en hoorspelmaker Hanneke Hendrix werd geboren in Tegelen op 4 april 1980. Zie ook alle tags voor Hanneke Hendrix op dit blog.
Uit: De dyslectische-hartenclub
“'Is ze wel bij?' vroeg ik. 'Ze is zeker bij', zei Vandersteen. Daarna riep ze weer over het gordijn: 'Ze verstaat me prima!' 'We kunnen het verder uitstekend vinden', zei ze weer op normale toon. 'Zeg maar gerust dat het een meisje is. Wat zal ze zijn? Een jaar of twintig? Je kunt het niet zo goed zien. Ze is nogal verbrand.' 'Goh', zei ik. 'Zo te horen moet jij het ook niet echt van je uitgebreide vocabulaire hebben.' Ik schraapte mijn keel en keek haar aan. Ik had ondertussen het potloodje van mijn schoot gepakt en friemelde er wat mee. Vandersteen had haar armen over elkaar gevouwen en keek me indringend aan. Niet op een vervelende manier, vriendelijk. 'Ligt u al lang hier?' zei ik uiteindelijk. 'Een weekje of wat. Twee, drie, vier, vijf. Ik hou het allemaal niet meer zo bij. In het ziekenhuis dan, hè? Op deze kamer pas net. Sinds gister.' Aan de andere kant hoorde ik mevrouw X ademen, ze ademde steeds langzaam in door haar neus en blies dan in een korte stoot de lucht weer naar buiten. 'En zij?' Ik wees voor me uit en ook al zag mevrouw X dat niet, ik deed het toch met wat schroom. 'Ze werd gisteren binnengerold. Gezelligheid op de kamer, dacht ik. Dácht ik. Niet dus. En nou ben jij d'r.' 'Ik lag eerst ook alleen op een kamer', zei ik. 'Vond je dat fijner?' Ik haalde mijn schouders op. 'Op een gegeven moment word je te duur.' 'Ja', zei Vandersteen. 'En wat dacht je van die agent voor de deur?' 'Wie?' zei ik. Ik had op de vorige kamer ook een agent voor de deur gehad, maar dat hoefde Vandersteen niet te weten.”
Hanneke Hendrix (Tegelen, 4 april 1980)
De Britse schrijfster E. L. James (pseudoniem van Erika Leonard) werd op 4 april 1963 in Buckinghamshire als Erika Mitchell geboren.Zie ook alle tags voor E. L. James op dit blog.
Uit: Fifty Shades of Grey
“I gave mom a bear hug and I felt her warmth along with her well wishes for me in our embrace. She knew how edgy I felt about Christian visiting our home. The next stop was mine and the churning in my belly told me exactly how anxious I really was. All too soon Collins parked in front of my building and carried our bags up to the fourth floor. Christian lifted our son from the car and held him close, Chris’ head resting on his broad shoulder. In an effort to dispel my angst I started jabbering as we walked. Even to my own ears I sounded overly chipper as I told him about Jo-Anne, the neighbour to the right of us. I mentioned that she had a son, the same age as Chris and how they were best friends – like only children can be. I stumbled through a list of all the good things I could tally about the building, that we’ve never had problems with crime and that it was well maintained – all the while feeling unreasonably defensive of the home I’ve made for us. What will Christian think? The pressure was eating away at me. At the front door I fumbled clumsily with the keys and wondered where the flowers I ordered were. I was expecting them to be waiting, ready to put me back on an even keel, restore the balance of power between us and maybe gain a clue to the depth of his reticence about our relationship. Oh well, nothing I can do about that now. Collins placed our bags in the hallway, nodded his goodbye and left to wait in the car. I quickly made my way to Chris’ room with Christian tailing behind. I turned down his bed and closed the curtains. Christian laid him down, ever so gently. He just stirred and turned on his side, still far away in the land of nod. I pulled off his shoes and Christian asked if he could tuck him in and sit with him for a while.”
E. L. James (Buckinghamshire, 4 april 1963) Scene uit de film „Fifty Shades of Grey”, 2015
De Nederlandse dichter en schilder Marko Klomp werd geboren op 4 april 1974 in Goes. Zie ook alle tags voor Marko Klomp op dit blog.
Open wond Kwetsbare plekken hebben zich verbrand aan kokende tranen Verstouwend verband bedekt uitstortingen met de zachte wikkel van het vergeven en vergeten
Besmette wonden blijven open en herkenbaar als de littekens in het hoofd.
Verbindingsplaatje
Geplet of gegoten koppelteken voor twee twee helftjes van gebroken levens
plaatje voegt barsten in de spiegel samen samen overgaan tot een nieuwe stof
Ik hoor het jou zeggen tot geheel innig met elkaar met elkaar samen verenigen.
Marko Klomp (Goes, 4 april 1974)
De Franse schrijfster Marguerite Duras (pseudoniem van Marguerite Donnadieu) werd geboren op 4 april 1914 in Gia Dinh, Indochina (nu Vietnam). Zie ook alle tags voor Marguerite Duras op dit blog.
Uit: Écrire
“C'est dans une maison qu'on est seul. Et pas, au-dehors d'elle mais au-dedans d'elle. Dans le parc il y a des oiseaux, des chats. Mais aussi une fois, un écureuil, un furet. On n'est pas seul dans un parc. Mais dans la maison, on est si seul qu'on en est égaré quelquefois. C'est maintenant que je sais y être restée dix ans. Seule. Et pour écrire des livres qui m'ont fait savoir, à moi et aux autres, que j'étais l'écrivain que je suis. Comment est-ce que ça s'est passé? Et comment peut-on le dire? Ce que je peux dire c'est que la sorte de solitude de Neauphle a été faite pour moi. Pour moi. Et que c'est seulement dans cette maison que je suis seule. Pour écrire. Pour écrire pas comme je l'avais fait jusque-là. Mais écrire des livres encore inconnus de moi et jamais encore décidés par moi et jamais décidés par personne. Là j'ai écrit Le Ravissement de Lol V. Stein et Le Vice-Consul. Puis d'autres après ceux-là. J'ai compris que j'étais une personne seule avec mon écriture , seule très loin de tout. ça a duré dix ans peut-être, je ne sais plus, j'ai rarement compté le temps pâssé à écrire ni le temps tout court. J'ai compté le temps passé à attendre Robert Antelme et Marie-Louise ma jeune sœur. Après je n'ai plus rien compté.” (…)
"Je crois que c'est ça que je reproche aux livres, en général, c'est qu'ils ne sont pas libres. On le voit à travers l'écriture : ils sont fabriqués, ils sont organisés, réglementés, conformes on dirait. Une fonction de révision que l'écrivain a très souvent envers lui-même. L'écrivain, alors il devient son propre flic. J'entends par là la recherche de la bonne forme, c'est-à-dire de la forme la plus courante, la plus claire et la plus inoffensive. Il y a encore des générations mortes qui font des livres pudibonds. Même des jeunes : des livres "charmants", sans prolongement aucun, sans nuit. Sans silence. Autrement dit : sans véritable auteur. Des livres de jour, de passe-temps, de voyage. Mais pas des livres qui s'incrustent dans la pensée et qui disent le deuil noir de toute vie, le lieu commun de toute pensée. "
Marguerite Duras (4 april 1914 – 3 maart 1996)
De Oostenrijkse schrijver en dichter Robert Schindel werd geboren op 4 april 1944 in Bad Hall. Zie ook alle tags voor Robert Schindel op dit blog.
Andalusisches Lied
1. Bist du im Stein zu Haus Mädl Bist du im Holz zu Haus Mädl Ist deine Mutter ein Schatten Dein Vater ein Staubkorn? Bist du im Jetzt zu Haus Mädl Bist du im Hier zu Haus Mädl Ist dein Körper ein Holzwurm Dein Denken die Lichtspur? Bist du bei dir zu Haus Mädl Bist du bei ihm zu Haus Mädl Ist deine Liebe die Frage Dein Hass eine Antwort? Bist du so gern zu Haus Mädl Bist du nie zu Haus Mädl Ist deine Hütte die Faust Deine Liegstatt ein Staubkorn?
2. Bist du im Stein zu Haus Mädl In meinem Herz zu Haus Mädl Ist deine Mutter erschossen Dein Vater verscharrt längst?
3. So ist es amigo Es ist so wie du es sagst
Robert Schindel (Bad Hall, 4 april 1944)
De Nederlandse schrijver, letterkundige en Surinamist Michiel van Kempen werd geboren in Oirschot op 4 april 1957. Zie ook alle tags voor Michiel van Kempen op dit blog.
Uit: Jonge Surinaamse schrijvers: Een idealistische generatie met de hand op de knip
“Een maatschappij die benauwt? Als je Cándani op haar praatstoel wil krijgen moet je daarover beginnen. Cándani (Maanlicht) is de schrijversnaam van Ashakoemarie Radjkoemar. Zij werd op 8 maart 1965 geboren aan de Mon Plaisirweg in het District Suriname, als op één na jongste uit een gezin dat negen kinderen telde. In 1990 verscheen haar debuutbundel Ghunghru tut gail/De rinkelband is gebroken, als coproduktie van uitgeverij De Volksboekwinkel te Paramaribo en het Nederlands Bibliotheek- en Lectuur Centrum te 's-Gravenhage. Verzen van een peilloze somberte in het Nederlands en het Sarnami, de taal van de Surinaamse hindostanen. De bundel werd in Nederland ten doop gehouden en Cándani bleef maar meteen hangen, als een stok in een boom. In Cándani's religieuze achtergrond (Sanathan Dharm), in het kindertal van het ouderlijk gezin, in haar spoedige voorbestemming voor de rol van moeder is alles keurig volgens het boekje van de hindostaanse leefwereld. En natuurlijk in de onvermijdelijke schoondochter, de feeksachtige zwageres. Cándani: ‘Ik ben altijd gepest door vrouwen, door mijn zusters, door meisjes op school. Mijn eigen broer mocht niet met me praten van mijn zwageres. Ik kwam wel eens op boyti [in het district, buiten Paramaribo - MvK] en dan vroeg mijn broer me: ‘Asha, ik ben bij je langsgekomen vorige week en je was er niet. Waar was je toen en toen?’ En dan zei ik hem: ‘Maar ik heb je gisteren toch gezien. Waarom heb je dat toen niet gevraagd?’ ‘Ja, mijn vrouw was thuis toch.’ Nou ja, er is een tijd geweest dat ik ook wel genoot van dit soort dingen, hoor.’
Michiel van Kempen (Oirschot, 4 april 1957) Cándani in 1992
De Duitse dichteres en schrijfster Bettina von Arnim werd op 4 april 1785 geboren in Frankfurt am Main. Zie ook alle tags Bettina von Arnim op dit blog.
Seelied
Es schien der Mond gar helle, Die Sterne blinkten klar, Es schliefen tief die Wellen, Das Meer ganz stille war.
Ein Schifflein lag vor Anker, Ein Schiffer trat herfür: Ach wenn doch all mein Leiden Hier tief versunken wär.
Mein Schifflein liegt vor Anker, Hat keine Ladung drin, Ich lad ihm auf mein Leiden Und laß es fahren hin.
Und als er sich entrissen Die Schmerzen mit Gewalt, Da war sein Herz zerrissen, Sein Leben war erkalt'.
Die Leiden all schon schwimmen Auf hohem Meere frei, Da heben sie an zu singen Eine finstre Melodei.
Wir haben festgesessen In eines Mannes Brust, Wo tapfer wir gestritten Mit seines Lebens Lust.
Nun müssen wir hier irren Im Schifflein hin und her: Ein Sturm wird uns verschlingen, Ein Ungeheuer im Meer.
Da mußten die Wellen erwachen Bei diesem trüben Sang; Verschlangen still den Nachen Mit allem Leiden bang.
Bettina von Arnim (4 april 1785 – 20 januari 1859) Schloss Wiepersdorf in Brandenburg, waar Bettina von Arnim na haar huwelijk drie jaar woonde.
De Fins-Zweedse dichteres Edith Irene Södergran werd geboren in Sint-Petersburg op 4 april 1892. Zie ook alle tags voor Edith Södergran op dit blog.
Triomf te bestaan
Wat vrees ik? Ik ben een deel van de oneindigheid. Ik ben een deel van de grote kracht van 't heelal, een wereld apart onder miljoenen werelden, een ster van eerste grootte die 't laatste dooft. Triomf te leven, triomf te ademen, triomf te bestaan! Triomf de tijd ijskoud door je aders te voelen vloeien en de stille vloed van de nacht te horen en op de berg te staan onder de zon. Ik loop op zon, ik sta op zon, ik weet alleen nog maar van zon. Tijd - omvormer, tijd - vernieler, tijd - begoochelaar, kom je met nieuwe listen, duizend streken om mij een bestaan te bieden als een klein zaad, als een kronkelslang, als een klip midden in de zee? Tijd - gij moordenaar - ga weg van mij! De zon vult mijn borst boordevol met lieflijke honing en ze zegt: eenmaal doven alle sterren, maar ze lichten altijd zonder vrees.
De bomen van mijn jeugd
De bomen van mijn jeugd staan hoog in het gras en schudden hun hoofden: wat is er van je geworden? Zuilenrijen staan als verwijten: onwaardig ga je onder ons! Je bent kind en moet alles kennen, waarom ben je dan door de banden der ziekte geketend? Je bent mens geworden, vreemd, verfoeilijk. Toen je kind was voerde je lange gesprekken met ons, je blik was wijs. Nu wilden we je 't geheim van je leven vertellen: de sleutel van alle geheimen ligt in 't gras op de frambozenberg. We wilden je voor het hoofd stoten, jij slapende, We wilden je wekken, dode, uit je slaap.
Vertaald door Victor Claes
Edith Södergran (4 april 1892 - 24 juni 1923) Cover Zweedse biografie
Zie voor nog meer schrijvers van de 4e april ook mijn blog van 4 april 2015 deel 2.
|