De Amerikaanse schrijver Walker Percy werd geboren op 28 mei 1916 in Birmingham, Alabama. Na de suïcide van zijn vader in 1929 verhuisde zijn familie naar Athens, Georgia. Zijn moeder stierf twee jaar later in een auto-ongeluk. Percy en zijn twee broers werden daarna opgevoed in Greenville, Mississippi door hun oom William Alexander Percy, een prominente advocaat en dichter. Percy bezocht de Universiteit van North Carolina in Chapel Hill en studeerde in 1937 af in chemie. Vier jaar later, in 1941, behaalde hij een bul in geneeskunde aan Columbia University. Zijn medische carrière kwam echter tot stilstand nadat tuberculose bij hem werd geconstateerd, waarvoor hij de komende drie jaar in een sanatorium verbleef. Hij trouwde met Mary Bernice Townsend in 1946 en verhuisde naar Covington, Louisiana. Ook bekeerde de van huis uit protestantse Percy zich in deze periode tot het katholicisme. Vanaf het begin van de jaren '50 ging Percy zich richten op het schrijverschap. Zijn eerste publicaties waren essays op het gebied van semiotiek en filosofie, en in 1961 publiceerde Percy zijn eerste roman, The Moviegoer. De boek kreeg een jaar later een National Book Award voor fictie toegekend. In 1998 werd The Moviegoer opgenomen in de lijst van de honderd beste Engelstalige boeken van de 20ste eeuw, opgesteld door de Amerikaanse uitgever Modern Library. Percy heeft vijf andere romans en verschillende non-fictiewerken op zijn naam staan.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Uit: The Second Coming
Well then, does anything really change in a lifetime, he asked the sly sidelong-looking Andrea del Sarto in the Mercedes mirror? No, you are the same person with whom I struck the pact roaring out old U.S. 66 through the lonesome towns and empty desert. You don't ever really learn anything you didn't know when you were thirteen.
And what was that?
All I knew for sure then and now was that after what happened to me nothing could ever defeat me, no matter what else happened in this bloody century. If you didn't defeat me, old mole, loving father and death-dealer, nothing can, not wars, not this century, not the Germans. We beat the Germans, nutty as we are, and now drive perfect German cars, we somewhat frazzled it is true, and shaky, but victorious nevertheless.
Ah, but what if the death is not in the century but in your own genes, that you of all men are a child of the century because you are as death-bound by your own hand as the century is you and you of all men should be most at home now, as bred for death as surely as a pointer bitch to point, that death your own death is what you really love and won't be happy till you have, what then?
Then we'll know, won't we?
Grinning and shivering on the back seat thirty years later, teeth clacking, this raddled middle-aged American sat in his German car in the mountains of North Carolina hugging himself and making shoulder movements like a man giving body English to a pinball machine except that he was thinking about J. E. B. Stuart and Baron von Richthofen and World War II and fighting the Germans, which he had not done. Instead, he took two quick drinks from the gold-lined silver jigger and waited until the warmth bloomed under his ribs and the shaking stopped.
Walker Percy (28 mei 1916 10 mei 1990)
De Australische schrijver Patrick Victor Martindale White werd geboren in Londen op 28 mei 1912. Van 1932 tot 1935 studeerde hij aan de universiteit van Cambridge in Engeland Franse en Duitse literatuur. Zijn eerste gedichten verschenen nog tijdens zijn studie in The London Mercury: Na zijn studie kon hij zich, gesteund door zijn vader, in Londen vestigen. Toen zijn vader overleed kon hij door de erfenis zijn werk als schrijver zonder geldelijke nood voortzetten. In 1939 vond hij een uitgever voor zijn eerste roman Happy Valley. Tijdens WO II leerde hij als officier in de RAF in Alexandria de Griekse officier Manoly Lascaris kennen die zijn levenspartner zou worden. Na de oorlog kochten zij een huis niet ver van Sydney. In 1957 brak hij met de roman Voss ook in Australië door. In 1973 kreeg hij de Nobelprijs voor de Literatuur voor een episch en psychologisch verhalende kunst die een nieuw continent geïntroduceerd heeft in de literatuur"
Uit: The Eye Of The Storm
In the mountains the weatherboard and fibro townships were minding their own business. Chummier shops displaying pragmatic goods had nothing to hide. But doubts set in among the stragglers, towards the fringes, where houses built for permanence had reached the lurching stage, above the rich humus spread by their shrubberies to soften the logical collapse. The shrubberies themselves, planted by their owners as a sober duty, were touched with a cold apocalyptic fire. Here and there at the foot of a tree, old, broken, black umbrellas arranged singly or in clumps, were seen to stir at times, then to move, slowly, sideways asymmetrically. Some of the old umbrella-forms were trundling through an undergrowth of rhododendrons and azaleas assisted by what appeared to be part of their own aluminium frames, which had become conveniently unstuck, and could be used as crutches.
Basil was stopping the car in front of a shop. On a blind wall a square of faded bluebag was advertising some illegible commodity. Without explaining why, Basil was getting out. Nor did Dorothy ask for explanations: she was frantically searching for some face or object with which to identify herself. As Basil was closing the car door, a boy in jeans followed by a high-stepping spotted dog, came jaunting past. Dorothy tried smiling at the boy, but her smile must have looked directionless, or old; anyway the boy was plainly ignoring foreigners. When Basil had gone inside the shop, Dorothy was left with gooseflesh on her arms.
Patrick White (28 mei 1912 - 30 september 1990)
Portret door Roy de Maistre, 1939
De Oostenrijkse schrijver Fritz Hochwälder werd geboren op 28 mei 1911 in Wenen. Hij werd opgeleid tot behanger, maar schoolde zich zelf als autodidact op historisch en politiek gebied bij. Zijn eerste drama werd opgevoerd tijdens de Wiener Kammerspielen in 1932. In 1938, na de aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland vluchtte hij over de Rijn, zwemmend, naar Zwitserland. Zijn drama Das Heilige Experiment", over het mislukken van de Jezuietenstaat in Paragay werd voor het eerst in 1943 opgevoerd in Biel-Solothurn, Oostenrijk volgde in 1947. Het stuk bezorgde de schrijver zijn internationale doorbraak, uitgaande van Parijs, in 1952.
Uit: Das heilige Experiment
"Was habt ihr aufgerichtet da draußen (er zeigt auf die Landkarte) in Steppe und Urwald ...! - Ein Reich der Liebe und Gerechtigkeit. ... - die Indios singen Euer Loblied - und laufen unsern Grundbesitzern davon! Eure Produkte gehen in die Welt hinaus - unsere Händler verarmen. ... Wir dehnen uns durch unsere Kriege aus - ihr durch euren Frieden. Wir bröckeln ab. Ihr sammelt an. ... Wie lange dauert es noch - und euch gehört der ganze Kontinent! - - - Und wir, wir sollten dem zusehen, wir sollten euch nicht hindern? Narren wären wir, wenn wir euch nicht verjagten, solange es noch Zeit ist! ... Schluss mit diesem Experiment, das uns gefährlich wird! Schluss!"
Fritz Hochwälder (28 mei 1911 20 oktober 1986)
De Britse schrijver Ian Fleming werd geboren op 28 mei 1908 in Londen. Zie ook mijn blog van 28 mei 2007.
Uit: Doctor No
Punctually at six o'clock the sun set with a last yellow flash behind the Blue Mountains, a wave of violet shadow poured down Richmond Road, and the crickets and tree frogs in the fine gardens began to zing and tinkle.
Apart from the background noise of the insects, the wide empty street was quiet. The wealthy owners of the big, withdrawn housesthe bank managers, company directors and top civil servantshad been home since five o'clock and they would be discussing the day with their wives or taking a shower and changing their clothes. In half an hour the street would come to life again with the cocktail traffic, but now this very superior half mile of' Rich Road', as it was known to the tradesmen of Kingston, held nothing but the suspense of an empty stage and the heavy perfume of night-scented jasmine.
Richmond Road is the 'best' road in all Jamaica. It is Jamaica's Park Avenue, its Kensington Palace Gardens, its Avenue D'lena. The 'best' people live in its big old-fashioned houses, each in an acre or two of beautiful lawn set, too trimly, with the finest trees and flowers from the Botanical Gardens at Hope. The long, straight road is cool and quiet and withdrawn from the hot, vulgar sprawl of Kingston where its residents earn their money, and, on the other side of the T-intersection at its top, lie the grounds of King's House, where the Governor and Commander-in-Chief of Jamaica lives with his family. In Jamaica, no road could have a finer ending.
Ian Fleming (28 mei 1908 12 augustus 1964)
De Duitse schrijfster Maria Müller-Gögler werd geboren op 28 mei 1900 in Leutkirch im Allgäu. Zij volgde een docentenopleiding en werkte als lerares tot zij van 1924 tot 1929 in München en Tübingen germanistiek, filosofie en pedagogie ging studeren. In 1935 verscheen haar al in de jaren twintig geschreven roman Die Magd Juditha. In 1942 volgde de roman over de koningsdochter Beatrix von Schwaben die al zeer jong trouwde met keizer Otto IV. Naast romans publiceerde Müller-Gögler talrijke verhalen en gedichten en in drie delen, verschenen tussen 1970 en 1977, haar memoires.
Uit: Erinnerungen - Hinter blinden Fenstern
Der Tanzlehrer war ein nicht mehr ganz junger dunkelhaariger, dunkeläugiger, überschlanker Mann mit geschmeidigen Bewegungen und galanten Allüren, wie ich sie nur aus Schilderungen in Romanen kannte - in einem Kino war ich noch nie gewesen. Wenn einige von uns im stillen gehofft hatten, zu dem Kurs würden junge Männer, vielleicht Sekundaner und Primaner des Ravensburger Gymnasiums, eingeladen, so wurden sie in ihren Hoffnungen enttäuscht. Die Hälfte der Tanzschülerinnen wurde ausersehen, die Herren zu markieren. Ich gehörte dazu, vermutlich auf Grund meiner Körpergröße und meiner Führereigenschaften. Die Rolle war insofern begehrenswert, als der Tanzlehrer sich aus der Herrengarde seine Partnerinnen wählte, damit diese Gelegenheit bekamen, sich wenigstens vorübergehend in der weiblichen Pose zu üben.
Der Augenblick, in dem Herr Geiger sich vor einer verneigte und um einen Tanz bat, wurde von deren Herren täglich ersehnt. Die Spannung war umso größer, als der Kavalier nicht nach einer bestimmten Ordnung verfuhr. Es kam ihm nicht darauf an, eine Tänzerin zwei- oder dreimal hintereinander zu wählen und andere zu übersehen. Am meisten fieberte die blonde Friedel aus Freiburg nach seinem Tanzarm.
Maria Müller-Gögler (28 mei 1900 23 september 1987)
Leutkirch im Allgäu (Geen portret beschikbaar)
De Franse schrijver, journalist en verzamelaar Henri-Pierre Roché werd op 28 mei 1879 geboren te Parijs. Zijn vader, die apotheker was, pleegde zelfmoord door van het balkon van hun woning op de Boulevard Arago te springen. Tot zijn vijftigste zou Roché daar met zijn moeder blijven wonen. Zijn liefdesleven rond 1910 beschreef hij in 1943. Hij schreef toen zijn eerste novelle, getiteld Jules et Jim en uitgegeven in 1953. In 1961 werd de novelle verfilmd door François Truffaut, die het boek in 1956 in een tweedehandsboekenwinkel kocht, met in de hoofdrol Jeanne Moreau. Roché, onder de naam Jim, en zijn Duitse vriend Franz Hessel, onder de naam Jules, dongen beiden om de hand van Heleen Grund. In 1906 ontmoette Roché de schrijver Franz Hessel, waarschijnlijk in het café La Closerie des Lilas, de verzamelplaats van Duitstalige kunstenaars in Montparnasse. Samen maakten zij reizen naar Duitsland en Griekenland. In Parijs ontmoetten zij de Duitse Helen Grund. In 1913 trouwde Franz met Helen in Berlijn en na een kort verblijf in Parijs keerden zij in verband met WO I terug naar Duitsland. Franz vocht in het Duitse leger aan het Oostfront. In 1956 verscheen van Roché zijn tweede novelle Les deux anglaises et le continent. Ook deze novelle, die ging over Roché en Violet en Margaret Hart, werd door François Truffaut verfilmd.
Uit: Victor
PIERRE est seul dans sa chambre du sous-sol, carrée, très bien chauffée. C'est plutôt une cave qui lui sert de chambre. Près du plafond, une fenêtre en largeur permet de voir les jambes des passants. De vieux meubles impossibles, mais un bon grand lit de fer à deux.
Des pas crissent dans la neige. On frappe sec. Il est minuit. Entrent en coup de vent Victor, François et une girl brune et maline, qu'ils tiennent solidement chacun par un bras. Ses grands yeux noirs sont pleins de colère.
Victor - Nous te présentons Patricia, une amie. Au Café Brevoort elle a fait un scandale idiot. Et nous avions à causer, François et moi.
François - Nous lui avons donné à choisir entre deux punitions. Un peu d'huile de ricin (on en vend au café) ou toi. Nous t'avons dépeint. Elle t'a préféré.
Pierre était d'abord ennuyé de l'irruption. Il allait dormir et se levait tôt. Lui et Patricia se considéraient.
Victor - On ne te l'amène pas à la légère. Il y a des raisons.
Patricia - Je vous connais tous deux. Vous ne faites jamais rien à la légère, malgré vos airs de Pégase. Vous êtes comme deux papes. J'aurais dû vous arroser avec le siphon, au café. Soit, allez vous-en. Laissez-moi.
Pierre - OK. Je garde Patricia.
Les deux sortirent en vitesse sans dire au revoir et Pierre entendit le son du moteur de course de François. Patricia se promenait dans la pièce.
Henri-Pierre Roché (28 mei 1879 9 april 1959)
|