De Nederlandse dichter en schrijver Peter Drehmanns werd op 22 september 1960 in Roermond geboren. Zie ook alle tags voor Peter Drehmanns op dit blog.
Victors verweer
Hij heet Victor en zijn plasser ziet eruit als een verfrommeld kotszakje. In plaats van een ritslipje heeft zijn jas een paperclip. En als hij zijn bril afzet wil de wereld niets meer met hem te maken hebben. Maar dat maakt hem nog niet kansloos. Hij is jong genoeg om het leven aan te kunnen en oud genoeg om het aan zijn laars te lappen. Of andersom. Op een heldere winterochtend van het jaar 19.. klapte Victor de kleppen van zijn pet naar beneden en ging op het zadel zitten. Een vliegenier op een fiets - het moet een belachelijk gezicht zijn geweest. Maar zijn oren, zijn vleermuisdunne oren eisten respect en mochten niet worden blootgesteld aan polaire geselingen. Hij begaf zich op weg naar het postkantoor. Hoewel hij zeker wist dat de brief het standaardgewicht niet overschreed, liet hij hem wegen door de postbeambte. Niets mocht aan het toeval worden overgelaten. Op de envelop had hij haar naam en adres met de Parker 51 geschreven, die hij uitsluitend gebruikte voor liefdesbrieven. Hij wachtte tot hij de brief in de postzak zag verdwijnen. De hele dag had hij jeuk aan zijn ogen. Men zei dat het kwam door de barbaarse kou. Hij geloofde er geen woord van. Hij wreef zo hard en zo vaak in zijn ogen dat hij vreesde dat ze zouden verpulveren. In de vroege avond, toen de dag rood aan de randen werd (als een in brand gestoken vel papier dat langzaam naar het midden toe krult en ten slotte in zwarte slierten uiteenvalt), metselde Victor zijn brievenbus dicht. Hij verstevigde het cement met zijn collectie Bic-pennen, die nu als speerpunten de postbode opwachtten. Tussen hen in troonde de Parker 51, de veldmaarschalk. Zijn gouden bajonet glom van trots.
Peter Drehmanns (Roermond, 22 september 1960)
De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.
Het geluk van een tafel
Het is het niet bedoelde. De huisspin bungeejumpend tussen zijn vier poten. Het schonkig hoofd gevuld met roes, ronkend op zijn blad. Het is de vlieg
die zich kwiek in de poten wrijft na een gigasnelle landing. De wellustige voet die zonder erg zijn poot streelt en niet het ademende been van een ander.
De zachte schuierharen zijn het bij het wegvegen van kruimels evenals de kleine vingers die een toekomst van papieren bootjes vouwen op de vlakste zee.
Maar het is vooral het kind dat zonder kik onder hem zit, daar vanouds een schuilplaats vindt, dàt is het geluk van een tafel –
Fake facts
Er komt een yoghurtdrank voor hoger opgeleiden Pastoor die over water loopt, geeft plots een gil En wordt, hoe triest, verslonden door een krokodil Verdomd, op dertien juni is het eind der tijden Snif, ‘k heb van nepnieuws een sonnettenkrans geschreven Voor dat juweel wou men mij hier géén ruimte geven!
Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)
De Italiaanse schrijver, vertaler, en literatuurwetenschapper Antonio Tabucchi werd op 23 september 1943 geboren in Pisa. Zie ook mijn blog van 23 september 2010 en eveneens alle tags voor Antonio Tabucchi op dit blog.
Uit: For Isabel (Vertaald door Elizabeth Harris)
„The garden lane was deserted. The old Chinese gatekeeper wore a cap with The Grotto of Camões written on the plastic brim. We’re closing, the gatekeeper said, I’m about to close the gates. I don’t need much time, I tried with a smile, just a quick trip to the Grotto of Camões. He answered, reasonably: Why go at this late hour? Come back tomorrow morning, sir, the garden will be cool, the cave will be cool, tomorrow morning you can enjoy the cool air, now all you’ll find are sleeping bats. Yes, I understand, I said, but it just so happens that I really do need to visit the cave tonight: I’ve had an inspiration. The gatekeeper removed his cap and scratched his head. I don’t understand, he said. What’s your name? I asked. He gave me a timid smile. In the registry office, my name is Manuel, he answered, because in the registry office here, we have Portuguese names, but my real name, my Chinese name, is something else. He uttered a Chinese name and smiled again. And what does your name mean in Chinese? I asked. It means Light Shining Upon Water, he said. This seemed like the perfect opportunity, and I slipped my arm into his. Listen, Light Shining Upon Water, I said, I have a shining light as well, and it’s this light that made me think to visit the cave this very night, look, see up there? I pointed to a bright star, the brightest in the sky. It’s from there, I said, that I get my inspiration, or my idea, call it what you will. He raised his arm as I did and pointed. The stars are guides, he said, they guide everything, and we pitiful humans just don’t know it. My friend, you comfort me, I said, because you understand me, you know, I got a message from that shining light, it’s called Sirius. He brought his raised arm alongside mine and looked at me doubtfully. You’re not familiar with the Macao sky, he said, his voice apologetic, sorry, but you’re really not familiar with our sky, that star has a different name in Chinese, in Latin, it’s something else, if I’m saying it correctly in your language, it’s called Canopus, that star is Canopus, you’re a bit confused, my friend: from these latitudes your star can’t be seen; I know the sky, I’ve studied it. Now I, too, scratched my head. All right, I said, I’ll give you that; still, I did receive a message—from Sirius or Canopus, I couldn’t say—but I have to get inside that cave where that great, half-blind poet praised Christianity in the sixteenth century, and I have to get in there tonight.”
Antonio Tabucchi (23 september 1943 – 25 maart 2012)
De Vlaamse schrijver en radio-dj Tom De Cock werd geboren in Rotselaar op 23 september 1983. Hij woont in Borgerhout. Zie ook alle tags voor Tom de Cock op dit blog.
Uit:En toen kwam jij
“Ik werk tegenwoordig als eindredacteur voor Weekend Knack. Binnenkort is het Vaderdag, zoals je weet. We laten bekende vaders een brief aan hun zoon of dochter schrijven. En ik dacht daarbij aan jou.’ Ik probeerde uit te rekenen hoe groot de kans was dat Ellen een verkeerd nummer had gebeld. Zo goed als nihil. ‘Je weet dat ik geen kind heb. Toch?’ ‘Ja, maar je wilt er wel een.’ ‘Dat kan nog jaren duren.’ ‘Het is een originele invalshoek. Denk er eens over na. De deadline is dinsdag.’ Ik kon Ellen, gezien mijn historische schuld, niets weigeren. Bovendien leek het me een leuke gelegenheid om in alle luwte weer eens wat creatiefs te schrijven, want dat was alweer even geleden. Dus een week later in Weekend Knack: Hey Lieverd! Gek zeg. Dit is waarschijnlijk mijn min-tweede Vaderdag. Of kom, misschien de min-derde. We gaan daar niet lastig over doen, de tijd dringt niet. Ik weet dat je komt, ergens tussen nu en twee, drie jaar. Je zult geboren worden. Tenminste, dat lijkt me toch praktisch. Ik heb het ook ooit gedaan; nog nooit spijt van gehad. Jouw buikmama zal om één grote of duizend kleine redenen niet voor je kunnen of willen zorgen. Te jong, te oud, te verslaafd, te gelovig, te illegaal, te onmogelijk. De gynaecoloog haalt er specialisten bij, die samen met je biomama naar een oplossing zullen zoeken, want bij haar blijven zou gewoon lekker logisch en makkelijk zijn. In afwachting mag jij aan het leven wennen bij een leuke familie waar je niets tekortkomt. En een maand of drie later, wanneer alles gezegd en geprobeerd en uitgevlooid is, zal er iemand de telefoon nemen en mij bellen. Midden op een werkdag, misschien wel twee minuten voor mijn radioprogramma begint. Ik laat alles vallen waar ik mee bezig ben. En dan komt het moment waarop we elkaar in de warme schoot van een astronomisch groot toeval tegenkomen: je papa en ik bellen aan bij je pleeggezin.”
Tom De Cock (Rotselaar, 23 september 1983)
De Nederlandse dichteres en schrijfster Ellen Warmond (pseudoniem van Pietronella Cornelia van Yperen) werd geboren in Rotterdam op 23 september 1930. Zie ook alle tags voor Ellen Warmond op dit blog.
Het egocentrisch heelal
Zeggen wij woorden, gedichten. bedoelen wij: mensen, gezichten. Wij spreken een dubbelel taal: iedereen, allemaal, eeuwigheid, overal, betekenen: jij en ik, ademval, ogenblik.
Bij dag uitzicht op zee
Bij dag uitzicht op zee en op het hospitaal -twee oceanen onrust op andere schaal- als het stil is 's nachts kun je ze horen worstelen - zonder onderling verband - de zieken met hun dromen de golven met het strand.
Ellen Warmond (23 september 1930 – 28 juni 2011) Ellen Warmond en Remco Campert ontvangen de Reina Prinsen Geerligs Prijs in 1953.
De Zuid-Afrikaanse / Israëlische dichteres Olga Kirsch werd geboren in Koppies in de Oranje Vrijstaat op 23 september 1924. Zie ook alle tags voor Olga Kirsch op dit blog.
Wanneer jy weg is
Wanneer jy weg is, is ek soos ’n tuin in die winter waarin al wat leef hom klein
vou om die sap se warmte te bewaar. Jy is my donker wortels in die swaar-
deurdringbare grond van ’n aangenome land. Sonder jou is ek ’n uitheemse plant
wat nêrens meer kan aard nie. Daarom rig ek teen die ysige dae tot jou terug-
koms – son deur ’n brandglas – gedagtes aan jou hier waar boeke my stom geselskap hou
want jy is die enigste aan wie ek vertel wat mens vertel. Jy’s minnaar, vriend, metgesel.
Olga Kirsch (23 september 1924 – 5 juni 1997)
De Engelse dichteres en schrijfster Mary Elizabeth Coleridge werd geboren in Londen op 23 september 1861. Zie ook mijn blog van 23 september 2010 en eveneens alle tags voor Mary Colderidge op dit blog.
The Witch
I have walked a great while over the snow, And I am not tall nor strong. My clothes are wet, and my teeth are set, And the way was hard and long. I have wandered over the fruitful earth, But I never came here before. Oh, lift me over the threshold, and let me in at the door!
The cutting wind is a cruel foe. I dare not stand in the blast. My hands are stone, and my voice a groan, And the worst of death is past. I am but a little maiden still, My little white feet are sore. Oh, lift me over the threshold, and let me in at the door!
Her voice was the voice that women have, Who plead for their heart’s desire. She came—she came—and the quivering flame Sunk and died in the fire. It never was lit again on my hearth Since I hurried across the floor, To lift her over the threshold, and let her in at the door.
To Memory
Strange Power, I know not what thou art, Murderer or mistress of my heart. I know I'd rather meet the blow Of my most unrelenting foe Than live---as now I live---to be Slain twenty times a day by thee.
Yet, when I would command thee hence, Thou mockest at the vain pretence, Murmuring in mine ear a song Once loved, alas! forgotten long; And on my brow I feel a kiss That I would rather die than miss.
Mary Coleridge (23 september 1861 – 25 augustus 1907) Londen. The Embankment door John O'Connor, 1874
Zie voor de schrijvers van de 23e september ook mijn vorige blog van vandsaag.
|