De Duitse dichter en componist Louis Fürnberg werd geboren op 24 mei 1909 in Iglau.Hij studeerde vanaf 1927 aan de Praagse handelsacademie en stichtte daar de Agitprop-Gruppe 'Echo von links'. Een uitgesproken communistisch geïnspireerd literair blad. Toen de nazi's in maart 1939 Praag binnenmarcheerden werd Fürnberg gearresteerd, gefolterd en later, door zijn vrouw, terug vrijgekocht. Na zijn vrijlating vluchtte de dichter-componist naar Palestina. In 1946 keerde Fürnberg terug naar Tsjechoslowakije om zich in 1954 met wat van zijn familie over was in Weimar te vestigen. In 1957 overleed hij aan een hartstilstand. Fürnberg was de schrijver van het gedicht 'Lied der Partei' dat door de staatspartij SED als dé DDR-hymne werd geadopteerd.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Spätsommerabend
Die Äpfel an den Bäumen,
die wiegt ein leiser Wind,
die letzten Rosen träumen,
der Sommerfaden spinnt.
Es färbt mit abenzarten
Pastellen Zaun und Haus
die Sonne hinterm Garten.
Die Wiese atmet aus.
Leis raschelt's in den Bäumen.
Die Taube gurrt im Schlag.
Wir sitzen und wir träumen.
Es war ein guter Tag.
Alt möcht ich werden
Alt möcht ich werden wie ein alter Baum,
mit Jahresringen, längst nicht mehr zu zählen,
mit Rinden, die sich immer wieder schälen,
mit Wurzeln tief, daß sie kein Spaten sticht.
In dieser Zeit, wo alles neu beginnt,
und wo die Saaten alter Träume reifen,
mag wer da will den Tod begreifen - -
ich nicht!
Alt möcht ich werden wie ein alter Baum,
zu dem die sommerfrohen Wandrer fänden,
mit meiner Krone Schutz und Schatten spenden
in dieser Zeit, wo alles neu beginnt.
Aus sagenhaften Zeiten möcht ich ragen,
durch die der Schmerz hinging, ein böser Traum,
in eine Zeit, von der die Menschen sagen:
Wie ist sie schön! O wie wir glücklich sind!
Louis Fürnberg (24 mei 1909 23 juni 1957)
Buste in het Ilmpark in Weimar
De Russische schrijver Michail Aleksandrovitsj Sjolochov werd geboren in Kroesjilin op 24 mei 1905. Zijn vader behoorde tot de lagere middenklasse, werkzaam als boer, veehandelaar en molenaar. Sjolochovs moeder was van Oekraïense afkomst en was weduwe van een kozak. Sjolochow was een leerling op scholen in Kargin, Moskou, Bogoetsjar en Vesjenskaja tot 1918. Toen hij 13 jaar was werd hij lid van de revolutionairen in de Russische Burgeroorlog. Hij begon met schrijven op de leeftijd van 17 jaar. Zijn eerste boek, Het Geboortemerk, verscheen toen hij 19 jaar was. In 1922 verhuisde Sjolochov naar Moskou om journalist te worden, maar hij moest allerlei baantjes aannemen om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij was dokwerker, beeldhouwer en accountant van 1922 tot 1924, maar hij nam ook deel aan - met tussenpozen - seminaries. Zijn eerste (op grote schaal) gedrukte werk was het satirische artikel Een test (1922). Sjolochov won in 1965 de Nobelprijs voor de Literatuur.
Uit: Der stille Don (Vertaald door Erich Müller)
"Die Jelansker und Wjoschensker haben sich erhoben. Fomin und die ganze Obrigkeit sind aus Wjoschki und Tokingeflohen. Vielleicht sind auch Kasanskaja, Schumilinskaja und Migulinskaja im Aufstand. Begreifst du, wonach dasriecht?" Die Adern an Grigoris Stirn und Hals schwollen an, grünliche Fünkchen blitzten in seinen Augen. Er konnte seine Freude nicht verbergen, seine Stimme bebte, ziellos glitten seine schwarzen Finger über die Knopflöcher des Mantels. "Und bei euch ... im Chutor? Was? Wie?" "Nichts zu hören. Ich hab den Vorsitzenden gesehen, der lacht. Mir ists gleich, sagt er, zu welchem Gott ich bete, Hauptsache, ein Gott ist da. So kriech schon raus aus deinem Loch!" Sie gingen ins Haus. Grigori machte Riesenschritte, neben ihm tippelte der Hausherr und erzählte: "Im JelanskerBezirk hat sich als erster der Chutor Krasnojarski erhoben. Vorgestern waren zwanzig Kommunisten aus Jelanskajanach Kriwskoi und Pleschakow ausgezogen, um dort Kosaken zu verhaften. Aber die Krasnojarsker hatten Wind von der Sache bekommen. Sie versammelten sich und beschlossen: ,Wie lange wollen wir das noch dulden? Jetzt greifen sie nach unsern Vätern, dann kommen wir dran. Sattelt die Pferde, befreien wir die Verhafteten! An die fünfzehn Mann hatten sich zusammengefunden, lauter junge Draufgänger ... So begann der Tanz. Aus ists mit der Sowjetmacht, zum Teufel mit ihr!" ...Das Gespräch war eben in Fluß gekommen einer der Kosaken hatte zu erzählen begonnen, wie die Reschetowsker, Dubrowsker und Tschernowsker Fomin aus Wjoschenskaja vertrieben hatten , als am Ende der Straße, die auf einen weißen, breitstirnigen Hang zuführte, zwei Reiter erschienen. Sie jagten die Straße herauf, hielten bei jeder Gruppe an, rissen ihre Pferde herum, fuchtelten mit den Armen und schrien etwas. Grigori erwartete ungeduldig ihr Kommen.
Michail Sjolochov (24 mei 1905 - 21 februari 1984)
De Franse schrijver Jean de La Varende werd geboren op 24 mei 1887 op het kasteel van Bonneville à Chamblac (Eure). Zijn eerste boek Nez-de-Cuir verscheen in 1936. Een jaar later werd de roman opnieuw uitgegeven door Les éditions Plon. Het werd een succes. In 1942 werd hij gekozen als lid van de Académie Goncourt. Normandië en de zee speelden altijd een grote rol in zijn oeuvre.
Uit: Mademoiselle de La Vallière
Elle est particulièrement touchante et connue. Cest quelle fut bonne et dune vraie tendresse, et quelle diminua son péché de toute sa faiblesse ardente et de tout son remords, elle qui aurait tant voulu ne jamais faire de mal. Au centre des impérieuses, des vaniteuses, elle apparaît dégagée de tout orgueil, uniquement soucieuse de lAmour. Elle est comme égarée dans une situation fausse. On se souvient quelle sut expier ses pâles bonheurs par une longue retraite de pénitence, et, si lon prend conscience des époques et des dates, ce sentiment daffectueuse pitié saccroît et labsout plus encore.
Vie amoureuse de treize ans ; vie repentante qui dura trente-six années. Mieux informé delle, quel malaise dimaginer que ce fin visage subit les stigmates de lorde vieillesse, dans son serre-tête et sa guimpe ; que ces traits allongés et souples, si mobiles, se durcirent sous lémaciement de lâge et des sacrifices, et que la duchesse de La Vallière, soeur Louise-de-la-Miséricorde, mourut au Carmel, à soixante-six ans !
Jean de La Varende (24 mei 1887 8 juni 1959)
De Britse schrijver Arthur Wing Pinero werd geboren in Londen op 24 mei 1855. Hij werd oorspronkelijk voor een kantoorbaan opgeleid, maar die hield hij al vroeg voor gezien. Hij voelde zich sterk aangetrokken tot het toneel, waarop hij in 1874 in het Theatre Royal in Edinburgh debuteerde. Zijn eerste optreden op het Londense toneel, in het Globe Theatre, dateert van 15 april 1876. Hij vervulde al spoedig grote rollen in het klassieke en moderne repertoire, en vooral zijn Shakespeare-vertolkingen trokken de aandacht. Kort na zijn eerste toneelstappen begon hij ook te schrijven, en werd zijn eerste werk opgevoerd. Het was de éénacter £200 a Year. Na het succes dat dit werkje verkreeg, ontwikkelde hij zich tot een der bekendste dramaturgen van zijn tijd, waarbij hij een grote productiviteit aan de dag legde. Jaarlijks werden wel een of twee nieuwe werken van zijn hand vertoond.
Uit: The 'Mind the Paint' Girl
FARNCOMBE.
[Nodding to ROPER and then coming forward and addressing MRS. UPJOHN.] I-- er-- I think I'll go for a little walk and come back later on, if I may.
MRS. UPJOHN.
[Contentedly.] Oh, jest as you like.
FARNCOMBE.
[Moving towards the door.] In about a quarter-of-an-hour.
MRS. UPJOHN.
If we don't see you again, I'll tell Lil you've been 'ere.
FARNCOMBE.
[At the door.] Oh, but you will; you will see me again.
MRS. UPJOHN.
Well, please yourself and you please your dearest friend, as Lil's dad used to say.
FARNCOMBE.
Thank you-- thank you very much.
[He disappears, closing the door after him.
MRS. UPJOHN.
[To ROPER, looking up.] I b'lieve you gave that young man the 'int to go, Uncle.
ROPER.
I did; told him I wanted to talk business with you.
Arthur Wing Pinero (24 mei 1855 - 23 november 1934)
|