In Memoriam Bibebxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De Nederlandse journaliste Bibeb is op 95-jarige leeftijd in Scheveningen overleden. Dat meldde maandag tijdschrift Vrij Nederland op zijn website.
Bibeb, pseudoniem van Elisabeth Maria Lampe-Soutberg, werd geboren in Amsterdam op 15 juni 1914. Bibeb begon met schrijven voor bladen van De Nieuwe Pers, in het bijzonder voor het Haarlems Dagblad, waar Walther Schaper hoofdredacteur was. Toen deze in 1936 een baan accepteerde bij De Sumatra Post in Deli, volgde zij hem een jaar later; in 1937 trouwde zij met Schaper in Deli. Voor De Sumatra Post begon zij een kinder- en moderubriek. Ook schreef zij voor het maandblad Oké. Later hertrouwde zij met George Lampe die directeur was van de Vrije Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Vanaf begin jaren vijftig tot circa 1997 publiceerde ze interviews in het weekblad Vrij Nederland. Opvallend aan haar interviews was dat zij zich als interviewster zeer sterk op de achtergrond hield, en niets over zichzelf prijsgaf in haar stukken. Haar interviews behoorden lange tijd tot de meest gelezen bijdragen aan Vrij Nederland. Haar interviews bereidde ze gedegen voor en vonden vaak in meerdere urenlange sessies plaats, bij voorkeur bij de geïnterviewde thuis; een enkele keer in haar eigen huis in Scheveningen.
Uit: Bibeb in gesprek met Willem Brakman
'Ik ben een angstgenie, ik draag de dood bij me vanaf dat ik een kind was'
'Ik heb altijd veel last gehad van doodsangst. Ik heb daar een talent voor. Ik ben een angstgenie. Ik draag de dood bewust bij me vanaf dat ik kind was. Het sombere gedempte geschuifel, gebogen mond en, alles ruikt muf.
M'n oudste herinnering is de dood van vrouw Prins. Op een avond, in winter, kwam een man m'n moeder halen. "Vrouw Prins ligt op het uiterste". Ik deed de gordijnen een eindje opzij en keek naar buiten. In die tijd gingen de lantarens pas aan als het echt donker was. De straat leek een duister hol. Vrouw Prins woonde aan de overkant, gelijkvloers. Ze lag altijd voor het raam, daarachter zag je haar roerloze bleke profiel.
Een sterfgeval was in Scheveningen een gebeurtenis. Iedereen liep ervoor uit. De zwarte kist werd naar buiten gedragen. Ik kon niet begrijpen dat ze daarin lag. De eerste opdonder kreeg ik toen m'n vriendje zei: "Daar komen we allemaal in." "Maar eerst word je vreselijk ziek," zei m'n broer. Ik was verpletterd.
Toen m'n opa gestorven was, hadden ze een kapelletje gemaakt in huis. Om de kist stond een zwart kamerscherm met zilveren koorden en tressen. In de diepte, onder het ruitje in het deksel, zag ik een klein blauw gezichtje. Later is mijn tante zo op opa gaan lijken. Raar hoe spoken in de levenden kruipen.'t Was net of die man weer langzamerhand opstond!'
(Vrij Nederland 23 mei 1981)
Bibeb (15 juni 1914 18 januari 2010)
|