Voor de zesdelige documentaire Het Vaticaan, de staat van de Kerk, die in het najaar wordt uitgezonden op VRT en nu al op Pickx+ (voor abonnees) te zien is, had kerkjurist Rik Torfs (67) tientallen gesprekken met curiekardinalen en andere betrokkenen. Die interviews verwerkte hij ook in het boek Het Vaticaan, Achter de schermen van de Kerk (Lannoo), ingebed in zijn eigen kritische visie op het instituut, dat hij ondanks alles ‘fantastisch’ blijft vinden (met een knipoog naar een eerder boek). Een gesprek.
Rik Torfs • De makers van Panenka wilden als buitenstaanders een idee krijgen van wat er zich afspeelt in de Kerk en het Vaticaan. We hebben gekozen voor een kritische insteek, waarbij de hete hangijzers aan bod komen: de rol van de vrouw, seksueel misbruik, financiële schandalen. We spraken zowel met kardinaal Kasper als kardinaal Müller, om twee uitersten van het spectrum – die overigens onder elkaar in hetzelfde appartementsgebouw wonen maar elkaar nauwelijks spreken – te noemen. Het geheel is zeker geen ophemeling, maar ook geen afstraffing van het instituut, vind ik.
Vijf van de zes delen hebben we bekeken met Paolo Ruffini, hoofd van het dicasterie voor de Communicatie, tijdens een marathonsessie met toast en worstjes. Hoewel hij het project aanvankelijk niet zo genegen was, heeft hij ons wel aan de nodige contacten geholpen. En uiteindelijk denk ik dat hij tevreden was met het resultaat.
Wat dacht u toen de VRT de reeks verschoof naar het najaar?
Normaal gezien moest ze ongeveer samen met het boek uitkomen, maar de VRT vond het ongepast om zo kort na Godvergeten een documentaire te brengen over het Vaticaan, ook al is ze kritisch, maar wel minder emotiegedreven.
Gaat het ook over het geloof of enkel over het instituut?
In de reeks komt het geloof minder aan bod dan in mijn boek, waar ik er een apart hoofdstuk aan wijd, vooral aan de hand van gesprekken met de Franse filosoof Jean-Luc Marion en de Praagse priester en psychiater Tomáš Halík. Ze zijn het erover eens dat Kerk en geloof geen equivalenten van elkaar zijn.
Het instituut is ondergeschikt aan de inspiratie.
Of zoals Marion het zegt: ‘Een goede katholiek is altijd een beetje anti-institutioneel. Ik ben trouw aan de Kerk wegens de patron, niet wegens een groep bestuurders.’
Maar praten over het geloof is niet makkelijk. Het is makkelijker om het te hebben over het dagelijkse reilen en zeilen, of om de boodschap samen te vatten in ethische kwesties. Dat gebeurt maar al te vaak. Ook paus Franciscus doet dat naar mijn aanvoelen te veel, hoewel hij de klemtoon verlegt van biomedische naar sociale en ecologische moraal. ‘Wie niet uitkijkt, praat binnen de muren van het Vaticaan nooit over geloof’, schrijf ik in mijn boek.
In uw voorwoord geeft u de lezer al mee dat u vooral naar machtsverhoudingen ging kijken. Waarom?
Van Panenka tot Kerk & Leven hebben instituten altijd met machtsverhoudingen te maken. Vanuit mijn expertise, het kerkelijk recht, heb ik daar bijzondere aandacht voor. Maar zoals gezegd zijn Kerk en geloof geen gelijke grootheden. De drijfveren om er iets van te maken, zijn heel sterk en de lat ligt hoog. Ik gebruik graag een dosis ironie, wat niet iedereen lust. Hoewel ik best een optimistisch persoon ben, zal ik nooit doen alsof kardinalen doorgaans bevlogen persoonlijkheden zijn.
Hebt u nog iets nieuws ontdekt, bijvoorbeeld in uw gesprek met John Kennedy, die in het Vaticaan dossiers van seksueel misbruik behandelt?
Een uitspraak van hem staat in schril contrast tot wat ik jaren geleden nog hoorde in het Vaticaan. In 2005 bracht ik een bezoek aan de toenmalige Congregatie voor Katholiek Opvoeding. De functionaris die mij ontving, toonde zich streng voor het Westen: ‘Seksueel misbruik is typisch voor jullie streken’, wist hij. ‘Hier in Italië hebben we dat niet.’
Kennedy zei me nu ongeveer het tegenovergestelde: ‘Ik maak mij vooral zorgen over plaatsen waar we niets van horen. Misschien hebben mensen daar nog niet de moed gevonden om hun verhaal te vertellen. Want dat er misbruikvrije zones waren, is onwaarschijnlijk.’ De wil om doortastend op te treden, is er ongetwijfeld, en het gebeurt ook wel, zeker beter dan vroeger.
Het cliché dat Rome nog altijd niets tegen seksueel misbruik heeft ondernomen, is manifest onjuist.
Daarnaast ben ik onder de indruk van kardinaal Pietro Parolin, de nummer twee van het Vaticaan. Zijn oprechtheid en bescheidenheid hebben me echt ontroerd.
U bent best kritisch voor paus Franciscus. U laat twee pauskenners een ranking maken in uw boek. Waar staat hij voor u in de ranglijst beste pausen sinds de Tweede Wereldoorlog?
Alles bijeen ben ik wel een voorstander van de hervormingen die paus Franciscus doorvoert. Ik zal hem dus zeker niet lager inschatten dan zijn voorgangers.
Wat verwacht u van het synodale proces dat van het instituut Kerk weer een beweging van en voor iedereen wil maken?
Wat onze bisschoppen nu in een ontwerptekst als prioriteiten naar voren schuiven, had al lang besproken moeten zijn in de Kerk. Toen was het altijd ‘niet het moment’. Men zag onvoldoende dat de onbeantwoorde vragen rond de rol van de vrouw in de Kerk of het verplichte celibaat zoveel andere vragen hypothekeerden.
Zal de Kerk er nu wel klaar voor zijn? Decentralisatie zou een oplossing kunnen bieden, meer macht voor bisschoppenconferenties, maar dan moeten die intern wel overeenkomen. Er zijn bijzondere grote verschillen binnen de Franse Kerk, om maar iets te noemen.
De rode draad van het boek, schrijft u, is de vraag of er redding is voor de Kerk. En?
Ik ben niet zo pessimistisch. Er is altijd wel een plek in de wereld waar de Kerk bij wijze van spreken op instorten staat, zo zei de Franse filosoof Marion me. Maar ze heeft een inspiratiebron die geestverruimend is.
Voor veel mensen in Vlaanderen is het christelijk geloof een instituut dat hun vrijheid wil beknotten.
Maar Jezus is net het tegenovergestelde. Hij maakt me vrij, vergroot mijn wereld. Daarin zit het religieuze genie van Jezus Christus. Dat zal nooit verdwijnen. De culturele bedding waarin die boodschap bij ons lag, is wel zo goed als verdampt.
Ook het Vaticaan blijft ondanks alles iets moois. Ze blijven proberen de Kerk te realiseren met ups en downs – vooral downs. Maar ze is nooit reddeloos verloren.