Assisenpleiter Vermassen heeft in het parachutemoordproces nog eens de kans gekregen dagenlang de grote showman uit te hangen. Hij deed dat in een spreekstijl waar de theatraliteit van afdroop en waarvan ik dacht dat die al decennia passé was.
Wel degelijk passé is, volgens Jef Vermassen, het hoofzakelijk of uitsluitend steunen op materiële bewijzen bij het beoordelen van iemands schuld of onschuld. 'Dat is quatsch!' schreeuwde Jef, 'Dat is 1900!!', bulderde de meester.
Wedden dat de 'steradvocaat' met evenveel 19de-eeuwse theatraliteit de primordialiteit van de materiële bewijzen verdedigt, wanneer het in zijn kraam past?
Van een man die na zijn 'overwinning' in de assisenzaal, met een brede smile handtekeningen uitdeelt, kan ook moeilijk iets anders verwacht worden. Figuren als hij degraderen de assisenrechtspraak tot gefundenes Fressen voor De Rode Loper of Story.
23-10-2010 om 14:33
geschreven door Gust Adriaensen
|