In juni 2024 publiceerde het ‘American Journal of Obstetrics and Gynecology’ het artikel: ‘Second-Trimester Abortion and Risk of Live Birth’ met de resultaten van een onderzoek in Quebec waaruit bleek dat 11,2% van de abortussen in het tweede trimester tot levend geboren baby’s heeft geleid. Slechts 10% van de overlevenden leefde langer dan drie uur.
“Het komt vaker voor dat baby’s levend worden geboren tijdens een abortus dan de meeste mensen beseffen”, schrijft pro-life-voorvechtster Melissa Ohden in haar wekelijkse nieuwsbrief. “Helaas weten de meeste mensen helemaal niet dat zoveel baby’s abortussen overleven en ze denken dat zoiets uitzonderlijk is. De termen ‘abortusoverlevende’ en ‘levend geboren baby’ zijn polariserende termen die zogezegd worden gebruikt in ‘fictieve verhalen’ die verzonnen zijn om de ‘reproductieve rechten’ van de vrouw te beperken”, vervolgde Melissa. “Toch zijn deze omstandigheden en feiten een onder gerapporteerde en onderbelichte realiteit.”
De studie analyseerde 13.777 abortussen die werden uitgevoerd op baby’s in het tweede trimester, tussen 15 en 29 weken zwangerschap, in ziekenhuizen in Quebec van 1 april 1989 tot 31 maart 2021. Abortus in het tweede trimester brengt een risico op een levende geboorte met zich mee, vooral in de periode tussen 20 en 24 weken zwangerschap, concludeert de studie. De studie ontdekte dat baby’s die werden geaborteerd door een ‘ingeleide abortus’ een kans van 15,4% hadden om levend geboren te worden. Een ‘ingeleide abortus’ is het beëindigen van een zwangerschap door middel van medicijnen om de weeën op te wekken en zo de bevalling in het tweede of derde trimester te starten en te voltooien. Baby’s die werden geaborteerd met de ‘verwijding en evacuatie’ methode hadden slechts een overlevingskans van 0,2%. Deze methode bestaat uit twee onderdelen, ten eerste: de verwijding van de cervix met osmotische, farmacologische en/of mechanische dilatatoren, en ten tweede: de ‘evacuatie’ van de baarmoeder met een zuigtoestel, een extractietang, of een curettage.
Misschien wel het meest verrassende is het feit dat het aantal levend geboren baby’s drastisch is toegenomen sinds 1989, toen de kans om levend geboren te worden bij een abortus slechts 4,1% was. Het aantal steeg tot 10,2% in de periode tussen het jaar 2001 en 2010 en steeg verder naar 20,8% in de periode tussen het jaar 2011 en 2021.
Het grote aantal baby’s die levend geboren worden na een abortus is een reden voor de abortusactivisten om zich ook in te zetten voor de legalisering van kindermoord. Omdat Canada geen wetten heeft over de maximum leeftijd waarop een abortus mag plaatsvinden, is de grens tussen abortus en kindermoord vervaagd door te stellen dat het altijd gaat over een ‘late abortus’. Kindermoord is vaak de volgende stap voor abortusactivisten die de waardigheid van het menselijk leven volledig ontkennen. Veel aborteurs zijn al ontmaskerd voor het vermoorden van levend geboren baby’s tijdens of na een abortusprocedure. De methodes die ze daarvoor gebruiken zijn vaak te gruwelijk om te beschrijven.
Laat ons bidden dat allen die op een of andere manier betrokken zijn bij abortus, zouden inzien dat zij vroeg of laat verantwoording zullen moeten afleggen voor deze gruwelijke wandaden en zo tot inkeer zouden komen.
Bron: LifeSiteNews, Clare Marie Merkowsky, 6 augustus 2024, vertaald en bewerkt
03-10-2024 om 07:26
geschreven door Gust Adriaensen
|