De columns van professor en tv-ster Rik Torfs zijn altijd lezenswaard. In zijn laatste op multiblog.vrt.be/riktorfs, denkt hij bij een glaasje champagne in de tuin na over de strijd die hij levert tegen de 'non-taal', vol vaktermen en krukkige zinnen, van vele academische rapporten. 'Het Verslag' verleidde me tot volgende bedenkingen.
Met een glaasje champagne binnen handbereik, denk ik in de tuin na over de onhebbelijke neiging van alfawetenschappers om de kwaliteit van het taalgebruik af te toetsen aan de 'Dag Allemaal'-eenvoud der zinsconstructies, het in genen dele overschrijden van de 25 à 30.000 woorden, die de gemiddelde Nederlandstalige, volgens onderzoek, tot zijn beschikking blijkt te hebben, de diepe afkeer voor de eigen vakterminologie, die al vlug wordt afgedaan als benepen jargontaal, alleen maar bedoeld om hoge geleerdheid te etaleren.
Ik ben me ervan bewust dat vorige paragraaf niet de kenmerken heeft die hij (de paragraaf) formuleert en dat deze allesbehalve zakelijke insteek ertoe kan leiden dat mijn stukje als een taaie, onverteerbare taalknoedel en een overstaanbare, protserige woordenbrij dreigt geëtiketteerd te worden.
Kan me niet schelen. Ik kom in opstand. (Twee heerlijke zinnetjes, die de gemiddelde lezer waarschijnlijk zonder veel problemen verstaat.) Waarom denken taal- en letterkundigen, historici, juristen, theologen, zo vlug dat ze de taalkennis die ze via studie en professie hebben verworven, niet ten volle mogen gebruiken? Waarom gaan zij ervan uit dat de degenen die geacht worden hun rapporten te lezen, zullen verdwalen in bv. het pedagogische jargon? Waarom is de houding ten aanzien van de taal die bètawetenschappers in hun studies en rapporten (vaak een opeenstapeling van vaktermen) gebruiken, veel milder?
En terwijl ik een tweede glas consumeer, vraag ik me wegsoezend af, waarom onze gewaardeerde columnist, die eveneens zoveel van een zonnige tuin en een goeie fles kan genieten -ongetwijfeld voor het geestelijke bedrijf belangrijke kwaliteitsbevorderende factoren-, zich de moeite getroost om twee rapporten te schrijven. Hij hoort immers te weten dat de voorkeur van zijn geestesgenoten naar het tweede zal gaan, waarvan de columnist veronderstelt dat het onleesbaar is. Maar niet voor hen, professor. Niet voor hen.
Nog is de fles in de zonovergoten tuin niet leeg, als ik met een zalig taalgevoel sommige tussenkomsten van de tv-ster Torfs oproep. Zij schitterden vaak door hun onzinnige inhoud en protserige verpakking. Voor elke ware taalminnaar, heerlijke momenten, waarvoor gemeende dank echt past.
05-06-2008 om 10:09
geschreven door Gust Adriaensen
|