Van ver al zie ik moeder aangewandeld komen over de Hodonkse akkeren. Op de Vonderbrug kruisen we elkaar. Een meisje is ze, donker van oog en haar. Dag moeder, zeg ik, Dag kind, groet ze mij -een man van zestig jaar- en ze gaat verder kerkewaarts.
Zo makkelijk valt de tijd weg in het besef dat slechts een laag beton mijn stappen scheidt van die van haar, vijfentachtig jaar geleden.
02-08-2010 om 18:51
geschreven door Gust Adriaensen
|