Dat Vlaamse ministers en media, én investeerders en projectontwikkelaars, het nu roerend eens zijn over verkleining en inbreiding, maakt vele gemeentebestuurders en burgers terecht achterdochtig.
De Vlaamse Bouwmeester Leo Van Broeck zegt in een kranteninterview: 'Investeerders en projectontwikkelaars verdienen het niet om als criminelen te worden weggezet'. Natuurlijk niet. Maar de sector én het ruimtelijk beleid op plaatselijk, regionaal en nationaal niveau, hebben er tot in het recente verleden voor gezorgd dat onze open ruimte en grote delen van onze prachtigste natuurgebieden, onherstelbaar verknoeid werden.
Burgers en (plaatselijke) politici die zich daartegen verzetten, werden geïntimideerd en weggezet als wereldvreemde groene jongens. Want ruimtelijke ordening was zeker voor de investeerders en projectontwikkelaars een zaak van het grote geld.
Nu die bron opdroogt, gooit de sector zich op de dorpskommen. Verdichting, vaak zonder aandacht voor de historisch gegroeide structuur van de kern , is de nieuwe geldbron. In die dorpskomstructuur was ook altijd heel wat groene ruimte te vinden.
De beleidvoerders die denken dat investeerders en projectontwikkelaars voldoende rekening houden met die longen in het dorpskomweefsel, als ze er niet toe gedwongen worden, verdienen nu zeker het etiket 'wereldvreemd', of erger 'medeplichtig'.
Onze ruimtelijke ordening is altijd een ratjetoe geweest, een boksring van het grote geldgewin, een spel en/of gevecht waarin de kunst van het omzeilen van de regels het belangrijkste was.
Resultaat: ruimtelijke WANORDE, die des te schrijnender opvalt wanneer je bv. het Nederlandse platteland verkent.
17-05-2017 om 08:32
geschreven door Gust Adriaensen
|