Proloog
Op de heenreis naar Rothenburg-ob-der-Tauber brengen we een bezoek aan Würzburg aan de Main. Na de Tweede Wereldoorlog werd de grotendeels verwoeste stad in al barokke pracht heropgebouwd.
In de indrukwekkende Residenz gaat de aandacht vooral naar het grote plafondfresco van de trappenhal van de Venetiaan Tiepolo. Het wordt beschouwd als het grootste ter wereld en stelt o.a. de vier in die tijd gekende werelddelen voor. Uiteraard wordt Europa voorgesteld als de bakermat van cultuur en beschaving. De Nieuwe Wereld:Amerika, en Afrika zijn in de perceptie van de kunstenaar duistere, primitieve, onbeschaafde continenten. Interessant is dat Tiepolo een aantal dieren voorstelt die wel gekend waren maar waarvan de afbeelding op het plafondfresco erg verschilt van de realiteit. Een olifant bv. is herkenbaar maar op het fresco krijgt het dier een aantal olifantvreemde kenmerken mee.
Op het grote plein voor de Residenz staat de Franconiafontein met drie beroemdheden van Würzburg: de minnezanger Walther von der Vogelweide, de bouwmeester Balthasar Neumann en de beeldhouwer Tilman Riemenschneider.
Walther von der Vogelweide: Unter der linden (1200)
|
|
An der heide |
|
Da unser zweier bette was. |
|
Da mugt ir vinden |
|
Schône beide |
|
Gebrochen bluomen unde gras, |
|
vor dem walde in einem tal. |
|
Tandaradei, |
|
schône sanc diu nahtegal. |
In de levendige binnenstad is de hoofdzakelijk romaanse Dom Sankt Kilian een oord van rust. De Neumünster, gebouwd op de plaats waar de drie apostelen van de Franken: Kilian, Totnan en Kolonat werden vermoord, is pas prachtig gerestaureerd. Er hangt een merkwaardig en betekenisvol kruisbeeld uit de 14de eeuw: Christus heeft zijn armen en handen met de spijkers erin, van het dwarshout losgemaakt en houdt ze in een omhelzend gebaar. Ook het gebed op het bidprentje is ontroerend mooi:
'Heer Jezus, Gij zijt niet dood. Gij leeft. Gij hebt uw armen van het kruis losgemaakt om ons te omhelzen en bij U op te nemen. Gij zegt: 'Wanneer Ik van de aarde zal zijn omhoog geheven, zal Ik allen tot Mij trekken. Zoals de Vader mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad.' Midden in de onrust van deze wereld kijken wij naar U op en belijden wij met Petrus: 'Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven. Wij weten en geloven dat Gij de Heilige Gods zijt. Gij nodigt ons uit: Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt. Ik zal u rust en verlichting schenken.'
18-06-2011 om 00:00
geschreven door Gust Adriaensen
|