In een column in DS van 20 juni maakt Joren Vermeersch duidelijk dat volgens hem de genderklok doorslaat.
Vermeersch stelt een aantal belangrijke vragen en problemen. Ik vermeld er twee.
Als genderidentiteit ‘fluïde’ is en dus meerdere keren kan wijzigen tijdens een mensenleven, moet dan telkens het hele wetten- en administratieve arsenaal worden aangepast of is het mogelijk en gewenst regelgeving en administratie zo ruim en soepel te maken dat de genderwijziging bij manier van spreken een fluitje van een cent is?
Ik ben het met Vermeersch eens dat door de voorstelling van liefde en lust als onafhankelijke emoties, afbreuk wordt gedaan aan het monogame samenlevingsideaal. De vraag dringt zich dan op of ook voor polygame relaties en andere denkbare relatievormen die uit de verabsolutering van de individuele liefdes- en lustemoties kunnen voortkomen, een wettelijk en administratief kader opgezet moet worden.
Overigens is de vraag die een DS-forumdeelnemer zich stelt, meer dan terecht: leidt het faciliteren van de genderfluïditeit tot meer stabiliteit en geluk bij de betrokkenen?
20-06-2022 om 21:30
geschreven door Gust Adriaensen
|