De publicatie van het salaris en de bonussen van de gouverneur van de Nationale Bank en de topman van Fortis, heeft de discussie over de omvang van lonen en vergoedingen weer aangewakkerd.
Ter verdediging van de supersalarissen en de graaibonussen, het spel van vraag en aanbod aanvoeren, snijdt alleen hout in een absoluut liberaal-kapitalistisch systeem. Dan hoef je geen rekening te houden met de sociale correcties die essentieel zijn voor onze toepassing van het kapitalisme.
De exuberante verloning en extravoordelen maken de loonvork veel te breed en verstoren in erge mate het sociale klimaat en overleg. Hoe kunnen de schatten verdienende toplui in het bedrijfsleven, bv. nog op een geloofwaardige manier aandringen op loonmatiging?
Er stelt zich ook een fundamenteel ethisch probleem. De gigantische geldstroom naar topmensen en aandeelhouders, versterkt het onevenwicht tussen inkomsten uit kapitaal en die uit arbeid. Geplaatst tegenover de vele duizenden mensen in Vlaanderen, die onder de armoedegrens leven, om nog niet te spreken over de miljoenen op wereldschaal, kunnen deze superwinsten niet anders dan immoreel genoemd worden.
Maar ook los van de schrijnende en opstandig makende tegenstelling rijk-arm, zou het verwerven van duizelingwekkende rijkdom, voor het individu dat nog enig moreel besef heeft, geen vanzelfsprekendheid zonder ethische dimensie mogen zijn.
03-04-2008 om 21:06
geschreven door Gust Adriaensen
|