Wat wij ˜neutraal' noemen is, is eigenlijk alleen maar alles wat de norm volgt en niet afwijkt. Maar wat de norm is, is allesbehalve objectief, betoogt Wouter De Tavernier in De Standaard.
Ik ben het helemaal eens met Wouter De Tavernier, die gewoonweg een sociologische waarheid formuleert. De invulling van het woord 'neutraal' hangt af van wat een meerderheid in een bepaald tijds-, geografisch, cultureel, sociaal, politiek, religieus kader 'normaal' vindt of wenst op te leggen aan iedereen. 'Neutraliteit' met een precies gedefinieerde begripsinhoud die voor alles en iedereen, inclusief de overheid en de ambtenaar, geldt, bestaat dus niet.
Bovendien draait de huidige discussie omtrent 'neutraliteit van de overheid' uitsluitend rond 'religieuze symbolen', terwijl er natuurlijk een heleboel andere ideologieën, maatschappij- en mensvisies zijn, die tot uiting komen in uiterlijke tekenen van de overheid en haar ambtenaren, en die hinderlijk, autoritair, provocerend, discriminerend.. ervaren kunnen worden door de burger. Die uiterlijke tekenen kunnen zowel te zien zijn of geconstateerd worden in de overheidsgebouwen, binnen en buiten, als in de kleren, de opsmuk, de taal, enz. van de ambtenaren.
Deze verstikkende bewustzijnsvernauwing roept heel wat vragen op. Heeft zij in oorsprong niet te maken met een antimoslimopstelling, waarvan het 'weg met de hoofddoek' een concrete uiting was/is? Maar omdat er bezwaarlijk repressieve regelgeving voor één bepaalde religie kan gelden, werden ook andere religieuze symbolen in het debat binnengebracht: het kruis, het keppeltje...
Je kan er donder op zeggen dat voor de overgrote meerderheid van de 'neutraliteitspleiters' het in de eerste plaats te doen is om de moslimhoofddoek.
En dat er ook andere symbolen dan religieuze zijn, die de 'neutraliteit' schenden, ontkennen ze straal.
04-09-2017 om 20:01
geschreven door Gust Adriaensen
|