Vaak trekken te kritische journalisten het nut, ja zelfs het bestaansrecht van de Belgische senaat in twijfel.
Voorzitter De Decker bewijst dezer dagen met glans dat het journaille dwaalt. Deze liberale excellentie is op het ronduit schitterende idee gekomen een werkgroep in het leven te roepen die zich buigt over de protocollaire volgorde bij plechtigheden van topniveau.
Geniaal toch! En maatschappelijk gezien uitermate relevant en dringend. Want stel u voor. Tot nu toe staat de kardinaal op de eerste plaats. De pauselijke nuntius, als deken van het diplomatencorps, godbetert, op de tweede. Dat moet veranderen, vindt de senaatsvoorzitter. In een sterk geseculariseerd land als het onze, kan dat toch niet, nietwaar.
En meedrijvend op de weer wat sterkere anticlericale golf, naar omhoog gestuwd door de krachtige anti-Léonardwind, zag De Decker zijn kans schoon en beviel hij van zijn creatieve voorstel.
Maar er ontstond al direct verwarring en geruzie. Wie, wie op de eerste plaats, als de kardinaal niet meer mag. Tja. Problem. Big problem. Misschien droomt De Decker zelf wel van die onbetwistbare ereplaats.
Ik gun ze hem. Een man, een voorzitter van de Hoge Vergadering, die zulke ideeën produceert, die op die manier zin geeft aan de senaat, verdient het. En posteer de kardinaal maar helemaal laatste in het rijtje. De nuntius? De job afschaffen? Terug naar Rome?
04-02-2010 om 20:28
geschreven door Gust Adriaensen
|