| Tegen de bosrandligt in maart nog sneeuw
 op de hoogten van Büllingen.
 
 De weiden zijn nog dor,
 blauwgrijs de meidoornhagen
 Torenspitsen reiken uit
 boven alleen maar daken.
 
 Maar een strakke wind voert
 de kracht van het voorjaar aan
 over de zachte heuvels.
 
 Geuren en licht,
 klanken en atmosferen
 dringen onweerstaanbaar door
 in dit lieflijke land.
 
 In duizend kronkelingen
 zoekt de Warche snel zijn weg
 langs de forellenvissers.
 
 Hooggelaarsd staan zij,
 norse, nutteloze wachters,
 roerloze standbeelden,
 in de flikkerbeweging van lentelijk water.
 
 Tussen verstarrring en leven
 is verbinding én overgang
 de regelmatige zwiep van de hengel
 
 door de luchten van Büllingen.
 
  22-03-2007 om 09:22 
geschreven door Gust Adriaensen
 |