In de 'hoofddoekdiscussie' wordt 'neutraliteit van de overheid' altijd opnieuw als argument contra aangevoerd. Maar het is opvallend dat 'neutraliteit van de overheid 'verengd wordt tot het al of niet dragen van religieuze symbolen.
De argumenten die aangevoerd worden om 'religieuze symbolen' te verbieden, kunnen evenwel in hoofde van de burger evenzeer gebruikt worden met betrekking tot andere 'symbolen'. Een aantal voorbeelden. Kan een burger zich niet geïntimideerd of geïrriteerd voelen door de kledij of opsmuk van de (top)ambtenaar: uniform; chique, sjofel, slordig; duur horloge, opzichtige juwelen...? Hoe zit het met de taal van de ambtenaar: dialect, algemeen Nederlands, gebrekkig...? Schrikken de overheidsgebouwen de burger niet af? Zijn zij niet de materiële uitdrukking van een maatschappijvisie, een ideologie?
Kortom, wat is 'neutraliteit' precies? Waarom wordt 'neutraliteit' steevast gereduceerd tot hoofddoek, kruis en (heel, heel soms) keppeltje? Vooringenomenheid?
04-06-2021 om 15:42
geschreven door Gust Adriaensen
|