De lózie (ozing) is het uitstekende dak boven de schuurdeur en de deur van het karhuis die haaks op mekaar naar de staldeur en de straat gericht stonden. René Stappaerts gaf de term als titel aan zijn in 1992 verschenen boek over Retie tussen 1900 en 1930. De nêre betekent dorsvloer en komt van het Latijnse area. De zult komt van zulle (drempel, balk) en betekent in de Kempen de dwarsbalk waarin de bovenste uiteinden van de stalleepels (stalrepels) gestoken werden. De móld (moel) is een kneedtrog of een kist om het meel voor de dieren in te bewaren. De oorsprong van het woord zit in het Latijnse mulctra. En haagt duidt een ketting aan. Het zou kunnen verband houden met het Middelnederlandse hagedochte wat krocht, onderaards gewelf betekent en vaak geassocieerd wordt met kettingen en gevangenschap.
In deze aflevering behandel ik ook een aantal uitdrukkingen die met eten en drinken te maken hebben of waarin woorden die betrekking hebben op huis en huisraad voorkomen. Groewetoeweg meej e klawen bùksjen (groot oog met een klein buikje) wordt gezegd tot kinderen die meer trek hebben dan ze kunnen opeten. Ee?en lèk nen haajspower (heispitter): overvloedig eten. Iemand die de heide ontgon , leverde labeurwerk en had veel kracht en energie nodig. Meej hoewet(hoofd , kop) èn poewet (poot) ópee?en betekent alles, tot het laatste restje opeten. Een persoon die bij het eten voedseldeeltjes in de buurt van de mond morst rédt teegen den dùrstaajl (rijdt tegen de deurstijl). Wie iets te warm drinkt of eet loopt grote kans de hôren van zen ziel te stoo?en.Wanneer je van een bepaald soort voedsel huiduitslag krijgt is dat ùtslag van inslag. Heb je lang niet gegeten en heb je heel veel honger, dan ziede ze bótteren. Nog erger is het wanneer je het mènneke krégt of de gèrhónger (geeuwhonger). Geeuwhonger is de volksetymologische vervorming van gahonger wat plotselinge honger, flauwte betekent. Dat veel snoepen als een dure aangelegenheid werd beschouwd , zit verwoord in ne snoeper heej het nog draaj dôgen iejer óp as nen drinker. En wees niet direct erg ongerust wanneer je iets inslikt , want wa dùr de roeper gô, gôt dùr de poeper.
Beteuterd kijken is kaj?en of ge de steel van t pènne?en (pannetje) gestoewe?en (gestoten) hét. Iemand die wel ergens een grens stelt maar accepteert dat een ander zelfs meer dan de helft van iets opeist kan zeggen. ik kan goed verdrôgen da ge in de hélft van t béd ligt, mèr da ge ew dan nog in de sazie rolt ok .. Wanneer je een buitengewoon knappe vrouw ziet, kan je zeggen :zoewe kunt ger gén zwieje?en óp een kaaw moos. Heimelijk iemand afluisteren wordt zwaar aangerekend: bêter nen dief ôn de klink dan en lèùstervink. Als er mensen (kinderen) aanwezig zijn die iets niet mogen horen, wordt gewaarschuwd: er zén la?en ôn t hojs. Om spijt of ontgoocheling te relativeren ,werd wel eens gezegd: Is da zund? Booter ôn ew gat smêren èn ew broewed druujeg ee?en, das zund. Als je ophoudt met werken wanneer je iets uitlegt kreeg te horen: klappen èn brawen (breien).
31-10-2008 om 00:00
geschreven door Gust Adriaensen
|
Het geeft natuurlijk te denken dat Dedecker een schandaal aankondigt maar eraan toevoegt dat hij
het nog niet uitbrengt omdat hij nog niet alles uit-
gespit heeft. Dus is er hoe dan ook nog onzekerheid over het feit of het een echt schandaal is. Ofwel wacht hij politiek interessantere tijden af om ermee voor de dag te komen. En dergelijke tactiek roept ernstige deontologische vragen op.
Of je nu voor- of tegenstander van Dedecker bent, de manier waarop de politicus werd aangepakt, kon evenwel gewoonweg niet door de beugel. Het was
geen gedachtewisseling of interview maar kruisver-
hoor en rekwisitoor tegelijk. Lanoye (met wat voor
een afschuwelijk accent spreekt een van onze bekend-
ste auteurs toch), nam daarin het voortouw, zonder dat de presentatoren ook maar een poging ondernamen om hem af te remmen. Maar wat erger was: Phara deed vol ijver en vooringenomenheid mee aan het partijtje Dedecker-bashing. En dat is niet de taak van een presentatrice en moderator, zou ik denken.