Meditatie in de Regenboogkerk in Gent
8 juni 2020 – na de dood van George Floyd.
Meditatie door bisschop Lode Van Hecke
Vrienden, we zijn hier samen
en dragen in onszelf een stilte.
Een stilte die in de eerste plaats angst oproept
de angst van iemand wiens adem stokt,
aan wie de adem ontnomen wordt
gewelddadig.
Acht minuten lang stilgemaakt worden.
« Please. I can't breathe»
Woorden die ons achtervolgen als spoken in de nacht,
gevolgd door een beklemmende stilte,
die uitdeint,
de wereld rond.
Iedereen houdt de adem in
en luistert.
Luistert eindelijk.
En kijkt.
Zoekt ogen die begrijpen
handen die helpen.
Handen die tranen wissen
en boeien losmaken.
En bevrijden van lichamen
die verpletteren.
Handen die omarmen
niet om te versmachten,
maar om wapens neer te leggen,
en instrumenten te bouwen,
voor de vrede.
Voeten die zich spoeden om hulp te vinden
en leiden naar een veilige plaats.
Een stem die kan schreeuwen van verontwaardiging.
Maar ook fluisteren, en zwijgen. Waar nodig.
Als we in de ban zijn van geweld en onrecht,
ook dan nog komt de profeet met een droom
van gerechtigheid en goedheid:
“Komt, laat ons gaan naar de berg van de Heer,
naar het huis van onze God:
Hij zal ons zijn wegen wijzen
en wij zullen zijn paden bewandelen. (…)
Hij zal recht doen tussen de vele volken,
en machtige naties tuchtigen.
Dan smeden zij hun zwaarden om tot ploegscharen
en hun speerpunten tot sikkels.
Geen volk heft het zwaard meer tegen een ander
en de oorlog leren ze niet meer.
Huis van Gods volk, komt,
laat ons wandelen in het licht van de Heer.” (cf. Jes 2, 3…5)
Wij dragen een stilte
en stille woorden die wakker schudden:
Zij openbaren het wapengekletter in ons eigen hart,
ons eigen verborgen racisme.
“Waar is uw broer? Waar is uw zus? Wat hebt gij gedaan?
Hoor. Hun bloed roept uit de grond tot mij.” (cf. Gen 4, 9.10)
Er bestaat geen boekhouding
voor de waarde van een mensenleven
Gods beeld en gelijkenis.
Wij dragen ook een andere stilte
een stilte die ons draagt.
Zij opent op een woord van troost.
Gods troostend woord. Zijn woord dat verlost uit de ballingschap
van haat en onbegrip.
De achtste minuut: verstikking.
Maar de achtste dag: verrijzenis.
“Keer nu ons lot ten goede, Heer,
zoals een beek doet in de Zuid-Woestijn.
Die onder tranen zaaien,
zij oogsten met gejuich.
Vol zorgen gaan zij uit
met zaaizakken beladen;
Maar keren zingend weer
beladen met hun schoven.” (Ps 126, 4-6)
Gebed
Heer, God van vrede,
wij staan voor u.
Ademloos. Machteloos voor geweld dat ons omringt.
Maar Gij geeft de kracht die wij ontberen,
Uw Geest, uw Adem, is levenskracht.
Hij spreekt uw woorden,
woorden van moed, van troost, van hoop.
Hij geeft ademruimte.
Hij toont uw gelaat in de medemens.
Wij bidden u voor alle slachtoffers van uitsluiting,
onder welke vorm ook.
Wij danken u voor de vriendschap tussen de volkeren,
vriendschap die de vervreemding wegneemt
die recht spreekt, rechtuit,
en een huis bouwt waar het goed is om samen te wonen.
Een thuis voor allen, zonder onderscheid.
We ontwijken uw Stilte niet.
En ook niet uw Woord
dat verenigt en verzoent.
dat heelt en vergeeft.
In Jezus vinden wij uw Woord
En uw Adem.
We zingen voor U.
We zingen samen
Want dat is goed.
Dank voor die adem, die geest
die ons verbindt en zingt en danst.
Ook in de donkere momenten.
Hoe onbegrijpelijk ook. Dank… voor het onbegrijpelijke.
11-06-2020 om 22:06
geschreven door Gust Adriaensen
|