Het vijfdelige kerstessay van Tinneke Beeckman in De Standaard, geeft op een boeiende en indringende wijze de 'machtsstrijd' tussen individualisme en gemeenschapszin weer, die in de laatste decennia in West-Europa beslecht lijkt te zijn in het voordeel van het individualisme.
Tegelijk heeft zij een scherp oog voor de negatieve, steriele, soms destructieve gevolgen daarvan. De verbrokkeling van de grote verhalen of de complete verdwijning ervan, laat de mens, en zeker de jongere generaties , uiteindelijk, na de uitwerking van de prestatie- en consumptieroes, vereenzaamd, doelloos en toekomstloos achter.
Beeckman volgt Arendt in haar opvatting dat in de loop der eeuwen het christendom in sterke mate gezorgd heeft voor het grote, zingevende verhaal waarin de mens steeds het nieuwe kan creëren. Die mogelijkheid is terug te voeren op de geboorte van Jezus . 'Christus wordt de nieuwe inspiratie, ook voor de religieuze en politieke grondslagen van de samenleving', aldus Arendt. Christus verbindt de gelovigen
Wellicht heeft Beeckman zich bij de planning en het schrijven van dit essay, als ongelovige (cfr. deel 1) voorgenomen zich zo goed mogelijk te beperken tot de analyse van wat zij in verleden en heden waarneemt en meent te onderkennen. Zij ziet de kwalen, gevaren en de oorzaken ervan. Maar zij heeft ook oog voor wat doorheen de tijd de mens(heid) behoedde voor de destructieve reductie tot homo laborans en homo faber.
En zij weet, net als Arendt, hoe belangrijk het Christuskind en het christendom altijd geweest zijn voor de 'handelende mens', de mens heeft een 'initium' (Augustins), een 'begin' (steeds opnieuw) om te handelen binnen en ten bate van een gemeenschap.
Ik ben ervan overtuigd dat ook Beeckman het christendom ziet als een van de belangrijkste remedies om de enorme problemen voor mens en samenleving aan te pakken. De conclusies uit haar essay zijn voor iedere lezer duidelijk: het christendom kan voor een ommekeer zorgen, kan het zingevende grote verhaal brengen.
Waarom schrijft zij dat niet openlijk?
30-12-2021 om 21:12
geschreven door Gust Adriaensen
|