Bestaat de hemel dan nog?, titelt Pam zijn stukje in de Volkskrant. Een vakantie op het paradijselijke Hawaï bracht de columnist ertoe ontboezemingen en bedenkingen te schrijven over hemel, aarde, hemels op aarde, en godbetert, over God. 'De hemel steekt langzaam weer zijn kopje op', vertrouwt Pam aan het Volkskrantpapier toe en hij heeft reeds een visioen van kat en muis, vos en kip, die met elkaar overweg kunnen.
Graag wil ik Pam bevestigen in zijn hoopvolle verwachting. Natuurlijk bestaat de hemel Pam. Je hebt er een stukje van gezien. In Hawaï. Wat weerhoudt je er overigens van daar te blijven staan, zitten, liggen, surfen? Misschien toch even overvliegen naar Nederland om je huisbijbel op te halen. Terug naar de Hawaïaanse stranden. Met je bijbel. Je comfortabel installeren. Jesaja 11, 6-9, opzoeken. En rustig lezen.
De wolf en het lam wonen samen, de panter vlijt zich neer naast het bokje, het kalf en de leeuw weiden samen: een kleine jongen (Pam toen hij nog een kleine jongen was?) kan ze hoeden. De koe en de berin sluiten vriendschap, hun jongen liggen bijeen. De leeuwin eet haksel als het rund, de zuigeling speelt bij het hol vna de adder, het kind strekt zijn hand uit naar het nest van de slang. Niemand doet nog kwaad of handelt nog verderfelijk op heel mijn heilige berg (makkelijk te vervangen door 'mijn heilig strand'); want de kennis van Jahwe vervult het hele land, zoals het water heel de bodem van de zee bedekt.
Er heilig van overtuigd dat de 'kennis van Jahwe', daar op dat schitterende Hawaïaanse strand, ook heel even Pam vervulde. Heel even en dus beperkt nog maar. Maar als Pam daar blijft, natuurlijk voor altijd en intens. Nu zit hij nog in het stadium van de kat en de muis, de vos en de kip. Hollandse proporties. Nog een immense afstand (van hier tot Hawaï) naar het fresco van Jesaja. Maar toch, Pam, toch duidelijk bijbels. Jij bent op de goede, heilige weg. Ik benijd je.
13-12-2009 om 17:27
geschreven door Gust Adriaensen
|