Elke zaterdagvoormiddag stroomt de klas van pater Nicolaas Gorts in de norbertijnenabdij van Postel goed vol. Met twintig cursisten zijn ze, opgedeeld in een groep beginners en een groep gevorderden.
De oudste cursist is 81. De jongste is de leraar, Michiel Jaspers uit het nabijgelegen Pelt, die zijn educatieve master nog afwerkt en in de abdij bijzonder gemotiveerde studenten vindt. Verder zijn er nog twee twintigers. Ze hebben zo hun eigen redenen om een mondje Latijn te leren. De één is een verpleegkundige die veel Latijn tegenkomt in de anatomie. De andere is een koster-organist die met Latijn in aanraking komt bij gregoriaanse muziek.
En dan zijn er nog de vrijwilligers van het team dat de pater helpt bij het inventariseren van de kloosterbibliotheek en medewerkers van heemkundige kringen, voornamelijk senioren.
Pater Nicolaas ziet hiermee een oude droom in vervulling gaan. ‘In het middelbaar adviseerde de leerlingenbegeleiding mij vijftig jaar geleden de studierichting moderne talen. Ik zag al gauw dat dit een verkeerde keuze was, maar veranderen kon niet meer.’
Eind augustus kreeg hij dan toch nog zijn eerste les Latijn, op zijn 62ste. Intussen zit hij zowat aan de tiende les.
Alle uitgangen voor naamvallen en werkwoordsvormen onthouden, is een hele klus.
Nicolaas Gorts
‘Alle uitgangen voor naamvallen en werkwoordsvormen onthouden, is een hele klus. Maar we hebben handige schema’s geprint, die we altijd bij de hand kunnen nemen. Het moeilijkste vind ik dat adjectieven ver verwijderd kunnen staan van het substantief waar ze bij horen. Dat maakt vertalen erg lastig.’
Van Asterix tot Pater Noster
Als vertaaloefening krijgt de klas fragmenten uit Latijnse Asterix-strips, maar evengoed leren ze grammatica en woordenschat aan de hand van het Salve Regina of Pater Noster. Die gebeden hebben voor de pater natuurlijk weinig geheimen. Des te handiger zijn ze om de grammatica te oefenen.
‘Wat we geleerd hebben, kunnen we nu al gebruiken in ons werk in de bibliotheek, al zijn we nog niet aan de oude boeken begonnen’, zegt pater Nicolaas. Tot 1950 werden handboeken theologie nog in het Latijn geschreven.
Maar het ‘echte werk’ begint over enkele maanden, schat Nicolaas. ‘Dan beginnen we aan de zogeheten oude boeken, die dateren van voor 1850. We hebben zeker 5.000 volumes. Die moeten allemaal digitaal geïnventariseerd worden. En dan willen we daar graag de juiste steekwoorden bij vermelden, dus moeten we begrijpen waarover ze gaan.’
Zeg nooit meer Carólus
Er mag al eens gelachen worden in de les Latijn. ‘Onlangs was het de feestdag van Carolus Borromeüs’, vertelt de pater met pretlichtjes in de ogen. ‘Wist je dat de meeste mensen die naam verkeerd uitspreken? Leg je de klemtoon op de tweede lettergreep, dan heb je het over uitwerpselen. In de naam van de heilige ligt de klemtoon daarentegen op de eerste lettergreep. Het is Cárolus.’
Maar nu weer ernstig en hoog gemikt: pater Nicolaas hoopt om ooit de Summa Theologica van Thomas van Aquino in het Latijn te kunnen lezen, hét standaardwerk van de katholieke Kerk. ‘Ik ben filosoof van opleiding en heb het altijd doodjammer gevonden dat ik het met vertalingen moest stellen. Elke vertaling is een verraad…’
Ik ben filosoof van opleiding en heb het altijd doodjammer gevonden dat ik het met vertalingen moest stellen.
Of dat kan lukken na één jaar Latijn? ‘We hebben altijd gezegd dat we minstens één schooljaar zouden uitdoen. Dan zullen we samen evalueren of we er nog mee doorgaan. Of misschien wordt het dan wel een leesgroep.'
In ieder geval leverden vertaaloefeningen al interessante gesprekken op in de klas. Zoals onlangs met de tekst De pari aut impari Evae atque Adae peccato, een theologisch dispuut van Isotta Nogarola, een zeldzame vrouwelijke auteur uit de 15de eeuw. Het gaat over de vraag of de zonden van Adam en Eva gelijk staan. De les leidde tot een geanimeerd gesprek over de betekenis van het woord ‘erfzonde’. ‘Peccatum originalis’, zegt pater Nicolaas ter verduidelijking.
Bij het afscheid nemen roept hij me overmoedig na: ‘Salve!’ Om waarschijnlijk meteen te beseffen: ‘Verdraaid, het moest ‘vale’ zijn!’
19-11-2024 om 17:20
geschreven door Gust Adriaensen