Onder de titel ‘Hoop neemt een loopje met je denken’, schrijft filosofe Tinneke Beeckman in De Standaard van 18 februari , boeiende overwegingen, die de lezer aanzetten tot reflectie.
Enkele bedenkingen. Volgens Beeckman verlangt een stoïcijn 'alleen wat is' en 'doet hij wat hij kan om een tegenvallende situatie te veranderen'. Maar zit in verlangen en in de wil tot verandering, niet altijd 'hoop' vervat? Is overigens in filosofisch opzicht 'alleen wat is' zo duidelijk te definiëren als de columniste suggereert?
De afkeer van de hoop werd bij Camus gevoed door zijn woede om onrecht, lezen we. Camus bleef gevangen in zijn woede, had geen goed woord voor de hoopvollen maar ook niet voor de wanhopigen. Wat blijft dan voor Camus? Het leven als onrecht, als woede?
Niet alleen als retorische middel maar ook als brandstof , niet zelden ook in destructieve zin, is hoop niet weg te denken uit politieke verbeelding en beleid. Ook een regering van technocraten bv. kan zich m.i. niet losmaken van hoop.
Ik ben het niet eens met de stelling dat geloof in daadkracht aan de basis ligt van hoop. Menselijke 'daadkracht' is vaak een mix van geloof in eigen kunnen én van hoop om iets te realiseren. Ik denk dat elke mens van zichzelf weet dat 'hoop' een enorme kracht tot daden kan betekenen en dat die daadkracht niet noodzakelijk en niet uitsluitend afhankelijk is van het geloof in de eigen capaciteiten.
In dat opzicht is Beeckman schatplichtig aan of gaat ze mee in de trend om de individuele capaciteiten van een mens als primordiaal te beschouwen. 'Dat is de volgorde' lijkt me een nogal anti-filosofisch, absoluut statement.
De tekst van Beeckman over 'hoop' en 'geloof', roept spontaan, zeker bij de mensen die in een christelijke cultuur zijn opgegroeid, de gedachte op aan de prachtige Bijbelverzen van Paulus' 1ste brief aan de Korintiërs (13, 13), met de bekende slotverzen: 'En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie , maar de belangrijkste is de liefde'. Het is verwonderlijk dat Beeckman geen aandacht heeft voor 'liefde' , als bron van menselijke daadkracht.
De titel 'Hoop neemt een loopje met je denken', doet toch wel zeer erg de wenkbrauwen fronsen. Ik weet niet of hij van de columniste zelf komt, maar hij doorstaat naar mijn mening geen filosofische of psychologische toets. Wel spoort hij met de huidige sterke aandrang -ideologisch gevoed of niet- om de ratio van het individu als een totaal apart en precies afgelijnd menselijk kenmerk te beschouwen, dat dan nog veel belangrijker wordt geacht dan alle andere mogelijke menselijke drijfveren, gevoelens en noden.
Want het gebruik van de uitdrukking 'een loopje nemen met' liegt er niet om. Dit negatief geladen gezegde betekent: niet serieus nemen, voor de gek houden, aan je laars lappen. 'Hoop' tast dus je denken aan, betekent eigenlijk een gevaar voor de ratio.
Dat zal dan ook wel het geval zijn voor andere kenmerken die des mensen zijn en buiten de ratio en de rationalisering vallen: liefde, caritas, geloof, fides,
De titel geeft een verstikkend en verengend binair denken aan. Zo is de mens niet.
18-02-2021 om 16:58
geschreven door Gust Adriaensen
|