Ik kan Marc Reynebeau geen ongelijk geven wanneer hij schrijft (DS 24 juni) dat NVA-parlementslid Kanko voor de ingrediënten van de Vlaamse identiteitscanon niet verder komt dan wat 'aftandse clichés uit de toeristische folklore'.
Inderdaad. Wat noemt parlementslid Kanko zoal op? Niet alleen de Lierse vlaaikes en de Geraardsbergse mattentaarten, maar ook de garnaalvissers, Brugge, Elsschot, Sinterklaas, kalkoen, baksteenmaag,frietjes, Eddy Merckx, Ronde van Vlaanderen en last but not least Urbanus. Kanko heeft al die volgens haar identiteitsbepalende tradities en elementen leren kennen en omarmen en ze hebben haar tot een echte Vlaming gemaakt.
Dan is het wel erg spijtig dat in de Kempense boerenwereld van mijn (voor)ouders de meeste van die dingen amper of helemaal niet aanwezig waren. Vlaaikes en mattentaarten: totaal afwezig. Garnaalvissers en Brugge nooit gezien of bezocht, laat staan Elsschot gelezen of er over gehoord. Bakstenen: met mate...
Met identiteit waren ze helemaal niet bezig (tenzij misschien met hun christelijke), wel met hard zwoegen om te overleven.
|