X/10
Vrijdag 24 juli 2015
Open voor het onverwachte
Het feit dat fr. David nog steeds geen visum heeft voor Syrië leidt ons naar nieuwe initiatieven. De zusters in Qâra missen ons en wij missen de zusters, maar wij zullen toch als twee onafhankelijke gemeenschappen moeten leren leven. Daartoe hebben we nu de kans. Het vraagt in ieder geval een grondige voorbereiding van onszelf.
En zo brachten we vorige week met ons drie door in een leeg appartement in Qleiaat (N. Libanon), dat vroeger al aan moeder Agnes-Mariam gegeven werd als mogelijk verblijf voor de zusters. Van op een immens terras (15/6 m) krijgen we een prachtig zicht op de Farayya-berg (hier algemeen de Sinaï genoemd) en daarachter nog twee bergketens. Her en der appartementen met hun typisch rode daken, in de vallei, tegen de flank en op de bergen. Het is een groot appartement, gelijkvloers (1100 m boven de zeespiegel), vrij nieuw maar al ruim tien jaar verlaten en helemaal leeg, een gedroomd vancantieoord voor allerlei ongedierte. Geen elektriciteit, geen water, een doordringende onaangename geur, geen enkele deur heeft een handvat en buiten een tuin die voor heel het appartement als vuilnisbelt gebruikt werd. Terwijl we begonnen op te ruimen kregen we van de familie aan de overkant van de gang meteen een verlengkabel onder de voordeur, zodat we al een lamp konden laten branden. Verder zorgden onze kaarsen voor het nodige licht. Een andere vrouw liet ons bidons water vullen en zei dat we na afloop bij haar konden douchen. Allerlei overtollig materiaal uit het appartement van Adonis was met een vrachtwagen achterna gekomen: enkele tafeltjes, een boekenkast, enkele oude zetels, stoelen, boeken en drie matrassen. Tevens hadden we een flinke voorraad eten mee gekregen, zoals dat aan de vluchtelingen wordt uitgedeeld. Een vrouw bood ons een gasfles en een oud gasvuur aan en zo konden we al koken. Maandag in de namiddag kwamen we toe. We begonnen de heel grote living en de keuken op te ruimen en te poetsen. Dit verliep evenwel nogal vlot zodat we tevens de drie kamers hebben gepoetst en één toilet. Alle rommel vloog voorlopig in de tuin bij het ander stort.. De volgende dag kregen we al elektriciteit. Voor het water moest de loodgieter twee keer terug komen en het was pas na drie dagen in orde, maar hij wilde voor zijn werk niets aanrekenen. De living was nu mooi in orde. Aan de ene kant een zithoek, aan de andere kant de gebedshoek met het altaar en enkele iconen tegen de muur.
Nadat we zelf al met de hand onze klederen gewassen hadden, kwam een vrouw met aandrang vragen onze kleren te mogen wassen en strijken. Geburen brachten fruit en Arabische zoetigheden. Van op het terras kijken we op een afdak aan de overkant van de weg. Ouders met vijf getrouwde kinderen wonen hier naast en boven elkaar als . één grote familie. Zowat gans de dag door komen daar kinderen, kleinkinderen en vrienden samen. Zij wuifden en vroegen om een tas koffie te komen drinken. En als wij eucharistie vieren, zo zeiden ze, willen wij deelnemen. Fr. David speelt af en toe trompet en dat vindt die oude vader geweldig. Tegen het einde van de week bood een chauffeur uit de familie aan de overkant van de weg aan om met zijn vrachtwagen alle vuiligheid en afval weg te brengen, waar we heel dankbaar gebruik van gemaakt hebben. Vanaf vrijdagmorgen heel vroeg tot na de middag werd alle afval verzameld, een vrachtwagen vol. Daarop nodigden ze ons uit om een frisdrank te komen nemen samen met hen. Aan de vrachtwagenchauffeur hebben we toch maar een bescheiden financiële vergoeding gegeven, die hij ook lachend aanvaardde. Zo werd ons huis, volgens de laatste encycliek van de paus, Laudato sii, deskundig gereinigd op milieu-vriendelijke wijze.
Ondertussen had de maronitische pastoor van deze parochie, toegewijd aan de heilige Simon de Stiliet, fr. Jean al opgemerkt en kwam zich zelf aanmelden. Hij gaf ons eigenlijk een zacht verwijt dat we hem niet direct hadden bezocht, want hij wil ons helpen met al wat we nodig hebben. Hij vroeg of de maronitische bisschop weet dat wij hier zijn. Daarop konden we niet antwoorden maar wel zeggen dat onze grieks-melchitische bisschop van Beiroet op de hoogte is en mij de toestemming heeft gegeven de Latijnse én de byzantijnse liturgie te vieren. Pastoor Youssef vertelde dat hij in de geest van paus Franciscus de Kerk dichter bij de mensen wil brengen en daarom, tijdens de zomer iedere woensdagavond ergens in een wijk, in open lucht de eucharistie opdragen. We namen daaraan graag deel, langs de rand van een rustige weg. Er waren een veertigtal mensen. Het was een waardige dienst met veel gezang en een flinke preek. Na afloop vroeg een jong echtpaar of we bij hen niet even wilden komen, in het appartement aan de overkant van de weg. Hun kinderen keken met zoveel blijde verwachting uit naar ons positief antwoord dat we niet konden weigeren. Het gezin is lid van een oecumenische charismatische groep in Libanon, waarmee ze ons graag in contact willen brengen. De kinderen bleven ons vragen stellen over het evangelie en over Jezus, want ze willen voor hun vriendjes volwaardige missionarissen worden. En natuurlijk werd voor wat lekker eten gezorgd. Ondertussen wisselden we intens van gedachten over het inwendig gebed, over st. Jan van het Kruis en over de charismatische vernieuwing in Libanon. De volgende avond na de mis hetzelfde. Meerderen drongen er bij ons op aan om even bij hen binnen te springen. Zo kwamen we in een Frans, maronitisch, jong gezin met drie kinderen, waarvan de vader zijn opleiding tot maronitisch priester begint. Maronitische priesters mogen vooraf kiezen voor een celibatair of een gehuwd priesterschap. Hij was loodgieter van beroep. De tien jaren dat hij gewerkt heeft in Nantes wilde hij over Jezus en het evangelie vertellen, maar de meesten bleven onverschillig, hoewel hij af en toe wondere ontmoetingen had. Nu gaat zijn vrouw werken en hij studeren om zich volledig aan het priesterschap te wijden. En zo heeft ons leven ook iets (van verre natuurlijk) van het leven van de eerste volgelingen van de heilige Norbertus. Enerzijds werkten ze aan hun woning, hun klooster, anderzijds trokken ze er op uit om het evangelie te verkondigen.
Deze week beleefden we op onze wijze het “loofhuttenfeest” of sukkot, dat voor de joden een van de grote feesten is aan het begin van de herfst, na de oogst. Zeven dagen gedenken ze de tijd dat het joodse volk door de woestijn zwierf en leven als in een hut die zo met takken bedekt is dat ze de hemel blijven zien. Het is een uitnodiging om God te danken voor het leven, de oogst, het water en te beseffen dat we eigenlijk zwervers zijn door de woestijn, pelgrims op weg naar het definitieve Beloofde Land, het Hemelse Jeruzalem.
In vergelijking met het joodse volk in de woestijn en de oude monniken, zijn we natuurlijk maar verwende luxe-kinderen. Er liggen ook vele eeuwen tussen hen en ons. Toch gebruiken we (nog) veel minder dan wat een gewoon gezin of een eenvoudige burger dagelijks nodig heeft. Anderzijds worden we iedere dag aangenaam verrast, ja zelfs overstelpt door de goedheid van mensen om ons heen. Blijkbaar had Jezus gelijk toen Hij zei: “Zoek eerst het Rijk Gods... en al het overige wordt er u bijgegeven”.
“Om de wereld veiliger te maken...”
We genieten nog van het Iran-atoom-akkoord en de hoop op meer vrede, die hiermee verbonden is. Toch mogen we ons door de schijn en het bedrog van deze wereld niet laten verblinden. De hoge vertegenwoordigster van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheid, Frederica Mogherini sprak op de dag van de ondertekening van een “historische dag”, “om de wereld veiliger te maken”.
Onmiddellijk daarop meldde de Amerikaanse luchtmacht en de NNSA (National Nuclear Security Agency) dat de eerste atoom-test-vucht van de B 61-12 in de Nevada woestijn beëindigd was. Deze nieuwe atoombommen zullen de oude B 61 vervangen die opgeslagen liggen in Airano en Ghedi Torre, alsook in Duitsland, België, Nederland en Turkije. Dit nieuwe type wordt “intelligent” genoemd omdat het van op lange afstand zijn doel kan kiezen, is 4 x sterker dan de bom op Hiroshima met een prijskaartje van 8 tot 12 miljard dollar... “om de wereld veiliger te maken”.
De Franse president Guy Mollet zorgde in 1956 voor de overdracht van de nucleaire technologie naar Israël. Directeur van de centrale Dimona in de Negev-woestijn werd Shimon Peres. Israël nam deel aan de atoomexperimenten in de woestijn van Algerije. Toen Israël in 1967 Egypte, Jordanië en Syrië aanviel, verbrak generaal Charles De Gaule de banden met Israël. Daarop sloot Israël met de VS een geheim akkoord dat het wel atoomwapens mocht hebben maar er geen ruchtbaarheid aan geven en geen nieuwe experimenten uitvoeren. Israël ging verder met behulp van de Britten en vanaf 1979 met behulp van Zuid-Afrika. Zo kon Israël deelnemen aan de experimenten van Zuid-Afrika zonder het akkoord met de VS te schenden. Israël beschikt nu over 80 tot 400 kernkoppen en een groot aantal neutronen bommen die mensen kunnen doden zonder gebouwen te verwoesten. Het beschikt ook over een H bom die 4.000 x sterker is dan de bom op Hiroshima. De Israëlische wetenschapper Mordechai Vanunu die het atoomprogramma van Israël onthulde (Revealed: the secret of Israel’s nuclear arsenal, The Sunday Times, oktober 5, 1986) werd voor 18 jaar opgepakt. Toen hij in 2004 werd vrij gelaten en onmiddellijk weer een interview gaf, werd hij opnieuw opgepakt. François Hollande deed in een interview van 14 juli op tv 1 en France 2 alle moeite om te laten verstaan dat Israël geen atoombom zou hebben. Inmiddels heeft Israël tweemaal gebruik gemaakt van zijn nucleair arsenaal, in 2006 tegen Libanon en nu op 20 mei 2015 tegen Jemen... “om de wereld veiliger te maken”.
De VS, Israël, Rusland, China, Pakistan, India, N-Korea, Frankrijk, Engeland beschikken samen nu over een slordige 16.300 kernkoppen, waarvan 4.350 klaar voor onmiddellijk gebruik. Bovendien hebben de VS een contract getekend met Saoedi-Arabië, Bahrein en de Verenigde Emiraten om hen aan een atoombom te helpen. De atoombom-wapenwedloop gaat naar een hoogtepunt. We naderen in een bijzonder snel tempo het uur H op de apocalyptische klok, “om de wereld veiliger te maken”.
Met groot omhaal werd het “Iran-atoom-akkoord” getekend, terwijl Iran geen atoombom heeft en zijn nucleair programma volkomen controleerbaar is. Was dit akkoord een tragedie of een komedie... “om de wereld veiliger te maken”?
(Manlio Dinucci, Iran nucléarisé, Italie nucléarisée, mondialisation.ca, 18 juli 2015; Thierry Meyssan, François Hollande, Israël et la bombe atomique, Réseau voltaire, 17 juli 2015).
Kunnen monniken Europa (nogmaals) redden?
Griekenland zal zeker verantwoordelijkheid dragen voor zijn eigen crisis en voor de crisis van Europa. Toch lijkt de reactie van Europa ingegeven door alles behalve respect voor de soevereinteit van dit land en de eigenheid van het volk. Marc Hooghe is er niet mals voor (Het Europese Rijk en de opstandige provincie. De brutale machtspolitiek van Europa. deredactie.be, 17/7/2015). Hij spreekt van het “dictaat van Brussel”, dat een “collectieve straf” oplegt aan heel het volk, een “wreedheid” zoals die van het Romeinse Rijk tegen een provincie die niet in de pas liep. Deskundigen zijn het er over eens dat de “keiharde sanering”, die opgelegd wordt, Griekenland verder de dieperik in zal helpen. Deze houding is in elk geval niet in overeenstemming met de Europese idealen en zal het “volledig economisch leven” van Griekenland ontwrichten zodat het volk in de nabije toekomst “tot de bedelstaf zal veroordeeld” worden.
De oude monniken volgden een bepaalde regel waardoor nu nog een aantal vooral orthodoxe monnikenkloosters een sterke vitaliteit uitstralen: de “ideoritmiek”. Dit woord komt van het Griekse ‘ideotès’ en ‘rythmos’. Het eerste wil zeggen: eigen, eenvoudig, een burger die geen filozoof, politicus of man met bijzonder gezag is. Helaas is de betekenis van dit woord in ons taalgebruik nu gezakt tot een idioot, een gek, wat helemaal niet de oorspronkelijke zin was. Het “ritme” slaat dan op de vorm, de goede maat of verhouding. Kortom, in werkelijkheid betekent “ideoritmiek” dat iedere monnik zijn eigen weg naar de heiligheid mag gaan. De nadruk ligt hierbij niet op de uiterlijke eenheid of uniformiteit maar op de eigen innerlijke roeping. Zo vind je in het moederklooster van het Russisch orthodoxe Valaam bijvoorbeeld een grote verscheidenheid van beroepen en levenswijzen, overeenkomstig de aanwezige gaven van de leden. Verder leven rond dit klooster ook monniken in kleine gemeenschappen en sommigen leven zelfs helemaal afzonderlijk als kluizenaar. Dit alles gebeurt in afspraak en overleg met de geestelijke vader, die bekommerd is voor het persoonlijk heil van de afzonderlijke monnik en zo krijgt iedere monnik zijn naam.
Europa zou best wat meer kunnen leren van de monniken (in de hoop dat er dynamische monnikenkloosters blijven, natuurlijk). Hebben monniken in het verleden niet in grote mate meegebouwd aan het Europa van vandaag? Zijn zij het niet die Europa op vele wijzen hebben “gecultiveerd”? Het principe van de “ideoritmiek’ zou de afzonderlijke 28 lidstaten erg van nut kunnen zijn om een dynamische Europese eenheid in verscheidenheid te vormen. Dan zullen de Europese leiders wel meer bekommerd moeten zijn voor het heil van de afzonderlijke volken dan voor het behoud en de uitbreiding van hun macht.
Europa, een colonie van de Verenigde Staten
Terwijl Brussel over de toekomst van Griekenland beslist, neemt Washington ongemerkt verregaande beslissingen over de toekomst van Europa langs de NAVO. In Poggio Renatico (Ferrare, It.) wordt het eerste nieuwe centrum van de luchtmacht van de NAVO geïnstalleerd, dat gaandeweg over een 20-tal andere centra zal beslissen. Het uiteindelijke hoogste gezag van de NAVO blijft in handen van een Amerikaanse generaal, benoemd door de Amerikaanse president. Hij kan beslissen over het voeren van een oorlog in Oost-Europa, Azië en Afrika. Zonder enige moeite kan hij hierbij Europa, langs de NAVO, de vuurlinie insturen.
Dat het niet om vage veronderstellingen gaat, kunnen we opmaken uit het in juni verschenen rapport van het Pentagon: “The National Military Strategy of the United States of America” Daaruit blijkt dat de aandacht niet zozeer meer gaat naar de dreiging van terroristische groepen, maar naar staten die economisch en politiek sterker worden en die beschouwd worden als een belemmering voor de willekeur van de VS. Zo kan generaal Martin Dempsey zeggen: “Rusland, een atoommacht, is de grootste bedreiging voor de nationale veiligheid van de VS”! Helaas spelen de politici en economische grootmachten in Europa al te graag mee om de economische wereldorde, door het westen gedomineerd, in stand te houden.
Wereldleiders lijken soms op kleine kinderen, die jaloers kijken naar wat andere kinderen hebben. Ze voelen zich benadeeld en willen meteen beginnen te vechten. Helaas, in dit geval zal het Europa zijn dat zich naïef naar de oorlog laat leiden om zijn eigen zelfvernietiging te bewerken. (Manlio Dinucci, L’Europa encore en premier ligne. L’art de la guerre. mondialisation.ca, 18 juli 2015.)
24-07-2015 om 17:02
geschreven door Gust Adriaensen
|