-Albert
Ah, hier is onze republikein!
-Jean-Marie
Pardon sire?
-Albert
Ja, je wil mij en mijn familie toch uit het paleis kegelen. Je zegt zelfs dat jij het kindergeld voor mijn kleinkinderen moet betalen.
-Jean-Marie (het zweet breekt hem uit)
U hebt me zeker verkeerd begrepen, sire.
-Albert
Tut, tut, tut. Nu niet terugkrabbelen, eh Jean-Marieke.
-Jean-Marie
Sire, ik verzeker u, als ik minister mag worden, dat ik u door dik en dun zal steunen.
-Albert
Aha, dat hoor ik liever. Jean-Marieke tot ziens en braaf blijven jongen.
-Jean-Marie
Merci, sire.
Dedecker loopt met knikkende knieën naar de deur maar eer hij zo ver is, heeft de koning hem in de kraag gepakt en gooit hij onze sterpoliticus in volle vaart plat op de rug. Jean-Marie ligt uitgeteld op de paleisvloer. Hij is wel zo sportief om te kreunen: 'Sire, u krijgt daarvoor een ippon.' Terwijl hij door lakeien wordt weggedragen, hoort Dedecker Albert nog tegen zijn adjudant zeggen: 'Ik vertrouw die Oostendse praatvaar voor geen haar.'
12-06-2007 om 00:00
geschreven door Gust Adriaensen
|