Als je mójenèks of schaars gekleed rondloopt, ben je e schammenèk, een samenvoeging van schamen en naakt, die gebruikt wordt als scheldwoord. Een persoon, in het bijzonder een vrouw, die zich ongewoon gedraagt, enigszins non-conformistisch is, wordt e perél genoemd. Het pleonasme en kôj praaj betekent een kwaadaardige vrouw, serpent, feeks. Prij duidt namelijk reeds een kwaadaardige vrouw aan en komt zoals prooi van het Latijnse woord praeda (buit). En busselmójer(busselmoe(de)r) is een vrouw die zich slordig, onelegant , onaangepast kleedt. En kèl duidt een flauwe, kleinzerige vrouw aan. Het mannelijke equivalent is ne kèlleman. Iets minder negatief klinkt e kèlle?en dat wordt gebruikt om een kind met de vermelde karaktertrekken aan te duiden. Kèlle?es van de mèt meej en bulle?en (vodje)ôn der gat geplèkt is een scheldliedje gericht tegen de als flauw en nuffig beschouwde meisjes van het dorpscentrum. en niemand hoorde zich graag e kèlle?en (lievelingsleerling)van de juffrouw of de meester noemen. Kèl komt van kal wat babbelaarster betekent. Ne mèttekó (martiko) komt via het Franse matricot van het Middelnederlandse Marteken, vaak de naam van de aap in het dierenverhaal. De betekenis is een lomp en/of lelijk iemand. Ne kwiet (dwaas) is een vervorming van kwibus uit het Latijnse quibus. Denkbaar is een ontlening in de situatie waarbij de celebrant van de mis in de prefatie een ...cum quibus... uitspreekt , waarop diaken en subdiaken zich bij hem voegen , zodat grappenmakers daarvan ...kom kwibus ... maakten. Niet direct typisch dialectisch maar wel erg plastisch is ne krómmen stoofhôk waarmee een bejaarde met enige zelfspot zichzelf aanduidde.
Nen brèùst duidt een stevig gebouwde kleuter aan. Mogelijk is brèùst een vermenging van brok (flink uit de kluiten gewassen) en borst (jongeling) Ne pagadder is een snaak, guit, soms ook een troetelnaam voor klein kind. Het woord gaat terug op het Spaanse pagador (betaler). En mowet is een dienstmeisje, meid. Het werd ook gebruikt als goedkeurend aanspreekwoord voor een inschikkelijk, dienstvaardig meisje. De oorsprong is het Middelnederlandse Martha , maerte, marte genoemd naar de dienstvaardige Martha uit het Lucasevangelie. E mèère?en (processiemeisje) is het verkleinwoord van maar(te) .Of van mère(aanspreektitel bij sommige orden van kloosterzusters). Dat is en as betekent een uitblinker, een bekwaam iemand. Aas, de één in bv. het kaartspel, komt via het Middelnederlandse aes (kleinste eenheid van gewichten of spel) uit het Latijnse as (eenheid van munten en gewichten, oorspronkelijk een rechthoekig stuk koper als standaardgewicht).
13-11-2008 om 17:04
geschreven door Gust Adriaensen
|