In DS van 27 juni wijdt hoofdredacteur Verhoeven een commentaarstuk aan de nieuwe canon van de Nederlandstalige literatuur.
De essentie van Verhoevens betoog is zijn waarschuwing tegen 'het leggen van literatuur en kunst naast de lat van het moreel wenselijke'.
Dat is wat in de nieuwe canon gebeurd is met 'Black Venus' van Geeraerts. De roman wordt niet omwille van literaire redenen geschrapt maar met een moreel argument.
In 2020 gebeurt dat dus door canonsamenstellers die wellicht, als het ze goed uitkwam, vroeger tekeer gingen tegen de literatuurbevoogding door de Kerk, maar nu in hetzelfde bedje ziek zijn.'Het kan verkeren', zei Bredero. Die zit er nog wel in.
Nog twee overwegingen bij Canon-2020: 1. De minieme vertegenwoordiging van vrouwen.: 5%. De laatste is Ida Gerhardt met een dichtbundel die dateert van 1955. 2. 'Het verdriet van België' van Claus verscheen in 1983 en Mulisch' 'De ontdekking van de wereld' in 1992.
Ook al worden uitsluitend auteurs die overleden zijn opgenomen in de canon, betekent dat toch dat er in de literatuurproductie in de Lage Landen bij de Zee, de laatste 3, 4 decennia, geen enkel werk geschreven werd dat volgens de canonsamenstellers voldoende kwaliteiten had om 'gecanoniseerd' te worden.
Nog erger is het gesteld met de poëzie. Geen enkele dichteres schreef na Gerhardts 'Het levend monogram' (1955) nog poëzie die waardig werd bevonden voor een plaats in de canon.
01-07-2020 om 22:20
geschreven door Gust Adriaensen
|